Samen waren ze de ‘bad boys’. Jongens met Rolleyflex camera’s losjes over hun schouder gehangen, ongeschoren, een en al onbestudeerde James Dean-achtigheid en verliefd op de fotografie. Maar de een ging dood en de ander moet doorgaan met leven. Met een tentoonstelling bij Fotogalerie 2 1/2 bij 4 1/2 probeert Koos Breukel zijn herinnering aan de onlangs overleden Eric Hamelink in beelden te ordenen. Breukel was gefascineerd door die mooie kop van Hamelink, de vele portretten die hij van hem maakte tasten zijn gezicht, zijn huid en zijn ogen behoedzaam af. En beide waren zij verliefd op hun gezamenlijke leven. Het blijkt uit het zelfportret van hun beider weerspiegeling in de roestvrijstalen koplamp van een stoere motor, de alles behalve timide Eric Hamelink tussen Aart Klein en Paul Huf gekiekt, de foto van een tongzoen met een vriendinnetje. De bezoeker aan de tentoonstelling wordt deelgenoot gemaakt van hun intimiteit, hun branie en hun plezier in de fotografie. En dan, omdat de tentoonstelling chronologisch geordent is, doemt onvermijdelijk de ziekte van Hamelink op. Breukel heeft het proces ervan gedocumenteerd: een chirurg heeft met stippellijnen op een plexiglazen masker het griezelige pad aangegeven dat het mes op zijn hoofd zal volgen, Hamelink glimlacht zuinig vanuit zijn ziekenhuisbed naar de fotograaf terwijl er letterlijk tientallen buisjes op hem aangesloten zijn. Maar het meest verontrustend zijn de foto’s waaruit de ravage blijkt die de Prednison in het lichaam van Hamelink aanricht. Het lichaam van een jonge mooie man verandert voor onze ogen in dat van een opgeblazen pad. En het ergste is nog dat alleen hij verandert, verder niets. Zijn vriendin, die al in de vroegere foto’s figureerde, blijft even mooi en slank, het stel raakt uit verhouding. Hun gezamenlijke hondje blijft even klein en puppyachtig en ook aan Koos Breukel zelf, wanneer hij in de foto’s voorkomt, zien wij dat zich dit alles in een beangstigend kort tijdsbestek heeft afgespeeld. Breukel blijft dicht bij zijn vriend en blijft hem fotograferen. Op een foto van het inrichten van Hamelinks laatste tentoonstelling zien wij hem, te dik en zwak om nog te lopen, in een rolstoel zitten. De laatste foto van de tentoonstelling laat de hand van Hamelink zien die op zijn buik rust. De opzichtige ring die hij aan zijn pink droeg is afgedaan en heeft een diepe voor achtergelaten. Met deze expositie stort Koos Breukel zijn hart uit en de ongekunstelde manier waarop dit gebeurt laat de kijker zijn verdriet voelen.
Wat deze tentoonstelling onbedoeld ook laat zien is de wijze waarop Breukel door de jaren heen steeds meer zijn eigen stijl in de fotografie ontwikkeld. De aanvankelijk brave portretten voor schoolopdrachten veranderen in krachtige beelden waarin zwart-wit, techniek en detail bewuste keuzes worden. Zijn beelden worden soberder doordat hij de zeggingskracht van een portret niet in de omgeving zoekt, maar juist in de concentratie op de huid, de details, de buitenkant van een gezicht. Moderne discussies omtrent de problematiek van het portret laat hij aan zich voorbij gaan en hij blijft aan zwartwitfotografie vasthouden. De optelsom van de vele verschillende portretten in de expositie bevestigen zijn opvattingen. Met elkaar vertellen de beelden een meeslepend verhaal, en versterken zij elkaar ook onderling. Verschillende formaten afdrukken zijn met push pins op de muur geprikt: niet de vorm telt, maar de zeggingskracht.
Tegelijkertijd heeft Koos Breukel een tentoonstelling bij Galerie Serieuze Zaken waarbij hij de presentatie van zijn beelden geheel anders heeft aangepakt. Hij laat de principes van het ‘beeldverhaal’ los en kiest een aantal portretten die hij tot museale maten uitvergroot. Hier komt elk beeld op zichzelf te staan, moet elk beeld zijn zeggingskracht alleen bewijzen. Onmiddelijk voel je de kracht uit de beelden wegvloeien. De intimiteit waarmee hij zijn onderwerp benadert leent zich niet voor deze pretentieuze aanpak. Wanneer hij een jong meisje in een glitterjurkje ten voeten uit fotografeert, dan is dat niet met de wetenschappelijke blik van Thomas Struth of de onthullende kijk van Rineke Dijkstra, die beiden het best tot hun recht komen op groot formaat. Breukel kijkt eerder verliefd, welwillend of zelfs bezorgd. Deze blik op de mensheid is meer gedient met een intiemere presentatie. Bij Serieuze Zaken toont hij tevens drie portretten van Eric Hamelink. De foto’s tonen hem respectievelijk gezond, na de operatie en tegen het einde van zijn leven. Nu zijn de beelden in keurige lijsten gevat en hangen op de strenge witte muur van deze galerie. Alhoewel de veranderingen in het gezicht van Hamelink nog even dramatisch overkomen, is er van de intense betrokkenheid die er tussen Hamelink en Breukel heeft bestaan niets meer te bespeuren.
KOOS BREUKEL, THOUGHTLESS KIND, FOTOGRAFISCHE FUNDAMENTEN VOOR DE HERINNERING AAN ERIC HAMELINK
Fotogalerie 2 1/2 bij 4 1/2 t/m 30