Monument voor een gevallen appel

Hans den Hartog Jager

Anton Corbijn en Don van Vliet lopen over een Cézanne-tentoonstelling. Van Vliet heeft Corbijn, op dat moment vooral bekend als popfotograaf, op sleeptouw genomen, en geeft uitleg – bij de bergen, bij de mensen en wat Cézanne daar allemaal mee bedoelt. Dan komen ze aan bij een van Cézanne’s stillevens, een schaal met appelen die er allemaal min of meer hetzelfde uitzien. Corbijn staart wat verwezen naar het tafereel, maar Van Vliet priemt met zijn vinger naar de bovenste appel: ‘That’s Cézanne’, zegt hij. ‘The top-apple.’

Aan deze anekdote moest ik denken bij de installatie ‘Hooggeëerd Publiek, deel 3′ van Wineke van Muiswinkel, nu te zien in de Annet Gelink Gallery in Amsterdam. De installatie bestaat uit twee diaprojectoren naast elkaar, elk geladen met 81 dia’s, die geprojecteerd worden op twee schermen met een houten lijst eromheen. Op die schermen worden appels en peren geprojecteerd steeds weer nieuwe appels en peren, op ieder scherm telkens één. Stuk voor stuk zijn ze gefotografeerd op een houten tafel in een zacht, flatterend licht waardoor iedere appel of peer al snel iets van een ‘persoonlijkheid’ krijgt. En dat wordt nog versterkt doordat Van Muiswinkel een voorkeur aan de dag legt voor de minder bedeelde vruchten van deze wereld: een peer met een hagelvlek, een te kleine appel met een te dik steeltje, twee peren die al een beetje aan het verschrompelen zijn.

De hele serie is een perfecte illustratie van wat John Ruskin ooit de pathetic fallacy noemde, het menselijk vermogen om gevoelens toe te kennen aan voorwerpen. In de praktijk wordt het vooral gebruikt voor eenzame bomen in negentiende-eeuwse landschappen. Iets van die link moet Van Muiswinkel bewust hebben gelegd. Door de houten lijsten om de diaschermen zit er een niet te missen referentie naar stillevenschilderijen in ‘Hooggeëerd Publiek’. Maar wat het werk pas echt goed maakt is dat er van de stille ernst waarmee dit genre vaak omgeven is niet veel overblijft. De wijze waarop Van Muiswinkel haar appels en peren heeft vastgelegd doet nog het meest denken aan de warme, maar onmiskenbaar ironische manier waarop Fischli & Weiss zich over een knakworst of een stuk cervelaat kunnen ontfermen.

Door het zachte, David Hamiltonachtige licht waarin de appels en peren zich mogen wentelen krijgt ‘Hooggeëerd Publiek’ echter ook iets van een parodie op al die modieuze overgevoelige portretfotografie van het moment. Van Muiswinkel laat met dodelijke precisie zien dat het de toeschouwer precies evenveel moeite kost om warme gevoelens op te brengen voor een gekneusd peertje als voor al die kwetsbaar naar hun eigen ziel turende jongens en meisjes die de kunstwereld momenteel overspoelen.

Hoe aardig Van Muiswinkels installatie ‘De Smalle en de Brede Weg’ in de achterruimte vervolgens ook is (een mooi schonkige 16-mm zwartwit film van een bospad, geprojecteerd tegenover een video van een autosnelweg), hij kan niet op tegen Van Muiswinkels smakelijke monument voor een gevallen appel.

WINEKE VAN MUISWINKEL, t/m 8 april

Annet Gelink Gallery, Laurierstraat 187-189, Amsterdam,, di t/m za 11-18 uur, eerste zondag v/d maand 14-17 uur