Over en door en met en in en omwille van Papier

Lien Van Leemput

— snoeppapier dat smelt in je mond

— stickerpapier waarvan je de niet klevende velletjes perfect in één keer kunt weghalen

— stickerpapier dat je in één vlotte beweging kan kleven zonder bubbels te maken

— glossy papier dat pijn doet aan de nagels wanneer deze ermee in contact komen (inclusief rilling)

— het papiertje van een Chokotoff halen

— het papiertje waarop je alle boodschappen één voor één kan doorstrepen (meestal klein, soms verfrommeld en vaak hergebruikt)

— het papiertje waarop ze schreef “bedankt” en dat voor altijd in mijn portefeuille zit

— gescheurde randjes aan het papier van kleine rekeningetjes

——————

Het voelt vreemd weer te schrijven op papier. Normaal gezien doe ik dit steeds via het toetsenbord van mijn computer. De letters verschijnen dan in het gewenste lettertype op mijn scherm. Nu zie ik licht afwijkende letters verschijnen door de arbeid van mijn hand.

Schrijven op papier vraagt tijd. Het duurt gemiddeld langer om een woord te schrijven dan te typen. Toch schrijf ik ditmaal en typ ik niet. Om mezelf uit te dagen.*1 Om de tijd uit te dagen. Om het papier uit te dagen.

Het soort papier dat je gebruikt om te schrijven, is erg belangrijk. Niet elke papiersoort is geschikt om te schrijven. Net zoals niet elke papiersoort geschikt is om te lezen. De inkt van de pen moet vloeiend over het papier kunnen bewegen. Het papier moet dus zacht zijn, maar niet te glad. Ook mag het niet te wit zijn, dan doet het pijn aan de ogen.

*1 Gedachte: wanneer je schrijft is het veel moeilijker iets te wissen. Je kan niet zomaar terugkeren op je woorden en met de backspace naar links wissen. Ik schrijf nu op papier in een stream of consciousness.

——————

Ik heb een papierverzameling. Deze verzameling is erg uitgebreid. Ik gebruik de stukken uit mijn collectie haast nooit. Soms doorblader ik ze, raak ik ze aan, kijk ik naar ze. Af en toe ruik ik ook aan ze. Ik heb papier in alle kleuren, vormen en maten. Ik probeerde de bladen *2 te ordenen maar tevergeefs. Op het einde zag ik door de bomen het bos niet meer. In de verzameling zitten een aantal merkwaardige stukken. Papier dat aanvoelt als leer bijvoorbeeld, of papier dat werd gekleurd met een zeefdrukmachine en dat alle kleuren van de regenboog bevat (deze techniek noemt men irisdruk). Ik heb ook heel dun papier dat zo fragiel is dat wanneer je het aanraakt, er automatisch een kreuk in komt.

Mijn liefde voor papier wordt gevoed door mijn liefde voor boeken. Een boek met het perfecte papier heeft kans het perfecte boek te zijn. Het papier moet goed in de hand liggen en zacht aanvoelen aan de vingers, zodat de kleuren en de beelden en de letters voortreffelijk uitkomen.

Ondertussen is mijn schrijvende hand al ietwat stijf maar is er nog geen sprake van eeltvorming. Mijn vingers glijden nog steeds zacht over het papier.

Men kan zich snijden aan papier. Dit doet erg veel pijn alhoewel het meestal ‘mooie’ sneden zijn. Het bloed dat het papier kleurt, tekent de schrijver en de tekst.

Men kan likken aan papier. Wanneer men een bepaalde boodschap door middel van een enveloppe wenst te versturen. Dit smaakt erg vies en is een minder aangenaam aspect van de papier enveloppe.

Men kan papier ook eten. Als papier in contact komt met water of speeksel wordt het inslikbaar. Lekker is het niet echt, snoeppapier uitgezonderd. Alhoewel ik denk dat snoeppapier werd uitgevonden om de sensatie van papier eten *3 na te bootsen, want erg veel smaak heeft snoeppapier niet.

