Global Positions I: Made in Commons is de eerste van vier presentaties in het kader van het driejarige project Global Collaborations, dat de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst belicht vanuit mondiaal perspectief. Voor deze tentoonstelling van tien Nederlandse en Indonesische kunstenaars werkte SMBA samen met het Indonesische KUNCI Cultural Studies Center. Made in Commons gaat in op gemeenschap, auteurschap eneigendom. Een televisiescherm toont een blik op Story booth, van het in Yogyakarta gevestigde Papermoon Puppet Theater. In een smalle ruimte, net naast de ingang, zitten twee levensgrote poppen in stoelen. Bezoekers worden uitgenodigd om met de poppen een scène te creëren, die op foto wordt vastgelegd en daarna eventueel opgehangen. Is dit niet een beetje kinderachtig? vraag ik me af. Wanneer ik de foto’s bekijk, verdwijnt mijn scepsis. Veel bezoekers hebben hun schroom laten varen: de een wringt de poppen in aanstootgevende poses, en een ander neemt ze juist in een liefdevolle omhelzing. Het doet me denken aan de verschillende manieren waarop we met ouderen omgaan, in westerse landen is het ongebruikelijk om ouders en grootouders in huis te nemen, terwijl in Afrikaanse en Aziatische culturen opa’s en oma’s juist aanzien genieten als ‘familie-oudsten’. Het blootleggen van deze culturele verschillen is echter niet het uitgangspunt van Story booth, dat draait om het delen van ‘je verhaal’ en een ‘decentralisatie van geschiedschrijving’.
Proyek barang bereng (The common goods project) is een in het oog springende installatie. Aan een muur hangt een allegaartje aan spullen: huishoudelijke apparaten, kleding, foto’s, diploma’s… Het werk verwijst naar een oude traditie in het Indonesische industriestadje Jatiwangi waar het dorpshoofd zijn huis liet ‘leegroven’ door bewoners, ter illustratie van het idee van gemeenschappelijk bezit. Jatiwangi Art Factory (JAF) stak dit oude gebruik in een nieuw jasje met een pasar kaget, een markt waarbij inwoners van Jatiwangi gratis spullen meenamen. Na afloop gingen de kunstenaars van JAF bij deze mensen langs en namen op hun beurt een waardevol object mee. Niet iedereen ging akkoord met deze ruilhandel: blijkbaar zijn de ideeën over gemeenschappelijk bezit in de loop der tijd veranderd. Proyek barang bereng wekt nieuwsgierigheid naar de oorspronkelijke eigenaars en naar de objecten waarmee is geruild. De installatie roept ook vragen op: Wat zou ik hier voor over hebben? Zou ik bereid zijn dit af te staan? Een interessant project dat oude opvattingen over (gemeenschappelijk) bezit op de proef stelt.
Merah, puti, membiru (Red, white, turning blue) van Tita Salina en Irwan Ahmett bestaat uit een wit canvas, verdeeld in de drie vlakken van de Nederlandse vlag. Het blauwe vlak, dat op de grond hangt, is zodanig behandeld dat de voetstappen van de bezoekers het zijn kleur geven. Het rode vlak krijgt zijn kleur van een videoprojectie die de praktijk van kerokan ofwel munttherapie laat zien, waarbij een munt langdurig over de huid wordt gewreven. Volgens oud Indonesisch gebruik was de Nederlandse gulden het meest effectief voor de veronderstelde genezende werking van ziektes. Tussen de pijnlijk ogende rode huid en de blauwe voetstappen hangt het witte vlak, smetteloos en puur. De kunstenaars verwijzen hiermee naar een incident uit 1945, toen een groep Indonesiërs het blauw van de Nederlandse vlag scheurden uit onvrede met het weigeren van de Nederlandse regering om de Indonesische onafhankelijkheid te erkennen. Salina en Ahmett zijn opvallend genoeg de enigen die nadrukkelijk de koloniale geschiedenis van Indonesië aanhalen, en doen dat op effectieve wijze.
Volgens de zaaltekst vat de tentoonstelling “de verlangens samen naar een gemeenschappelijke en toegankelijke verdeling van middelen, als alternatief op het marktdenken.” Tegenover tot de verbeelding sprekende installaties als Story booth en Proyek barang bereng, waarin delen en gemeenschap centraal staan, staat 7 Nights van Vincent Vulsma: zeven ‘matrassen’ met inkepingen, die het slaappatroon van een SMBA-medewerker verbeelden. De begeleidende tekst meldt dat het werk is gebaseerd op uitgebreid onderzoek naar de productie van latex, maar dat is niet terug te zien. Het afstandelijke, naar binnen gekeerde werk lijkt op geen enkele manier verband te houden met de rest van de tentoonstelling. Een misser.
Ook Biography of authenticity: the artist’s signature van Wok the Rock valt tegen. Tientallen authenticiteitscertificaten liggen tentoongesteld op houten planken: deze werden naar geïnteresseerden opgestuurd, samen met het bewijs van (gedeelde) eigendom van een kunstwerk. Het kunstwerk zelf – eveneens tentoongesteld – is een uitnodiging voor een tentoonstelling, gesigneerd door de Japanse kunstenaar Yasumasa Morimura. Volgens de begeleidende tekst verwijst het werk naar het ‘speculatieve karakter van intellectueel eigendom’, maar dat lijkt me te veel eer voor zoiets ongeïnspireerds.
Made in Commons heeft alle goede bedoelingen maar slaagt helaas niet helemaal in haar opzet. Na het bekijken van de werken ben ik niet veel wijzer geworden over de alternatieven voor marktdenken, behalve dan het aloude concept van ruilhandel. Het idee van commons– goederen en grondstoffen in handen van een gemeenschap – is te veel losgelaten. Het is te hopen dat we met de komende drie tentoonstellingen meer greep op deze materie krijgen.