Is het tijd voor individuele verhalen?

Milou van Oene
Out of Storage: zaaloverzicht van de begane grond

De voorspellingen voor de toekomst van de kunst- en cultuursector zijn apocalyptisch. Inderdaad, er zal veel veranderen wanneer belangrijke kweekvijvers wegvallen. Wanneer alle aandacht uitgaat naar de bezoekersmagneten en erfgoedhoeders in de grote steden. Echter, op ruïnes groeien bloemen en uit as rijst de felgekleurde feniks op. Bezuinigingen betekenen niet per definitie het einde van een mooi tijdperk, zij dwingen vooral een moment van herbezinning af. En dan vraag ik mij af: hoe nu verder?

Belangrijk is te focussen op wat kan blijven bestaan en niet enkel op dat wat dreigt te verdwijnen. Oftewel, wat werkt voor wie? Wanneer instellingen afstand doen van hun eigen territorium en er gezocht wordt naar nieuwe plekken en samenwerkingsverbanden ontstaan wonderlijke projecten. Museum Boijmans Van Beuningen bezet dit jaar bijvoorbeeld al voor de tweede zomer op rij de Onderzeebootloods in het Rotterdamse havengebied. Maar ook de periferie verrast. Zo is in Maastricht is nu de tentoonstelling Out of Storage te zien. Guus Beumer, directeur van Marres en curator van het Nederlandse Paviljoen op de Biënnale van Venetië, is een samenwerking aangegaan met Hilde Teerlinck, directrice van het FRAC Nord-Pas de Calais. Het FRAC maakt gretig gebruik van extra muros presentatiemogelijkheden nu het in afwachting is van het nieuwe gebouw in Duinkerken. En omdat Maastricht in 2018 tot Culturele Hoofdstad van Europa uitgeroepen wil worden, zet zij haar beste beentje voor.

Tot en met 18 december zullen circa 350 bruiklenen met internationale allure uit de collectie van het FRAC te zien zijn in de Timmerfabriek. Dit monumentale pand stond al enige tijd leeg, in afwachting van een bestemmingsplan. Beumer zag zijn kans schoon toen besloten werd dat het gebouw op korte termijn omgetoverd zal worden tot cultureel centrum voor de podiumkunsten. Beeldende kunst wordt er dan niet meer getoond en dat verleent Out of Storage een zekere exclusiviteit. Al die factoren bij elkaar opgeteld is de tentoonstelling een bijzonder geslaagde samenloop van omstandigheden te noemen.

Bij de toiletten staan de kasten van de arbeiders nog gebroederlijk naast elkaar en bij de video van Paul McCarthy ruikt het naar vocht. De deuren naar buiten staan open en vaak stroomt het zonlicht ongefilterd naar binnen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat alleen kunstwerken zonder bijzondere klimatologische eisen de eindstreep hebben gehaald. Copy Right (Colored version) uit 2007 van het Scandinavische kunstenaarscollectief Superflex staat opgesteld in een monumentale zaal met bovenlicht. Kleinere kabinetten herbergen veelal werken op papier, zoals een weerslag van het doorgaans vluchtige werk van On Kawara. Het omvat een tweetal schilderijen met enkel twee opeenvolgende data in 1994 en een krant als bewijsstuk van het bestaan van die dagen.

De video-installatie Respect (2003) van Erik van Lieshout heeft een onafwendbare aantrekkingskracht. In de film gaat Van Lieshout op zoek naar een vriendje voor zijn homofiele broer, maar in plaats daarvan worden de twee opgenomen in een groep Marokkaanse jongeren. Door zichzelf in te lijven en middenin een pijnlijke of problematische situatie te staan, laat de kunstenaar juist het leven van een ander zien. De weidsheid van de zaal geeft de installatie ruimte om te ademen en te imponeren. Ook Fundamentality VI (2009) van Marc Bijl zou je in een white cube niet op dezelfde manier aanvliegen. De stelling ‘No form is inherently superior or inferior’ knalt van de ruwe muur, via de spiegel, zo in je gezicht. Het geeft stof tot nadenken, onderweg naar de bovenverdieping. Daar hypnotiseert Blue Sail (1965) van Hans Haacke met kalme herhalende golfbewegingen.

Niet vaak was het zo makkelijk om van kunst te houden als nu in Maastricht. Bij Out of Storage is het enkel de persoonlijke associatie die telt. Als bezoeker wordt je hier geen boek voorgelezen, je schrijft er zelf één. Dat is bevrijdend en heerlijk, zeker in een ruimte met zoveel licht en lucht als deze. De schitterende afwezigheid van een discursieve laag maakt deze tentoonstelling tot een bijna meditatieve ervaring. Zeker in een tijd gekleurd door politieke uitdaging is het zeer waardevol geïnspireerd te raken door kunst die ruimte laat voor vrije interpretatie.

Erik van Lieshout, RESPECT (2003)
Marc Bijl, FUNDAMENTALITY VI (2009)
Hans Haacke, BLUE SAIL (1965)