Een paradijselijk tafereel van aarde, gips, plastic, piepschuim en andere rommel. Brígida Mendes weet deze materialen op een zeer overtuigende manier tot een geheel te smeden. Haar installatie werkt als een impressionistisch schilderij, waarbij de details weliswaar geen logica lijken te bezitten, maar het totaalbeeld geen vraag onbeantwoord laat. Toch lijkt de installatie meer op een schets dan op een voltooid werk. De titel work in progress benadrukt dit idee.
Enkele ruimtes verder krijgt het verhaal rond het werk van Mendes een nieuwe wending. Ineens wordt duidelijk waarom de installatie aanvoelde als een filmset in miniatuurformaat. Aan één wand van een vrijwel lege ruimte zijn zes onafgewerkte, niet-ingelijste foto’s met tape aan de muur geplakt. De setting van de foto’s is onmiddellijk herkenbaar. Wat elders een installatie van waardeloze materialen was, vormt in de foto’s de bron van een mysterieuze sfeer. In een surreële rust voltrekt zich in iedere afbeelding een klein drama: een slang eet een proportioneel gezien veel te grote vlinder, een vrouw slaat onder een boom een fles drank achterover, een kind doet zijn behoefte en wordt nagekeken door een varken. De foto’s worden door een donkere, horizontale lijn in de aarde aan elkaar verbonden, waardoor het lijkt alsof zij allen onderdeel zijn van hetzelfde, onwerkelijke verhaal.
De vreemde wereld in de foto’s van Mendes is zó geloofwaardig neergezet, dat zij als een nieuwe realiteit gaat gelden. Haar tweeledige werk bevraagt bovendien de gemaaktheid van het afbeelden en bekritiseert de beperkingen van onze perceptie. Mendes’ werk is theatraal en verhalend, maar bezit ook rust en sereniteit. Het is, kortom, zeer mooi werk, waarvan ik hoop in de nabije toekomst meer te kunnen zien.