Over het werkelijke of het verlangen naar het werkelijke van schilderen

Mirjam van Tilburg

Stel, een gezicht zet een voet over de drempel en kijkt naar een aquarel. Een moment later gaat de blanco bezoeker een paar stappen naar achteren om een groot doek te bekijken. Om vervolgens weer dicht naar de muur te gaan om de aquarellen te bekijken en te lezen. Er zijn twee grote doeken van Stefan de Graaf, een rood kruis en een zwarte cirkel. Beide zijn directe monumentale symbolen. In groot contrast tot de directheid van de doeken staat het intieme karakter van de aquarellen van Suzanne van Rossenberg. Het publiek wordt heen en weer gekaatst tussen twee extremen van kijken. Tussen de kleine schetsachtige aquarellen van papegaaiduikers staan korte onzekere teksten; van tegeltjeswijsheden als: ‘Je bent het meest authentiek als je lijkt op wat je droomt.’ tot agendanotities ‘hé, morgen wordt er beslist of ik een startstipendium krijg.’ Zal de onwetende bezoeker zich afvragen wat dit alles met elkaar te maken heeft? Of eindigt het bezoek schouderophalend?
Het publiek is hier echter niet anoniem, doorsnee, blanco, ontwetend of andere veralgemeniseringen van publiek. In deze ruimte van 1646 zijn de volgende rollen te verdelen: collega kunstenaar, vrienden en familie. 1646 is een klein kunstenaarsinitiatief in Den Haag dat al enige tijd bestaat. De organisatie bestaat sinds een klein jaar uit een groep studenten van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. Dit soort plekken zijn experimenteervelden voor jonge kunstenaars. Ook mijn rol is niet blanco, maar een van de te verdelen rollen, namelijk die van collega kunstenaar. Dit houdt in dat ik het werk van Suzanne van Rossenberg ken en juist daarom naar 1646 ben gekomen.
In 2003 zette Van Rossenberg een performance en installatie neer onder de titel One night stand. Waarbij ze de vraag stelde: wat is een natural woman? Door middel van herhaling van de zin “you make me feel like a natural woman” wordt deze ontdaan van zijn kracht. Blijft de lesbische vrouw hier een connotatie, in A Room with a Lesbian View draait ze hier niet meer omheen. Dit werk bestaat uit vele aquarellen en tekeningen van de kerk die ze vanuit haar kamer kan zien. Op elke aquarel stond A Room with a Lesbian View, de datum en de tijd genoteerd. Zo ontstond een verzameling van goede en slechte aquarellen en tekeningen. Wat is er lesbisch aan dit uitzicht? Waarom hangt ze ook de ‘slechte’ aquarellen en tekeningen op? Waarom vind ik die eigenlijk slecht? Waar baseer ik dit op? Met deze werken in mijn hoofd, waar vooral de titel en de conceptuele lading belangrijk waren, stap ik de ruimte 1646 binnen.
De meeste aquarellen heten Puffin (papegaaiduiker). Geen titel die te vergelijken is met de vorige werken van Van Rossenberg. De uitspraken die op de aquarellen staan zijn des te duidelijker; namelijk die van twijfel en onzekerheid; ‘Het gaat ook om de vaardigheden die je in de loop der jaren opdoet. O nee, daar gaat het juist niet om.
De onzekerheid en kwetsbaarheid vallen vooral op door het succesvolle contrast met de grote directe werken van Stefan de Graaf, maar ook door het contrast met eerdere werken van Van Rossenberg. Waren bij A Room with a Lesbian View de teksten een onderstreping van het werk, hier zoekt ze met citaten bevestiging. De aquarellen lijken van dezelfde kwaliteit te zijn, de grote verschillen als die bij A Room with a Lesbian View worden niet vol trots gepresenteerd. Betrof de, welliswaar bewuste, onzekerheid bij A Room with a Lesbian View nog haar techniek, bij dit werk betreft de onzekerheid het concept. Bij A Room with a Lesbian View was het ‘doen’ ondergeschikt aan het concept, bij de Puffins lijkt het accent te liggen bij het aquarelleren. Maakt Suzanne van Rossenberg een overstap van conceptuele kunst naar schilderkunst? Is dit een bewuste keuze?
In deze ruimte en met mijn rol als collega kunstenaar is deze onzekerheid een verademing. 1646 is een geschikte ruimte om zo’n open en kwetsbaar werk neer te zetten. Want kwetsbaar is het. Hier spreekt Suzanne van Rossenberg niet vanuit ‘het vrouw zijn’ of haar ‘seksuele geaardheid’. De twijfels die spreken uit haar werk zijn die van een jonge kunstenares. De titel van de gehele presentatie Playing Utopias is daarom goed gekozen. Juist omdat hier geen anonieme, blanco en onwetende bezoekers zijn. Ze zoekt positie en visie. Of beter gezegd; dit vraagt ze aan haar vrienden, familie en vooral collega jonge kunstenaars. Het decor van 1646 leent zich hier prima voor.

PLAYING UTOPIA'S, Stefan de Graaf, Suzanne van Rossenberg, 26 & 27 feb 2005

1646, Boekhorststraat 125, Den Haag, 070-3457310