Jezelf vinden tussen de struisvogels

Rosan Dekker
Davood Koochaki, Z.T. (2010-2012)

Om de burgerij te beschermen tegen krankzinnigen, ontstonden in de vijftiende eeuw dolhuyzen: inrichtingen buiten de stadsmuren voor de opvang van ‘onmaatschappelijken’. Dat begrip kan ruim worden opgevat: melaatsen, zwakzinnigen, dementerenden, verslaafden, geesteszieken, hoeren of oproerkraaiers – eenieder die als ongewenst werd gezien kon naar een dolhuys worden gestuurd. Tegen betaling mochten stadsbewoners zich op de Dag des Heeren vergapen aan de opgesloten gekken.

In Museum Het Dolhuys wordt de documentaire De profeet (2004) van filmmaker Michiel van Erp vertoond. Een kermende vrouw ligt op de grond, een grote kring mensen staat om haar heen. Ze voelt zich een man, opgesloten in een vrouwenlichaam, en is naar Nigeria afgereisd om zich hiervan te laten genezen door een profeet, een duiveluitdrijver. Die schreeuwt haar toe: “You are a woman, not a man!”. Cameramannen scharen zich om haar heen, er worden microfoons bij haar mond gehouden. “Out! Out! Out!”, roept de profeet, terwijl de vrouw gilt en huilt.

De geschiedenis van het museum, dat eeuwenlang dienst heeft gedaan als dolhuys, heeft een ontnuchterende werking op mijn beleving van de documentaire. In hoeverre verschilt mijn blik – verwondering, afgrijzen, vermaak – van die van de vroegere bezoekers van het dolhuys? Ik kan mijn ongemak wegsussen door de constatering dat deze mensen in ieder geval zelf kiezen voor hun behandeling. De bewoners van de dolhuyzen hadden over hun verblijf meestal niets te zeggen. Familieleden of buren konden bij het stadsbestuur een ‘dolle’ aangeven en na goedkeuring volgde gedwongen opsluiting. De wanhoop en onmacht die sommige bewoners moeten hebben gevoeld werd onlangs nog prachtig verbeeldt in de biopic Camille Claudel 1915 (2013). Juliette Binoche speelt hierin de kunstenares Claudel, die tot aan haar dood onvrijwillig vastzat in een inrichting. Schommelend tussen ontroostbaar verdriet en kalme berusting toont Binoche hoe Claudel omgaat met het ontbreken van keuzevrijheid.

Het is een mooi contrast met de werken die te zien zijn in de tentoonstelling Van God los? Je geest in balans. Het Dolhuys wil met deze expositie een actueel beeld geven van de diverse manieren waarop tegenwoordig met psychische gezondheid wordt omgegaan, en koppelt dat aan spiritualiteit en godsdienst. Voor welke behandelmethodes kiezen we, nu we de vrijheid hebben? De informatieborden in de expositiezaal wijzen de bezoeker erop dat 80 tot 95 procent van de patiënten de reguliere geneeskunde combineert met aanvullende of alternatieve geneeswijzen. Deze informatie lijkt gebaseerd te zijn op een enquête uit 1998 – actueel is hier dus een rekbaar begrip. Niettemin is het een interessant gegeven, dat mooi naar voren komt in de verschillende werken die voor de tentoonstelling bijeen zijn gebracht.

Opvallend zijn de fijne grafiettekeningen van de Iraanse Davood Koochaki, die onlangs zijn aangekocht door Het Dolhuys. In Z.T. (2010-2012) heeft hij misvormde, geïsoleerde wezens op papier gezet. Opgegroeid onder moeilijke omstandigheden, begint Koochaki op oudere leeftijd te tekenen. Door de demonen in zijn hoofd op papier te zetten probeert hij ze kwijt te raken. Het zijn broeierige, beklemmende beelden, die een intiem kijkje bieden in Koochaki’s psyche. 

Het werk sluit goed aan bij de ontroerende film Ontheemde Zielen (1995) die verderop in de zaal te zien is. Filmmaker Meral Üslü portretteert hierin drie schizofrene patiënten die proberen om te gaan met hun ziekte. Een van hen is de Turkse Fadime. Voortdurend hoort ze stemmen in haar hoofd. Djinns noemt Fadime ze – onzichtbare wezens, zoals beschreven in de Koran, die bezit kunnen nemen van mensen. Fadime sprong van een balkon om van ze af te komen, maar de djinns bleven. In 2013 zoekt Üslü haar weer op, Fadime woont dan in een instelling voor beschermd wonen. De djinns in haar hoofd zitten er nog steeds. Voorlezing uit de Koran zorgt ervoor dat de stemmen eventjes stil zijn; dan zien we haar gezicht ontspannen en lijkt ze voor een moment te kunnen ontsnappen aan haar demonen. Een korte vlucht uit haar dagelijkse realiteit, een manier om de ziekte draagbaar te maken.

De tentoonstelling eindigt met een videoinstallatie van Melanie Bonajo. In een kleine, halfdonkere kamer, gevuld met strobalen, wordt haar video Manimal (2012) vertoond. We zien boerderijstallen. Mannen in pakken staan, liggen en kruipen tussen de dieren. Ze aaien cavia’s, knuffelen geiten en zitten kalm tussen de struisvogels. Er klinkt lome, zoetgevooisde muziek. Het informatiebordje omschrijft de geportretteerde mannen als ‘managers die de verbinding met zichzelf en hun omgeving proberen te herstellen’. De zakenman, als symbool voor iemand die niet in contact staat met zijn gevoelsleven, tegenover de dieren die hun ons gevangen leven leiden. Hoewel het een wat makkelijk contrast is, pakt het subtiel uit. De film laat zien hoe de mannen aandachtig en behoedzaam toenadering zoeken tot de dieren. De presentatie lijkt de mannen oprecht eer aan te willen doen. De lieflijke muziek en de met stro bezaaide vloer in het kamertje maken cynisme hier ongepast. De installatie nodigt uit om zelf ook even te gaan liggen – het is niet erg, doe het maar.

Met Van God los? Je geest in balans biedt Het Dolhuys de bezoeker een gevarieerde en toegankelijke tentoonstelling. Zonder dat het een onsamenhangend geheel wordt, belicht de tentoonstelling het thema van meerdere kanten. Er is ruimte voor aangrijpende, heftige portretten, maar ook voor lichter, absurdistisch werk. Video’s, foto’s, tekeningen en installaties geven inzicht in de verschillende manieren waarop mensen hun psychische problemen trachten op te lossen en laten zien hoe bepalend culturele of religieuze achtergrond daarbij kan zijn. Vallen we terug op eeuwenoude rituelen of gaan we op zoek naar nieuwe behandelingen en medicijnen?

Melanie Bonajo, MANIMAL (2012)