Het bijzondere van het gewone

Ineke Schwartz

Op dit moment spelen de interessantste dingen op het gebied van de beeldende kunst zich vaak niet in galeries en tentoonstellings-ruimtes af. Internet, tijdschriften, video, televisie, het uitgaansleven en de straat zijn voor veel heden-daagse kunstenaars vruchtbaarder plekken om activiteiten te ontplooien dan de steriele, witte ruimtes van hetkunstcircuit.

Toch hebben die witte ruimtes nog wel degelijk een functie. Wat moeten succesvolle fotografen als Martine Stig, Vivianne Sassen en Joke Robaard anders in kunstcentrum Begane Grond in Utrecht? Stig maakt furore als eigenzinnig documentair fotograaf die op basis van sterk persoonlijke ideeën werkt, Vivianne Sassen door opvallend betekenisvolle modefoto's en Joke Robaard door het verzorgen van alle fotografie voor het designermodelabel SO van Alexander van Slobbe.

Julika Rudelius, de vierde exposant, studeert nog aan de Rijksakademie. Wat Begane Grond hen te bieden heeft, is de aloude mogelijkheid van optimale vrijheid voor de kunstenaar en concentratie van de kijker. In feite een test om te zien of hun beelden ook los van elke opdracht of context (behalve natuurlijk die van de kunst) algemene zeggingskracht hebben. Dat ze met zo'n tentoonstelling slechts een klein en selectief publiek bereiken, hindert niet; meer mensen bereiken ze al via andere media.

Als richtlijn gaf tentoonstellingsmaker Miklos Beyer hen het scenario Deep Flat‚ mee, een verhaal waarin een epilepticus zich afvraagt hoe in deze tijd van Internet, tijdschriften, video en tv, ‘verheven' kunst als de klassieke Griekse en Romeinse eruit zou kunnen zien. Hij concludeert dat hijzelf, met zijn ongecontroleerde, spastische bewegingen, wel eens het antwoord op die vraag zou kunnen zijn. Vrij vertaald komt dat neer op het volgende: hoe maak je in deze tijd van visuele media een metaforisch beeld dat op zich ook nog standhoudt? Door aandacht te hebben voor het bijzondere van wat gewoon lijkt? Maar wat is dat ‘gewone' dan?

Bij Stig is dat de alledaagse werkelijkheid, waaruit zij selecteert. In twee stappen zoomt zij in op een meisje op straat, doodgewoon maar fascinerend met haar blond krullende haar, seventies-jas en een tikje wantrouwige blik. Dit gezichtje uit duizenden laat je niet meer los. De fotograaf speelt hier een klassieke, documentaire rol: zij kiest het moment en de compositie, die het alledaagse betekenis geven.

Bij Robaard en Sassen is de realiteit geënsceneerd. Sassen maakte twee tableaux-vivants; een met vier truttig geklede vrouwen die al wol opwindend uit het raam staren en een waarop een meisje in witte (trouw?)jurk een jongen een boeket aanreikt. De beelden suggereren een rijkdom aan betekenis, maar zijn op zich niet meer dan clichés in een perfecte styling. Voor een modefoto is dat prima, maar meer is het dan ook niet. Dat de enscenering van Robaard wel stand houdt in de tentoonstellingszaal komt doordat zij de draak steekt met haar eigen clichés. Op twee foto's en een video groept een clubje jongens en meisjes rond een naaktmodel. Maar in plaats van stil te zitten, zoals op de schilderijen waar deze compositie van is afgeleid, rekt en strekt het model zich, en wanneer ze wel stilzit, knagen de omstanders op appels waarvan ze de klokhuizen met een zwaai uit het kader gooien. Het maakt de opnames dynamisch en informeel, een grappige en intrigerende verstoring van een serieuze, klassieke harmonie. Dat zijn de bijzondere aspecten van Robaards realiteit.

Maar de grootste verrassing komt nog: een video van Rudelius. Een groep studenten zit stil in een klas. Het beeld lijkt gefixeerd maar is het niet, want de geluidsband loopt gewoon door. Op den duur zie je ook beweging; af en toe een handgebaar, een knipperend oog, een verschuiving van een hoofd. Het gebeurt meestal net buiten je directe blikveld, maar het dwingt je tot kijken, en nog beter kijken. Heel gewoon, heel bijzonder. Te veel van alles, lijkt Rudelius te zeggen, lijkt je blik af te stompen. Maar let op: er is wel degelijk iets te zien. Als je goed kijkt, tenminste.

DEEP FLAT, foto- en videowerk van Joke Robaard, Julika Rudelius, Vivianne Sassen en Martine Stig, concept: Miklós Beyer, vormgeving Thomas Buxó, t/m 26 november

Begane Grond, Lange Nieuwstraat 2, Utrecht