In december komt er honderd kilo glas naar de Melkweg in Amsterdam, maar een biertje eruit drinken gaat niet: het is helemaal versplinterd. De Finse kunstenares Essi Utriainen gaat het gebruiken voor haar expositie tijdens Melkwegs nieuwste festival Nordic Gold, een driedaags programma met muziek, dans en beeldende kunst uit de Noordse landen. Op de eerste editie staat Finland centraal.
Utriainen werkt bijna altijd met glas: ‘Ik hou van glas omdat het een beetje liegt. Het glanst en schittert mooi, maar je kunt je er lelijk aan snijden. En het ziet er stevig uit, maar het is heel breekbaar.’ Op de glasblazersschool leerde ze de technische aspecten van het materiaal, op de kunstacademie van München hoe ze het op een nieuwe manier kon verwerken. Het resultaat zal in de Melkweg te zien zijn in een muursculptuur, een performance en een aantal video’s.
Bij de muursculptuur zijn glassplinters aan elkaar gesmolten in de vorm van ijskristallen die je ook op Scandinavische truien tegenkomt. Als je een sneeuwvlok onder een microscoop legt, zie je de vorm die Utriainen hier gebruikt.‘Ijskristallen zijn decoratief’ verklaart ze haar voorkeur, ‘maar ze zijn ook heel technisch, mathematisch’. Dertig kristalvormen zijn boven elkaar bevestigd zodat ze naar beneden lijken te sneeuwen, bovenaan beginnen ze in het pikzwart, vervolgens lopen ze over in grijs-, blauw- en bruintonen, om uiteindelijk wit te landen.
Utriainens idee is dat mensen net zo gradueel veranderen als de kleuren van haar sneeuwvlokken. De natuur is volgens haar ‘zo langzaam dat het haast statisch is’: bergen verschuiven en bomen groeien, maar je ziet het niet gebeuren. Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen als we te snel op verandering hopen, bijvoorbeeld wanneer we rouwen. ‘Je moet lang werken voor de diepe veranderingen’, aldus Utriainen. En als je tot microscoopniveau inzoomt op de natuur zie je hoe mooi die traagheid is.
Het langzame karakter van de natuur komt terug in de performance van Utriainen, waarin ze gedurende drie dagen 100 kilo glassplinters in de vorm van een landschap zal vegen. Het wit glinsterende gruis vormt daarbij geleidelijk een soort omgekeerd silhouet op de zwarte vloer. Wat voor landschap het zal zijn weet ze van tevoren niet, dat wordt net als in de natuur pas langzaam duidelijk.
Utriainen stelt ook weer niet altijd haar vermogen tot traagheid op de proef. Om aan het glas te komen is ze niet tot in den treure lege wijnflessen en mosterdpotjes aan het verzamelen: ‘Ik koop het gewoon’.