Massa

Heleen Huisman
Paul McCarthy, BOSSY BURER (1991)

Ken je dat, dat je bij de grote gele ‘M’ (je weet wel, die fastfoodketen waarvan het logo wereldwijd bekender is dan het Christuskruis) een ongelooflijke schranspartij hebt zitten houden en dat je je daarna eigenlijk een beetje vies en misbruikt voelt? En nog veel erger natuurlijk: je wordt je ineens pijnlijk bewust van jouw insignificante deelname aan de massacultuur. Want massaal is het; waar ook ter wereld, er is altijd wel een vestiging van de Golden Arches in de buurt, waar de Coca-Cola rijkelijk vloeit en waar de pure beef patties met honderden per dag over de toonbanken gaan. In de voormalige McDonald’s aan de Grote Markt in Haarlem geeft Nieuwe Vide op passende wijze onze perverse relatie met voedsel weer in vijf videowerken. ‘Massa’ lijkt hierin steeds het sleutelwoord – met een nare bijsmaak.

In de video-installatie Tomatina / Tim van Raul Ortega Ayala (1973) bijvoorbeeld, laat de kunstenaar ons zien hoe weinig respect we in het westen nog voor eten hebben. De installatie bestaat uit twee video’s die in het gestripte restaurant tegenover elkaar te zien zijn. Een is een registratie van Tomatina: een enorm jaarlijks voedselgevecht in het Spaanse dorp Buñol, waarbij een uitzinnige mensenmassa in een uur 150.000 tomaten tot pulp smijt. De deelnemers bekogelen elkaar luid joelend met de tomatenprut die aan het eind van het festijn tot hun enkels zal reiken. Op de andere video is te zien hoe Tim Janus, een competitive eater, binnen afzienbare tijd een enorme berg hotdogs op weerzinwekkende wijze naar binnen werkt. Hij schuift de worstjes zonder brood per twee in zijn mond en doopt intussen de overgebleven broodjes in grote bekers water, om die er vervolgens achteraan te proppen. De hand van de kunstenaar is in het werk onzichtbaar. Hij spreekt geen oordeel uit, maar eigenlijk is dat hier overbodig. De combinatie van beide registraties maakt al dat ieder weldenkend mens de verspilling op de beelden niet anders dan lichtelijk beschaamd kan aanzien. 

Deze ultieme decadentie staat in schril contrast met het werk van kunstenaarsduo L.A. Raeven (1971), bestaande uit de tweelingzussen Liesbeth en Angelique Raeven. In het ontroerende werk Kelly wordt een meisje in New York gevolgd dat totaal geobsedeerd is door haar eigen massa. De geur van gebak alleen al jaagt haar schrik aan dikker te worden. Desondanks spendeert ze haar dagen met het obsessief afstruinen van de honderden traiteurs en supermarkten in de stad voor de gratis food samples. Door deze tactiek te volgen beperkt ze de overweldigende keuze aan voedsel in haar omgeving tot de kleine porties waarmee winkels je willen verleiden meer te kopen. Bovendien, redeneert ze in de voice-over, is het maar beter dat ze er niet voor hoeft te betalen, want dan hoeft ze zich minder schuldig te voelen. Als ze de buit uitstalt in haar keuken, neemt ze gekweld kleine hapjes van haar bijeengesprokkelde maaltijd. Kelly’s verhaal is weliswaar fictief, maar uit het leven gegrepen: haar personage werd door de kunstenaars samengesteld uit verhalen die zij lazen op een weblog voor mensen met een eetprobleem. 

De excessen komen tot een climax in het absurde Bossy Burger van Paul McCarthy (1945). De kunstenaar, grotesk uitgedost in een kokspak, Ronald McDonald-schoenen en een masker van Alfred E. Neuman (mascotte van het satirische tijdschrift MAD), lijkt in eerste instantie een optreden als televisiekok te gaan verzorgen. Maar bijna direct blijkt al dat zijn acties geen enkele relatie met koken of eten meer hebben. Met een reeks nutteloze, infantiele handelingen – hij staat een tijdje in een hoek van de ruimte om zijn as te tollen, of zo hard mogelijk een klapdeur tegen zijn hoofd te slaan – lijkt McCarthy te refereren aan bekende performances, zoals die van Bruce Nauman en Marina Abramovic´. Significant verschil is echter dat het in McCarthy’s werk ontbreekt aan de bittere ernst die spreekt uit deze vroege performancewerken. Sterker nog, de kunstenaar theatraliseert zijn acties tot het ridicule. Daarbij gebruikt McCarthy attributen die symbool staan voor massacultuur en consumentisme, zoals ketchup, wat inmiddels zijn handelsmerk geworden is. De kookinstructie ontaardt daardoor al snel in een volkomen idiote smeerboel van ketchup, mayonaise, stukken pijp en een kalkoenpoot; een parodie op de consumptiemaatschappij. 

Maar is de werkelijkheid dan minder absurd? Onlangs werd bekendgemaakt door de Verenigde Naties dat wereldwijd 868 miljoen mensen honger lijden, maar kennelijk vinden we het heel normaal, zelfs feestelijk, om achteloos enorme hoeveelheden voedsel op straat te gooien of in een zo kort mogelijke tijd naar binnen te stouwen. Daarover mag je je met recht wel een beetje smerig voelen. Dat er overal ter wereld wel een filiaal van de Golden Arches in de buurt is, is dan ook niet helemaal waar: van de honderdnegentien landen waar McDonald’s gevestigd is, bevinden zich er slechts drie op het Afrikaanse continent. Tegenover deze achteloosheid over ons eten staat de fixatie op ‘gezond eten’. Daarbij gaat de inmiddels gigantische dieetindustrie hand in hand met de massamedia, als promotors van het perfecte lijf en het bijbehorende perfecte leven. Beide extremen komen voort uit de overvloed, de massaliteit. Nieuwe Vide heeft de verschillende aspecten van de wijze waarop wij met voedsel omgaan treffend in de tentoonstelling verwerkt, zeker als je bedenkt dat het op de plek is waar – tot niet zo heel lang geleden – de massa zich kon voeden met nog meer massa: supersized porties patat en milkshakes. 

L.A. Raeven, KELLY (2005)
Raul Ortega Ayala, TOMATINA / TIM (2010). Courtesy: Nieuwe Vide

Lees ook: