Ongebonden en vrij

Irene de Craen
Py Tswang Jin, DRESSING THE PART, 2008 (foto: Semuel Souhuwat)

‘We wilden niet langer op de tribune zitten.’ Met die gedachte kraakten de kunstenaars Frank Ammerlaan en Thijs Rhijnsburger enkele jaren geleden een ruimte naast het Stedelijk Museum Post CS dat Horse Move Project Space ging heten. Aanvankelijk was er veel protest van het Stedelijk Museum maar dat veranderde snel toen Horse Move Project Space uitgroeide tot een populaire plek binnen de Amsterdamse kunstwereld. Inmiddels zijn ze ruim een half jaar geleden verhuisd van deze krappe ruimte van slechts 60 m² naar een loods in Amsterdam Oost-Watergraafsmeer van zo’n 2000 m², naar een oude service garage waaraan de nieuwe projectruimte tevens haar naam ontleent. De gewonnen ruimte maakt het mogelijk om naast een tentoonstellingsprogramma twaalf ateliers onder te brengen en een ruimte voor een artist in residence. Verder worden er lezingen en debatten georganiseerd en zijn er plannen om het dakterras om te bouwen tot openluchttheater.

De doelstellingen van De Service Garage staan niet vast; de meeste waarde wordt er gehecht aan het creatieve proces en aan het experimenteren. Er wordt geopereerd in een zeer breed cultureel veld: kunst, cultuur en sociaal-maatschappelijke onderwerpen komen aan bod, waarbij alle disciplines welkom zijn. Het is een typisch kunstenaarsinitiatief, waar geen kunstenaar zich bezig houdt met het schrijven van beleidsplannen en niemand zich met de kunstenaars bemoeit. Toch wordt er oplettend over gewaakt dat er geen sleur ontstaat – wel een risico als men te veel in zichzelf gekeerd is. Om die reden wordt slechts de helft van de projecten door kunstenaars van De Service Garage opgezet, voor de andere helft worden mensen van buitenaf aangetrokken.

In het kader van een aantal cross-over projecten presenteert modevormgever Niki Mens de tentoonstelling Free and Untamed Beings. De tentoonstelling toont het werk van vijf jonge modeontwerpers en een ruimtelijk vormgever. De deelnemers hebben ruim een jaar aan het project gewerkt en in deze periode nagedacht over de thema’s mode en vrijheid, en meer specifiek over de vrijheid die je kunt hebben of nemen als modeontwerper, in het gebied tussen mode en kunst.

Ruimtelijk vormgever Jenske Dijkhuis neemt een belangrijke plaats in binnen het project. In haar werk speelt zij in op de grensgebieden van kunst, architectuur en design. Haar werk bestaat veelal uit hout, een materiaal dat zij als geen ander beheerst en waaruit in haar handen nieuwe werelden ontstaan. Voor de tentoonstelling heeft ‘ruimtegever’ Dijkhuis het grootste gedeelte van de gigantische tentoonstellingsruimte omgevormd tot een labyrint, waarbinnen de modevormgevers hun werken tentoonstellen. Hierdoor krijgt het geheel van werken een samenhang en reflecteert het de idee van de tentoonstelling als één groot, gezamenlijk werk. Hiervoor is het labyrint van Dijkhuis wel echt noodzakelijk. De werken die getoond worden, zijn namelijk van zeer uiteenlopende aard; van kledingcollecties en modefoto’s, tot video, illustraties en een geborduurd schilderij. Het geheel van de tentoonstelling is bedoeld om de toeschouwer een nieuwe kijk te geven op het vak modevormgever.

Er vallen wel enkele kanttekeningen bij de tentoonstelling te plaatsen. Het is bijvoorbeeld opmerkelijk dat alle deelnemers van de Rietveld Academie afkomstig zijn, en vijf van de zes van de afdeling modevormgeving. Het is jammer dat er niet voor werd gekozen kunstenaars van andere disciplines te laten nadenken over hetzelfde onderwerp. Voor het tonen van cross-overs geeft dat misschien een beter overzicht van de mogelijkheden. De opzet van de tentoonstelling is hierdoor erg braaf, vooral wanneer je in ogenschouw neemt dat het thema ‘vrijheid en ongebondenheid’ is. Mode blijft het belangrijkste uitgangspunt in de werken van de deelnemers en je krijgt niet het idee dat er werkelijk grenzen vervaagd of overschreden worden – en dat terwijl De Service Garage het ultieme open podium, een vrijplaats voor dromen en fantasie is, een plek waar alles mogelijk lijkt.

Ondanks dat er hier en daar op- en aanmerkingen gemaakt kunnen worden over de opzet van Free and Untamed Beings, moet men voor ogen houden dat noch De Service Garage, noch de samenstellers van de tentoonstelling pretenderen het curatorschap tot in de puntjes te beheersen. De tentoonstelling, zoals eigenlijk alle projecten van De Service Garage, ontstond als het ware vanuit een natuurlijk proces, vanuit discussies met elkaar en met wie er toevallig door de deur liep. Dit heeft ook een charme die verloren zou gaan wanneer men te geïnstitutionaliseerd te werk zou gaan.

Het enthousiasme dat van de Service Garage afstraalt, is aanstekelijk en vormt de kern van haar bestaan. Helaas wacht De Service Garage over een paar jaar hetzelfde lot als Horse Move Project Space en zal zij haar heil wederom elders moeten zoeken. De loods en de andere oude industriepanden in de wijk gaan dan op de schop om plaats te maken voor woningen. De buurt moet zo ‘een onderdeel van de stad’ worden en een kunstenaarsinitiatief als dit hoort daar blijkbaar niet bij.

FREE AND UNTAMED BEINGS
Merel Boers, Jenske Dijkhuis, Claire Fons, Py Tswang Jin, Jessie Mak, Niki Mens, Quoc Thang
t/m 18 augustus

De Service Garage
Stephensonstraat 16, Amsterdam

Merel Boers, KATY WARDROBE, 2008 (foto: Alexander Mooi)
Niki Mens, BUITEN BIJ DE VOGELS, 2008 (foto: Alexander Mooi)