*2 Gedachte: verschil tussen blaadjes, bladeren en bladen.

         blad (het; o; verkleinwoord: blaadje)

         1 (meervoud: bladeren, bladen) bep. deel van een plant

         2 (meervoud: bladen) vel papier

*3 “Xylophagia is a condition involving the consumption of paper and form of eating disorder known as ‘pica’. People who suffer from this eating disorder usually consume substances like paper, pencils, tree barks or other items made of wood.” (Bron: NCBI: www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4261218/)

——————

— krantenpapier bevat veel informatie op een relatief kleine oppervlakte, wordt tevens gebruikt om ramen mee af te dekken (tegen zonlicht of pottenkijkers) of om breekbare spullen in te pakken (zoals servies of porselein)

— papieren zakdoekjes worden gebruikt om neuzen mee te snuiten (in geval van niezen, jeuk, snotvalling of verdriet) maar staan ook ter beschikking als vervanging van wc-papier

— papieren servetten worden gebruikt om handen of monden die besmeurd zijn met etensresten af te vegen en schoon te maken, soms ook om snelle of geheime boodschappen op te noteren

——————

Is het niet toevallig dat net wanneer ik gevraagd wordt een stuk over papier te schrijven, ik niet in het bezit ben van een computer, maar wel van vier splinternieuwe Moleskines? Ik kreeg ze cadeau van iemand die ik pas leerde kennen. Ik heb hem ook maar twee dagen gekend. Hij stelde zijn huis ter beschikking als slaapplaats en werkte toevallig bij Moleskine. We praatten over het belang van het juiste papier, zeker in geval van schrijven en tekenen, dat de pen door het papier moet worden geleid. “Moleskinepapier is hier ideaal voor”, zei ik. Mijn nieuwe vriend stal daarop vier Moleskineboekjes op het werk.

——————

PAPIER HIER! (Maar in werkelijkheid werd er veel meer dan enkel papier in zijn mond gegooid, toch?)

——————

Mijn vriend leest nooit boeken, hij beluistert ze. In de auto of in de trein. Hij drukt een boek uit in uren. Het boek dat hij nu leest, duurt 15 uren. Hij zit nu aan zeveneneenhalf uren. De woorden vloeien door zijn hoofd en in zijn oren. Hij kan ze niet aanraken. Hij leest met zijn oren, ik met mijn vingers. Wanneer ik lees raak ik het papier aan. Ik laat mijn vinger over het papier glijden. Ook als ik door een fotoboek blader, voel ik het effect van de inkt op het papier en de beelden. Woorden die ingedrukt staan op papier, betast ik met de toppen van mijn vingers. Het linnen dat een boek omhelst, laat ik het volledige oppervlak van mijn handen voelen. Elke bladzijde die wordt omgeslagen, maakt een geluid dat mijn oren prikkelt.*4

*4 Het erotische aspect van papier?

——————

PAPER FLIES

PAPER CUTS

PAPER LOVE

PAPER BAGS

PAPER THOUGHTS

PAPER TIMES

PAPER PENCILS

PAPER CLOUDS

PAPER CROISSANTS

PAPER BALLS

PAPER ANIMALS

PAPER MAN

PAPER MEMORIES

PAPER DREAMS

PAPER PLANES

PAPER PLANS

PAPER LINES

PAPER LANGUAGE

PAPER SMELL

PAPER FINGERS

PAPER SIZES

PAPER EMOTIONS

——————

Papier doet dromen over tijd. Tijd doet dromen over papier. Papier en tijd dromen over, lopen over van dromen. Ik droom op papier en de tijd neemt me mee op sleeptouw.

De _______________________ om te ________________________ op papier.

——————

Iemand schreef iets op een verloren papiertje. Er stonden drie woorden op. Een keuze. Eén van deze drie diende ik te kiezen. Hoe moest ik nu kiezen? Het geschreven woord luidop zeggen? Of aanduiden op het papier waar mijn voorkeur naar uitging? Ik koos voor het laatste. Traag en zelfverzekerd omcirkelde ik mijn antwoord. Op het papier tekende zich een diepe kring af. Ik duwde iets te hard. Er zat een klein gaatje in het papier.

——————

Het Geluid van Papier

— bladen die worden omgeslagen in een stille bibliotheek (kan ook op een andere, bij voorkeur stille, plek)

— geldbriefjes die met aandacht en ietwat stiekem worden nageteld

— een flipboekje dat haastig door iemand zijn vingers flipt

— een vulpen die haastig iets noteert op een vel papier

— de keukenrol die één velletje lichter wordt gemaakt

— een héél groot boek waarvan de pagina’s héél traag worden omgeslagen

— een rekeningetje dat wordt bestudeerd met de vingers, verfrommeld met de hele hand om vervolgens op de grond te worden gegooid

— een geschenk waarvan het geschenkpapier met veel lawaai, overgave én een gil wordt opengescheurd

— een kraslotje dat wordt bekrast met een munt

— een poster die onderaan loskomt van de muur en gekieteld wordt door de wind

— een kaart waarvan de gefrustreerde eigenaar niet weet hoe hij ze juist moet opvouwen

— een boek dat uit iemand zijn handen glipt en met een harde plof neervalt

— een ritselend parkeerticket onder de ruitenwisser van een auto

— een krant die wordt omgeslagen, omgevouwen, omhooggehouden, op de benen wordt gelegd, terug wordt gedraaid en een zucht veroorzaakt bij de lezer

——————

I wanna fold you.

