Nederclip: Glitter en glamour volgens het poldermodel

Dafne Jansen
Overzicht NEDERCLIP

Wat is de beste Nederlandse videoclip aller tijden? When The Lady Smiles (Golden Earring) van Dick Maas, destijds van internationale allure, inmiddels onvervalst camp? Of het postmoderne schouwspel van een leadzanger die op het trottoir ligt te zingen en keer op keer bijna wordt geraakt door vallende tuinkabouters in Tumble And Fall (Johan) van KesselsKramer?

De clips die te zien zijn bij Nederclip laten zich eigenlijk niet aan een vergelijking onderwerpen. Sommige clips stammen uit het stenen tijdperk van de videoclip, anderen zijn dit jaar uitgekomen. Voor sommige clips was het budget voor Nederlandse begrippen heel behoorlijk, andere clips hebben zo goed als niets gekost. Het zijn producten van filmmakers, reclamebureaus, beeldend kunstenaars. Sommigen voorzien vooral de muziek van aangenaam beeldmateriaal, in andere gevallen is de soundtrack bijna verwaarloosbaar. Hoe is deze curieuze mix tot stand gekomen? Curator Bart Rutten vroeg Nederlandse experts om hun top vijf, voegde er wat recente veelbelovende clips aan toe en maakte het geheel compleet door nog enkele autonome werken in de tentoonstelling op te nemen die volgens hem het format van de videoclip gebruiken.

Het resultaat is prachtig opgesteld. Achterin het SM’s staan in een afgesloten ruimte vijftig flatscreens opgesteld in vijf rijen van tien. Alle schermen zijn voorzien van twee koptelefoons. Als je binnenwandelt overvallen je hierdoor tegelijkertijd de stilte en de grote hoeveelheid druk bewegende beelden. Maar als je meer dan een paar favorieten wilt bekijken, wordt het schuiven langs de beeldschermen en het op- en afzetten van de koptelefoons al snel vervelend. Misschien komt dat ook doordat we als verwende televisiekijkers gewend zijn onderuit te zakken met een zak chips om clips te kijken. Tenminste, dat waren we gewend, want sinds een jaar of wat grossieren de muziekzenders vooral in series en documentaires.

Videoclips worden nog maar sporadisch uitgezonden en sinds we massaal muziek downloaden in plaats van kopen besteden de platenmaatschappijen ook steeds minder geld aan clips. Dat is één van de redenen dat in 2006 het TAX-fonds in het leven is geroepen. Vijf clips uit de tentoonstelling zijn gefinancierd door dit fonds. Er zitten kunststukjes tussen die laten zien hoeveel potentie de nederclip heeft als er wat meer geld beschikbaar is. Uitblinkers zijn Good Year For The Robots (Coparck) door Cosmonaut, dat doet denken aan de comedyserie The Office, maar dan SciFi. Robot Alex doet tot grote tevredenheid van zijn baas iedere dag mechanisch zijn werk, maar wil geopereerd worden om menselijke emoties te kunnen ervaren. Na de operatie blijkt hij incapabel en labiel, maar vindt hij liefde bij de koffiedame. Van geheel andere orde, maar ook een juweeltje, is de animatie van Il Luster bij Ghost Truckers Under The Stars.

Als je alle clips wilt bekijken, bots je echter op meer bezwaren dan het constant op- en afzetten van koptelefoons. Door het ontbreken van een restart-knop ben je gedoemd telkens middenin clips te vallen. Wie regelmatig op YouTube filmpjes bekijkt, is dit gebrek aan controle niet meer gewend. Als je je in de tussentijd begint af te vragen waarom specifieke werken zijn geselecteerd voor de tentoonstelling, word je wederom teleurgesteld. Er is geen zaaltekst, slechts een plattegrond. Er is geen catalogus, alleen een foldertje met beschouwingen over de nederclip in het algemeen. Maar waar kijk je nu eigenlijk naar?

Als historisch overzicht schiet de tentoonstelling tekort, want op The Nits en The Golden Earring na zijn er weinig golden oldies te vinden. De nadruk ligt sterk op het laatste decennium en er is een grote rol voor nederhop weggelegd. (Dit vanwege de grote hoeveelheid creatieve clips in dat genre, aldus de folder.) Ook op het niveau van individuele artiesten is de tentoonstelling onevenwichtig samengesteld. Waar velen met één bijdrage genoegen moeten nemen, komt rapper Extince bijvoorbeeld drie keer voorbij, net als rockers Coparck.

De motivatie achter de gekozen autonome werken blijft enigszins onduidelijk, misschien op het briljante SET 4 van Jan van Nuenen na. Het werk is opgebouwd uit korte fragmentjes van The Sports Channel en vormt een ritmisch, hypnotiserend geheel dat bestaat uit tafeltennissers, schoonspringers en basketballers. De soundtrack lijkt in eerste instantie vette techno, maar bestaat puur uit de gesamplede geluiden van de sportfragmenten. Het past perfect binnen de tentoonstelling. Andere autonome werken, zoals het ingetogen Interlude van Joost van Veen, raken echter volledig ondergesneeuwd tussen het beeldgeweld van Nederclip. Dat dit filmpje geïnspireerd is op het nummer Interlude van de Britse band Manyfingers is nergens te lezen.

Dat is uiteindelijk de grootste zwakte van deze tentoonstelling. Niet de werken zelf, maar het gebrek aan informatie eromheen die je als bezoeker wat moedeloos achter laat. Nederclip is als een paar uur ‘s nachts videoclips kijken op TMF, zonder presentatoren of clipfeitjes die over het scherm rollen. Het enige dat je kunt doen is het over je heen laten komen.

NEDERCLIP
t/m 7 oktober 2007

SM’s – Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch
Magistratenlaan 100, ‘s-Hertogenbosch
www.sm-s.nl