Het onhoorbaar gezang van hermafrodiete sirenen gecombineerd met het doortastend gezoem van geschilderde klankschalen. Hoe klinkt dat? Dat is na te gaan in het Centrum Beeldende Kunst in Emmen, waar twee Groningse kunstenaars hun foto’s en schilderijen exposeren. Bij binnenkomst in de lichte zaal stellen Koos Lina en Janet Meester zich voor met een handvol kriskras door elkaar hangende werken. Twee op het eerste gezicht totaal verschillende beeldtalen hangen democratisch zij aan zij. Maar behoren de talen ook tot dezelfde stam?
De vierkante schilderijen van Janet Meester laten sobere vormen zien in ton sur ton kleurpatronen. Bij nader inzien zouden het schalen en potten kunnen zijn. Hoewel grondtoon en grondvorm telkens dezelfde zijn, is van herhaling toch geen sprake. Juist de subtiele details in verfbehandeling bij de ‘naden’ vallen hierdoor op. En waar de zijkant van de enorme kom net niet aansluit op het ovaal die de opening aangeeft, wordt het pas echt spannend. ‘Klopt’ dit werk wel? Die komopening eist de meeste aandacht op en gaat zo een eigen leven leiden binnen het schilderij. Maar ook buiten deze schilderijen ‘leeft’ die opening, in de ovaalvormige objecten die Meester exposeert. Ze kopiëren de openingen van de schalen in perspectief. Het gaat Meester er kennelijk om de ‘gaten in de kaas’ te tonen en daarmee het onnoembare te vangen. Dat lukt doordat abstract en figuratief in haar werk in elkaar overvloeien. Het is vreemd dat juist dit strenge werk een sterke lichamelijke aantrekkingskracht heeft.
Bekken trekken… Dit verbindt de schilderijen met het fotowerk van Koos Lina. Daarin trekken mannen met lang en weelderig haar en vrouwen met een gekortwiekte kop allemaal een moeilijk thuis te brengen vreemde bek. Opeens valt op dat de meeste portretten in populaire media sterk geïdealiseerd zijn. Lina toont met de open monden en de asymmetrische gezichtstrekken juist een natuurlijke ‘lelijkheid’ in wat zingende mensen blijken te zijn. Alle geportretteerden dragen dezelfde rafelige zwarte mantel om de blote schouders, zodat individuele kenmerken worden uitgewist. De vlaggen waar de hoofden op zijn afgedrukt, hangen vrij in de ruimte en vormen zo een luchtig koor van onhoorbare stemmen. Niet duidelijk wordt of zij een dringende boodschap of een vrolijk deuntje ten gehore brengen. De kracht van de foto’s zit er in dat ze overal een beetje tussen in blijven.
De potten van Meester en de hoofden van Lina lijken kenmerken van elkaar over te nemen. Servies wordt menselijk en de van de omgeving geïsoleerde hoofden worden teruggebracht tot hun basale ovale vorm. Daarom ‘zweeft’ boven de toegangsweg naar Emmen, waar het CBK zich bevindt, een ontmoeting tussen hoofden en schalen die beide naar heelheid lijken te streven.
Koos Lina – foto’s, Janet Meester – schilderijen, t/m 3 juli 2005
Centrum Beeldende Kunst Emmen, Raadhuisplein 1, Emmen
Op 26 juni geeft Janet Meester een rondleiding