         — uit een liedje van Dean Blunt (ik vergat de naam van het liedje)

——————

PAPIER VOUWEN

1. perfect vouwen > gelukzaligheid

2. scheef vouwen > frustratie

PAPIER VERFROMMELEN

> altijd gelukzaligheid

PAPIER VERSCHEUREN

1. recht in het midden (twee gelijke stukken) > gelukzaligheid

2. scheef (twee ongelijke stukken) > frustratie *5

*5 tenzij cadeaupapier (lees verder)

——————

Ik verzamelde ooit strookjes papier met nummers erop. Soms stond er ook een symbool bij, of een naam, of een aangeboden dienst. Ik plukte ze van straat. Mensen hingen ze op aan lantaarns, verkeerslichten of andere cilindervormige palen. Meestal om iets aan te bieden, te verkopen of gewoon omdat ze eenzaam waren. Ik legde een lijst aan in een schrift met ruitjespapier waarin ik de nummers noteerde. Ik schreef er tevens bij waarom ik die nummers zou moeten opbellen. Ik beeldde me steeds in dat ik de lijst zou afgaan en alle nummers zou opbellen.

Ik zou vragen om op mijn kind te passen (moest ik een kind hebben), om mijn kat een was- en knipbeurt te geven (moest ik een kat hebben), om mij viool te leren spelen (moest ik een viool hebben), om mijn auto te wassen (maar ik ga liever naar de carwash), om mij te bekeren tot het christendom (alhoewel ik een atheïst ben), om mij een hete dame te sturen die mij fysiek in hogere sferen zou brengen (ook al val ik niet op vrouwen), om naar mij te luisteren in geval ik me eenzaam zou voelen (zou wel aangenaam zijn geweest).

Ik zou elk briefje, één voor één, opbellen. Ik zou allemaal verschillende stemmen horen die me één voor één vriendelijk zouden toespreken omdat iemand hun briefje van die paal had gescheurd en naar hen op zoek was.

Ik belde niet. Ik belde nooit. De briefjes bewaarde ik. Soms open ik het schrift opnieuw, kijk naar de nummers en stel me de stemmen voor die erbij horen.

——————

Vroeger was ik een brievenschrijfster. Ik zocht penvriendinnen via zoekertjes in de Jommekeskrant. Dat was een krantje dat verscheen tijdens de zomermaanden, om kinderen bezig te houden. Elke twee weken koos ik een nieuwe penvriendin uit. Ik zocht voor haar mijn mooiste papiersoorten uit. Met kleuren, patronen, tekeningen en geuren. Ik wilde indruk maken. Elk blad papier had een bijpassende enveloppe. De postzegel moest steeds een bloem zijn. Ik vertelde hoe ik heette, hoeveel broers ik had, dat ik papier verzamelde en dat ik binnen twee weken op reis vertrok naar een ver land. Zonder te zeggen welk land. Ik vroeg haar of zij ook zo van papier hield als ik, of ze broers en zussen had, en of ze deze zomer op reis ging.

Met bijna elk van hen wisselde ik een paar brieven uit. Als ik geluk had kreeg ook ik mooie papieren met bijpassende enveloppen. Deze bewaarde ik. Wanneer iemand niet terugschreef was ik teleurgesteld en schreef ik een boze brief op een lelijk wit papier waarin ik zei dat ik het niet kunnen vond dat ze zichzelf had aangeboden in de Jommekeskrant, zonder mijn brief te beantwoorden. In ieder geval stopte ik elke briefwisseling na twee weken. Ik werd het beu. Ik was nieuwsgierig naar andermans papieren. Ik zei dat ik op reis vertrok naar een ver land en dat het moeilijk zou zijn om van daaruit brieven te versturen. Hier eindigde het dan, meestal.

