I can be my own superhero

Rosa Juno Streekstra
Sandra Vasquez de la Horra, MUURINSTALLATIE, foto Harry Heuts

Het komt niet vaak voor dat je enthousiast als een kind door een tentoonstelling loopt. Kijk daar! Het overkwam mij onlangs in het Bonnefantenmuseum bij het zien van de figuratieve potloodtekeningen van de Chileense Sandra Vásquez de la Horra (1969). Toegegeven, een eerste snelle blik over de muren en in de ruimtes deed me ietwat zorgelijk afvragen of hier niet teveel tekeningen tentoongesteld waren, toch zeker ver in de honderd. Maar het was niet moeilijk om al snel op te gaan in de gedachtewereld, dromen en nachtmerries van deze kunstenaar.

De laatste jaren krijgt het werk van de in Düsseldorf woonachtige Vásquez de la Horra steeds meer bekendheid. Na tentoonstellingen in verschillende galeries, wordt haar werk nu voor het eerst in een grote museumpresentatie getoond. Haar zwart-wit tekeningen zijn klein en kwetsbaar, maar tevens direct en sterk. Vrijwel altijd bewoont een (menselijk) figuur het papier, die, zonder ondersteunende achtergrond, geheel op zichzelf is aangewezen. Dunne, vloeiende lijnen en niet betekend papier contrasteren met donker ingekleurde delen. Veel werken doen stilistisch kinderlijk of primitief aan, terwijl de toeschouwer ook geconfronteerd wordt met religieuze, seksuele of soms aardig angstaanjagende voorstellingen. Ik zie twee chagrijnige kabouters. Uitdagend poserende vrouwen. Mannetjes in spastische houdingen, ongegeneerd plassend of met pijlen doorzeefd en vastgepind aan een boom. Ik zie veel doodshoofden en een vrouwenjurk omringd door hoog vuur. En telkens die hulpeloze figuren die met bengelende armen en benen over een ander heen hangen. Daartegenover is het werk ook zo nu en dan ironisch, met name door de tekstuele toevoegingen bij een aantal tekeningen, zoals ‘I can be my own superhero’.

Het is in eerste instantie lastig om te ontdekken wat het eigene aan Vásquez de la Horra’s gelaagde oeuvre is. Haar stijl kent veel variatie, van stripachtig illustratief tot gedetailleerd en uitgewerkt. Ook de inhoudelijke en kunsthistorische referenties zijn talloos, en wellicht te zeer aanwezig. Het is met name de atmosfeer van Francesco Goya’s bekende Caprichos etsen die zij oproept, maar ook Odilon Redon, Edvard Munch en Louise Bourgeois zijn duidelijke invloeden. Toch bezitten haar tekeningen een eigen signatuur. Dit komt mede doordat ze allemaal op eenzelfde bijzondere manier worden afgewerkt. Het papier wordt in een bad van vloeibare was gedoopt, zodat de potloodlijnen een zachte, vettige uitstraling krijgen. In een begeleidende tekst schrijft Jonas Storsve dat de extra huid de tekening ‘(…) als het ware in een andere tijd transponeert.’ Paradoxaal is dat het werk juist ook heel ‘hedendaags’ is. Niet het verre verleden, maar recente politieke gebeurtenissen blijken een op de achtergrond aanwezig thema te zijn, dat voortkomt uit de persoonlijke ervaringen van de kunstenaar tijdens het regime van Augusto Pinochet in Chili.

Kleine, ingetogen tekeningen kunnen gelukkig ook een sterke indruk achterlaten in een cultuur van schreeuwerige beelden. De verstilde tentoonstelling in het Bonnefantenmuseum is namelijk prachtig. En dat komt niet alleen door de kracht en het vervreemdende aspect van de tekeningen, maar ook door de wijze waarop de kunstenaar ze presenteert. Hoewel een aantal tekeningen ingelijst en in kleine groepen naast elkaar is opgehangen, wordt de aandacht vooral getrokken door de meerdere grote muurinstallaties bestaande uit soms wel tientallen aaneengesloten tekeningen van verschillende formaten. De vellen papier, variërend van crèmekleurig tot vaal geel en zelfs oranje, gaan sierlijk als lange golfbewegingen op en neer, vormen open cirkels of dichte, uitwaaierende clusters. Je wordt uitgenodigd de blik langzaam horizontaal, verticaal en in de rondte over de muur te laten glijden. De uitdaging is om een verband te leggen tussen de vele personages in deze ongrijpbare verhalen. Wie zou bijvoorbeeld ‘la zorra manca’ precies zijn? En is er een relatie met de clown naast haar?

Je ziet tegenwoordig vaker dergelijke installaties waarbij de muren rommelig zijn volgehangen met vluchtige hersenspinsels en associaties van de kunstenaar. Vásquez de la Horra’s installaties daarentegen worden gekenmerkt door aandacht. Ze treedt telkens op als curator of redacteur van haar eigen werk. De meeste muurinstallaties bestaan immers tijdens elke presentatie uit andere combinaties. Binnen de narratieve groepen weet ze de bezoeker sterke, weloverwogen visuele combinaties en tegenstellingen te tonen. Zo roept een figuur dat is opgehangen aan een van zijn benen een vergelijking op met het mannetje dat in de top van dezelfde tekeningengroep ondersteboven aan de touwen van een schommel hangt. En veel wezens wijzen naar elkaar, ze staan gebogen op handen en voeten of duiken schuin over het papier. Door dit lijnenspel lopen de tekeningen nu eens mooi in elkaar over, dan weer botsen ze juist heftig.

De tentoonstelling is als een spannend boek, dat je steeds opnieuw wilt lezen om nieuwe nuances te ontdekken. Of zal dat na een tijd toch gaan vervelen? Ik ben benieuwd hoe Vásquez de la Horra’s verhaal zich na dit retrospectief verder ontwikkelt.

SANDRA VASQUEZ DE LA HORRA

t/m 24 oktober
Bonnefantemuseum
Avenue Ceramique 250, Maastricht

Sandra Vasquez de la Horra, overzicht tentoonstelling, foto Harry Heuts
Sandra Vasquez de la Horra, MR RECHT TALKING ABOUT THE DIABLO (2008), courtesy David Nolan Gallery