Het gebied tussen kunst en vormgeving: Geoff McFetridge

Erik van Tuijn
Geoff McFetridge, YEAH & YES

Eindhoven is voor velen PSV, Philips, Theo Maassen en voor cultuurkenners kan daar het Van Abbemuseum nog aan toegevoegd worden. De stad wordt, vanwege haar grote hoeveelheid na-oorlogse fabrieks- en kantoorgebouwen vaak laatdunkend omschreven als DDR-stad. Jaren lang leken zo’n beetje alle gebouwen ouder dan vijftig jaar uit principe rijp voor de sloop, om zonder blikken of blozen vervangen te worden door weer een blokkendoos van glas en beton. Deze al dan niet gepaste vernieuwingsdrift heeft ervoor gezorgd dat Eindhoven altijd in beweging is geweest, en nooit ‘af’ heeft gevoeld. Er is veel loze ruimte en er zijn veel overgangsgebieden; niet uitgekristalliseerde plannen, verlaten fabrieksgebouwen en bouwplaatsen. Er wordt de laatste jaren hard gewerkt om dat te veranderen, maar de plekken zijn er nog steeds. Deze grijze gebieden worden sinds jaar en dag geclaimd door een levendige undergroundcultuur: Eindhoven heeft een rockscene met een heel eigen geluid (denk aan Peter Pan Speedrock), veel skaters (op het stadhuisplein), stickeraars (overal eigenlijk), grafisch ontwerpers (op de Design Academy) en jonge kunstenaars (De Fabriek, TAC).

Het was in deze omgeving dat bijna tien jaar geleden MU (Japans voor synergie of de meerwaarde die ontstaat door het samenvoegen van verschillende elementen) werd opgericht. Trouw aan haar omgeving put zij inspiratie uit design, techniek en architectuur, waarbij de (pop)cultuur als voedingsbodem geldt. De praktische insteek van het instituut heeft er bij veel tentoonstellingen voor gezorgd dat barrières tussen gebieden als beeldende kunst, design en architectuur geslecht werden, door simpelweg niet te hard te hameren op de verschillen tussen de disciplines, maar door gewoon aan het werk te gaan en het resultaat voor zich te laten spreken.

Momenteel is bij MU de overzichtstentoonstelling Bend the Void van de Canadees/Californische vormgever Geoff McFetridge te zien. McFetridge werd in eigen land bekend dankzij de vormgeving van het magazine Grand Royal (spreekbuis van de Beastie Boys), videoclips voor The Avalanches en Simian en zijn werk aan de titelsequenties voor films als Adaptation en Sofia Coppola’s The Virgin Suicides.

McFetridges werk kenmerkt zich door het gebruik van heldere simpele lijnen in zijn tekeningen, afgewisseld met harde kleurvlakken in zwart, rood, blauw, groen of oranje. Bepaalde motieven keren regelmatig terug in zijn werk: yeti’s (of hun voetstappen of tanden), muziekinstrumenten (trompetten, piano’s), walvissen, skaten en surfen, om er een paar te noemen. McFetridge put voor zijn inspiratie vaak uit zijn oude schetsboeken met afgekeurd materiaal voor commerciële opdrachten, een soort copy-pasting van zijn eigen werk. De oorspronkelijke commerciële betekenis vervangt hij door persoonlijke betekenissen, die zich beeldmerk na tekening na slogan na animatie aaneenrijgen tot een persoonlijk verhaal. Humor en vervreemding spelen zowel in zijn commerciële als vrije werk een centrale rol: ‘Humor is the most solid form of content. Humor travels fast and easily’ zegt hij zelf. Bij Bend The Void wordt duidelijk dat deze humor met name in zijn vrije werk iets onwapenends, soms tragisch of melancholisch heeft.

Toch is de uitstraling van de tentoonstelling als geheel alles behalve verstild. Wie dacht vitrines met affiches, tijdschriftcovers, platenhoezen en netjes uitgestalde limited edition Nike sportschoenen te zien te krijgen heeft het mis, al zijn er wel enkele vitrines te vinden. De meeste aandacht wordt opgeëist door de speciaal voor de tentoonstelling gemaakte hybride installatie die MU in tweeën deelt. McFetridge dook in Eindhoven een grafisch atelier in om grote hoeveelheden zeefdrukken te maken op een gigantische rol papier die hij dwars door de tentoonstellingsruimte opstelde (wat er nog over is ligt in een grote prop op de grond). De iconische tekeningen, dichterlijke slogans en grote kleurvlakken die hij erop aanbracht domineren de ruimte al direct bij binnenkomst. De barrière dient door de bezoeker geslecht te worden: ergens in de wand zit een deurtje verstopt dat door een gangetje met walvissenbehang leidt naar een geheime kamer, die op zijn beurt doorgang biedt naar de andere zijde van de tentoonstelling. Het resultaat is een gevoel van avontuur en verwondering dat doet denken aan Alice die door de spiegel stapt. Ook het object zelf blijft een bron van verwondering: het is beeld en drager tegelijk, is zowel billboard als tekening, heeft muren en een kamer maar is desondanks geen gebouw, zou installatiekunst kunnen zijn, maar ook een onderdeel van de tentoonstellingsvormgeving.

Ondertussen blijft McFetridges stijl als ontwerper zowel op meta- als microniveau duidelijk herkenbaar. Visueel is er geen wezenlijk verschil tussen zijn vrije werk en zijn commerciële werk. Hij geeft zelf ook toe voor beide soorten werk dezelfde strategieën te gebruiken, waardoor een zeefdruk van zijn hand eruit kan zien als een affiche of beeldmerk, en een videoclip er hetzelfde uit kan zien als een van zijn vrije animaties. Het grote verschil zit uiteindelijk in de vrijheid die hij zich permitteert in het combineren van oude en nieuwe ideeën (die zowel commercieel als persoonlijk kunnen zijn) en de boodschap die hij over wil brengen. McFetridge vertelt in MU een groot driedimensionaal verhaal over zijn eigen fascinaties en gedachten, waarbij hij gebruik maakt van zijn bestaande visuele repertoire. Het eindresultaat van zijn formele combinaties en persoonlijke associaties is moeilijk definieerbaar. Het lijkt alsof McFetridge zich beseft heeft dat het grensgebied van kunst en vormgeving ook een gebied op zichzelf is, waar tussen beide zijden van de scheidingswand toch nog plaats blijkt te zijn voor een eigen kamer.

BEND THE VOID. THE SPACE BETWEEN YEAH AND YES
Geoff McFetridge
t/m 5 augustus 2007

MU
Emmasingel 20, Eindhoven
www.mu.nl