Ik ging nooit op reis naar een ver land. Wij gingen altijd naar zee. Daar verkocht ik papieren bloemen op het strand. Ik had de mooiste papieren bloemen van het hele strand. Iedereen kwam bij mij bloemen kopen of ruilen. Eén keer was er een meisje dat ook hele mooie bloemen bij zich had. Ik stemde toe om te ruilen. We wisselden een bloem én onze naam uit. Ze zei dat ze ooit een meisje had gekend met dezelfde naam als de mijne. Zij was verliefd op papier, zei ze. Jammer genoeg was ze vertrokken naar een ver land en had ze nooit meer van haar gehoord. Toen zweeg ze, lachte ze en nam mijn bloem aan. Ik koesterde de hare en bewaarde ze bij haar brieven.

——————

Hij schreef op een briefje dat ik moest stoppen met lijstjes te maken op briefjes en deze dan op onze koelkast te kleven. Hij kleefde zijn briefje op de koelkast.

Ik kreeg het briefje waarop de rekening stond. € 89. Dat was duur. De oude man die mij de rekening gaf had stinkende handen. Hij rook naar zweet, sigaretten en naar oude man. De papieren rekening rook naar hem. Ik hield het briefje bij als bewijs hoe oude mannen soms ruiken.

Mijn broer liet ’s ochtends toen hij thuiskwam een briefje achter op de keukentafel.

         Lieve mama,

         sorry ik heb nog scampi’s gebakken maar niet meer opgeruimd.

         Ben nogal dronken nu, sorry.

         Slaapwel voor nu, ik zie je wel graag hoor lieve mama.

Mijn moeder hing het briefje dat rook naar verbrande scampi’s met veel look op boven haar bed.

——————

Er zijn twee soorten mensen:

1. Mensen die met opzet ezelsoren in het papier van hun boeken vouwen, om iets te markeren. Dit kan een interessante passage zijn, een grappig voorval, een mooi woord of iets dat niet vergeten dient te worden.

2. Mensen die het haten wanneer de papieren hoeken van hun boeken per ongeluk geplooid worden. Dit kan gebeuren uit onvoorzichtigheid, door het uitlenen van het boek aan iemand anders of het vastzitten van het boek in een tas of iets dergelijks.

Er zijn twee soorten mensen:

1. Mensen die het papier van hun geschenk erg zorgvuldig losmaken. Ze beginnen bij het touwtje, om nadien het plakband los te prutsen om ten slotte het cadeaupapier zorgvuldig los te maken. Sommigen onder hen vouwen het papier zelfs proper op en nemen het mee naar huis, samen met hun geschenk.

2. Mensen (mezelf inbegrepen) die een geschenk openscheuren. Het papier moet eraan met veel ’schwung’, ‘oooo’s’ en ‘aaaaa’s’. Hoe heviger het gescheur, hoe beter de ervaring van het geschenk.

——————

Ik kreeg een bord pasta in een papieren kommetje. Er zat veel olijfolie en kaas in mijn pasta. De slingers waren nat van de saus en maakten het papieren kommetje ook vochtig. Op het einde smaakte mijn pasta naar papier met kaas en olijfolie.

Wat ik heel vies vind en niet zo goed begrijp, zijn papieren rietjes. Eerst denk je nog: “O, fijn, een papieren rietje, goed voor het milieu.” Maar na zes of zeven slurpjes is het rietje al wak. Je hele drankje smaakt nu naar wak papier.

Als je het etiket van een fles of bokaal wilt verwijderen (bijvoorbeeld om te gebruiken als vaas of container voor voedsel) kan je deze best een uurtje laten weken in heet water. Daarna het papier afschrapen met een schuursponsje.

Papier in brand steken ruikt lekker. Het geeft ook een mooie kleur. Zo net wanneer het vuur het papier aanraakt is de kleur op zijn mooist.

——————

IK SCHRIJF EN IK SCHRIJF EN IK SCHRIJF EN IK SCHRIJF EN IK SCHRIJF EN IK SCHRIJF EN IK BLIJF EN IK SCHRIJF EN IK ZIE MIJN GESCHRIFT TELKENS ANDERS OP HET PAPIER.

——————

Lien Van Leemput is grafisch ontwerper, schrijver en performer. Haar interesseveld schippert tussen het alledaagse en het bijzondere, tussen het rationele en het absurde. Ze probeert de banale alledaagse wereld te vatten in woorden, beelden en bewegingen.