Vloeibaarheid wordt geassocieerd met ongrijpbaarheid. Als je vloeistof probeert vast te pakken, ontglipt het je. Het begrip vloeibaarheid is daarom bij voorbaat al een moeilijk te vatten begrip. Net zoals vloeistof is een maatschappij veranderlijk en beweeglijk, al lijkt zij soms ook stil te staan.
Gastcurator Nanda Janssen stelde in Nest in Den Haag een groepstentoonstelling samen met ‘vloeibare kunst’ en refereert daarmee naar uiteenlopende vormen van vloeibaarheid, waaronder de vloeibare maatschappij, zoals ze in de inleidende tekst beschrijft. In de tentoonstelling Fluid Desires verdwijnt de maatschappelijke lading van vloeibaarheid echter naar de achtergrond en voeren invalshoeken vanuit de wetenschap en natuur de boventoon. In een tijd waarin de wereld minder tastbaar en zowel groter als kleiner lijkt te worden, ontsluit de wetenschap steeds meer vraagstukken die voor de mens vaak onzichtbaar zijn met het blote oog, bijvoorbeeld op kosmisch of moleculair niveau. Terwijl de natuur verder verdwijnt, kunnen we natuurlijke processen steeds verder ontcijferen en toepassen op nieuwe materialen, technieken en vormen. Hierdoor vervaagt het onderscheid tussen organisch en anorganisch, mens en object, natuurlijk en synthetisch en groeit een gevoel van onbegrensdheid en misschien ook onbestemdheid.
De tentoonstelling toont werk van acht kunstenaars die zich bezig houden met veranderlijkheid en beweging van vorm en materiaal. Weliswaar in sommige gevallen vastgelegd in een gestolde vorm, zoals in de ‘schilderijen’ van Jérôme Robbe. Hij goot gekleurde pigmenten over platen van plexiglas die door verhitting en het verdampen van water vervormden. Transformatie van materiaal is het meest zichtbaar en expliciet aanwezig in het werk van Marie Maillard. Haar cilindrische staven lijken te zijn gemaakt van twee verschillende materialen, bijvoorbeeld hout of marmer en glas, die in elkaar overlopen. De geleidende vloeistof in Cell#3 van Leonid Tsvetkov verandert langzaam tijdens de tentoonstelling. Doordat de vloeistof onder stroom staat en onder andere reageert op schommelingen in temperatuur, verkleurt de vloeistof in de cel. In dit geval wordt verandering van de vloeistof aan de ene kant teweeggebracht door de gefabriceerde cel en aan de andere kant door overlevering aan de omgeving.
Mimosa Echard biedt een ander perspectief op de wisselwerking en spanning tussen de mens en zijn gemaakte en natuurlijke omgeving. In haar werk aan de muur lijkt niet één van de twee de overhand te hebben. Het is een vrolijke brij van een enorme verscheidenheid aan materialen, van mos en bijenwas tot scheerschuim, gegoten in epoxyhars. In de flessculpturen die op de grond staan en liggen, lijkt de natuur het echter te verliezen van de mens. Ze doen denken aan aangespoelde flessenpost, die in de loop der tijd restanten en sporen van de mens heeft verzameld. Batterijen, pillenstrips en verpakkingsmateriaal, allemaal ‘versteend’ in de verweerde flessen. De zogenoemde futuristische stillevens lijken een pessimistische toekomst te voorspellen: het treurige gevolg van de huidige consumptiemaatschappij en vervuiling door toedoen van de mens.
Als de natuur dreigt te vergaan, blijken er nog andere, al dan niet positieve, mogelijkheden te zijn. Je zou er bijna aan voorbij lopen, maar Hicham Berrada creëert in vijf kleine aquaria werelden die ontstaan uit levenloze stoffen. Koper en ijzer blijken zich te kunnen ontwikkelen tot iets dat lijkt op een levende onderwaterwereld. Werk zoals dat van Echard en Berrada doet afvragen hoe de mens gedijt bij veranderlijkheid. Ieder gaat daar op een andere manier mee om. Het werk van Echard bevat retrospectieve en toekomstvoorspellende elementen terwijl Berrada verandering aangrijpt om nieuwe mogelijkheden te verkennen. In een tweede werk trekt Berrada deze aanpak verder door en onderzoekt hij onzekerheid en instabiliteit van vorm. Een video toont hoe een artificiële wolk zich ongedwongen en onbelemmerd laat meevoeren en vormen door de wind. Openslaande luiken bieden uitzicht op een bewegende wolk die het ene moment de aandacht trekt met zijn blauwe kleur en nieuwsgierig maakt. Het andere moment neemt de wolk de vorm aan van een monster dat alsmaar lijkt te groeien, maar uiteindelijk als iets onbestemds verdwijnt in de lucht.
Vloeibaarheid vraagt om een flexibele opstelling, maar roept verschillende reacties en vragen op. Gaan we met de stroom mee, tegen de stroom in of sturen we bij? Boezemt het angst in of biedt het kansen? Of stimuleert het juist om momenten van verandering te vangen? Maya Rochat doet dat laatste en probeert vloeibaarheid vast te leggen in haar installatie. De uitvergrote en op de vloer doorlopende, overlappende en op elkaar gedrukte foto’s van stromende vloeistoffen dompelen de bezoeker onder in een ogenblik van vloeibaarheid. Rochat weet de bezoeker mee te nemen in de schoonheid van vloeibaarheid.
Uiteindelijk is het toch de terugkerende spanning tussen controle en overgave die de tentoonstelling kenmerkt. De titel, Fluid Desires, doet vermoeden dat kunstenaars naar vloeibaarheid verlangen en het concept volledig omarmen. Maar hoe desirable is vloeibaarheid nou echt? De mens wil immers vooruit bewegen en lijkt tegelijkertijd niet te ontkomen aan een eeuwige drang om de ongrijpbaarheid van vloeibaarheid te willen duiden en begrijpen. Iets wat mooi samenkomt in het werk van Inge van Genuchten. Haar werk is het enige waarin zichtbaar, en tegelijkertijd bijna onzichtbaar, een vloeistof beweegt. Met een precisie die berekenend en ongekend lijkt voor vloeistof, druipt een onbekend doorzichtig materiaal uit het plafond naar beneden in een klein gaatje in de vloer. Misschien is dit de gestroomlijnde en gecontroleerde vorm van vloeistof waarnaar de mens verlangt. Kan de mens het dan toch niet laten om grip te houden op vloeibaarheid?
Rosa Marie Mulder is kunsthistoricus en volgt een onderzoeksmaster in hedendaagse kunst en museum studies aan de Universiteit Leiden.