Meer dan een tegenhanger

Sietske Roorda
Louise te Roele, ZWERM (2012)

Kunstbeurzen zijn vaak overweldigend en daardoor soms frustrerend: door de immense hoeveelheid kunst kun je als bezoeker niet anders dan vluchtig kijken. De nieuwe beurs Unfair Amsterdam is daar een uitzondering op. Geboren uit de val van Art Amsterdam, is deze beurs meer geworden dan slechts een tegenhanger.

Unfair is opgezet door de drie jonge kunstenaars Adam Nillissen (1983), Peter van der Es (1985) en Boris de Beijer (1986). Vers van de academie en vol ambitie om de kunstwereld te veroveren, zagen ze beurzen en instellingen verdwijnen en daarmee ook platformen voor jonge kunstenaars. In plaats van zich bij deze situatie neer te leggen, vatten ze het plan een kunstbeurs op te richten die juist jonge kunstenaars een podium biedt. Met Mister Motley-redactrice Heske ten Cate werd een selectie gemaakt van dertig kunstenaars die maximaal vijf jaar geleden zijn afgestudeerd.

Hoewel sommige kunstenaars zich al hebben weten te binden aan een galerie, spelen galeries op deze beursvloer geen rol: het zijn de kunstenaars die zichzelf vertegenwoordigen. De afwezigheid van galeries heeft een egaliserend effect op de beursvloer. Al het werk wordt in neutrale witte hokken gepresenteerd, zodat je niet per stand in een compleet andere sfeer terechtkomt. Ook is afgeweken van de traditionele ‘straat’ met stands die je kunt betreden of voorbijlopen. Unfair kiest voor een dynamische inrichting die je ongedwongen langs alle deelnemers leidt. Deze opstelling maakt de beurs in tegenstelling tot vele andere zeer overzichtelijk. Omdat elke kunstenaar zijn eigen afzonderlijke ruimte heeft, zijn de omstandigheden om de werken te bestuderen optimaal.
  
Gelukkig, want er wordt veel mooi en interessant werk gepresenteerd dat uitdaagt om te blijven kijken. Zo zijn er de hyperrealistische foto’s van Louise te Poele (1984) die voedsel, vuilnis en opgezette dieren tonen; verstild in een moment van actie, wat het werk een surrealistische en sprookjesachtige dimensie geeft. Het schilderij Sisyphus – (II) — Six (2013) van Niek Hendrix (1985), die viermaal hetzelfde stilleven van de zeventiende-eeuwse schilder Pieter Claesz. in verschillende tinten grijs schilderde, laat de letterlijke gelaagdheid van het schilderen zien.

Een speelser karakter heeft de fotoserie En Vogue (2013) van Willem Popelier (1982), een reeks zelfportretten in poses van covermodellen van de Nederlandse Vogue. Zo demonstreert de in het zwart geklede fotograaf wat een bizarre houdingen en vreemde gezichtsuitdrukkingen de modellen eigenlijk aannemen op modefoto’s. Ook het interactieve werk Visually Impaired (2012) van Carina Hesper (1983) valt op. Wrijvend over de ogenschijnlijk monochroom zwarte foto’s, tovert de warmte van je hand portretten tevoorschijn van blinde en slechtziende kinderen in China. Zo wordt niet alleen het kijken, maar ook het voelen benadrukt.

Ondanks de ideologische achtergrond en speciale aandacht voor inrichting blijft Unfair Amsterdam in essentie een beurs: er kan gekocht worden. Uit sommige prijslijsten blijkt al snel dat je niet over een dikke spaarrekening hoeft te beschikken om een mooi werk mee naar huis te kunnen nemen, waardoor Unfair ook voor jonge kunstverzamelaars een aantrekkelijke plek is. Door deze laagdrempeligheid, de kleinschaligheid van de beurs en het wekken van sympathie bij andere instanties zijn de drie jonge kunstenaars meer dan geslaagd in hun missie. Ontstaan uit ongenoegen over het huidige kunstklimaat, is Unfair daaraan een waardevolle toevoeging.

Niek Hendrix, SISYPHUS-(II)---SIX (2013)
Carina Hesper, VISUALLY IMPAIRED (2012)