Groots eerbetoon aan de schilderkunst

Rob Perrée
William Monk, FAR OUT 1 (2013)

De presentatie van een kunstwerk heeft invloed op de waardering. Soms kiest een kunstenaar er bewust voor om met zijn manier van presenteren iets toe te voegen aan zijn werk. Die ervaring had ik onlangs toen ik de meest recente solotentoonstelling van William Monk zag. Bij het betreden van de galerie werd ik in een afgescheiden ruimte opgevangen en onmiddellijk ingesloten door drie grote doeken. Vrijwel identieke vergezichten, verbeeldingen van kale einders. Ik kreeg het gevoel in een soort sereen voorportaal te zijn terechtgekomen, een voorbode van een ruimte met kerkelijke aspiraties. Toen ik de galerie weer verliet, moest ik toegeven dat die eerste indruk minder onzinnig was dan ze misschien voor een buitenstaander klinkt. De veel grotere achterruimte was weliswaar geen eerbetoon aan een goddelijk figuur – ik heb Monk niet kunnen betrappen op een religieuze
achtergrond – maar wel een groots eerbetoon aan de schilderkunst.

William Monk is een Engelse kunstenaar die na een bachelor op Kingston University werd toegelaten tot De Ateliers in Amsterdam. In 2005 wint hij de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst. Het Fries Museum volgt het jaar daarop. Een carrièrestart waar menig collega jaloers op zou zijn. Ook deze nieuwe tentoonstelling bewijst weer dat Monk een kunstenaar is die alleszins de moeite waard is om te blijven volgen.

De meestal grote doeken van Monk lijken een speelveld voor de schilderliefhebber. Met een enorm gevoel voor detail legt hij laag over laag. Tijdens het proces geeft hij toe aan invallen, waardoor zijn beeldtaal steeds rijker en ingenieuzer wordt. Een boomstam – zoals in Paravent (La Honda) (2013) –  is voor hem veel meer dan een boomstam. Het is een verzameling van vormen en kleuren die uiteindelijk de suggestie van een boom wekken. De omgeving is geen groen bos, maar een vlekkenpalet waarin de kleurvariaties eindeloos lijken en dat de bomen moeiteloos naar voren duwt, zodat er een mysterieuze ruimte ontstaat. Zijn Furthur!! (2013) is een bruine weg die door een rijk geschakeerde, minutieus ingevulde, maar cryptische omgeving naar een kleurige wolk leidt. Iedere verfstreek lijkt te tellen. Iedere variatie in kleur lijkt bewust gekozen, zonder dat het waarom daarvan zich aan je opdringt. Bij een aantal werken kiest hij voor een bovenaanzicht. Een bevroren Google Maps-aanzicht dat weigert scherp te worden, en daardoor in het midden laat wat je precies ziet. Tevens wordt de kleurwerkelijkheid op een glorieuze wijze geweld aangedaan.

Zijn manier van schilderen doet denken aan een vroege Peter Doig of aan Daniel Richter, maar bij die kunstenaars was het, hoe gefragmenteerd de voorstelling ook was, altijd duidelijk wat het uiteindelijke beeld voorstelde. Monk verschaft die duidelijkheid niet. In interviews beweert hij dat een heldere inhoud er niet toe doet:
“This is how I make my paintings: putting paint down and then finding something. I camouflage the content of my paintings. I want to be cryptic.”

Toch noemt hij wel uit zichzelf bronnen en geven zijn suggestieve titels aanwijzingen die in al hun vaagheid
verwijzen naar een bepaalde inhoud. De namen van Jim Morrison (van The Doors), Francis Bacon, Ken Kesey (van
One Flew Over the Cuckoo’s Nest) duiken op. Allen veelgebruikers die de realiteit vertaalden in een surrealiteit, die de behoefte hadden uit het nu te vluchten op zoek naar een utopische wereld, naar een wereld waarin ze
zich prettiger waanden. Natuurlijk is het gevaarlijk en discutabel om de biografie van een kunstenaar te koppelen aan zijn werk, zeker als dat werk zo duidelijk de nadruk legt op het werkproces en op het medium dat dat proces tot een uitdaging maakt, maar is één van de schilderijen niet een MRI-scanachtig zelfportret? Geeft een aantal doeken niet duidelijk een blik in de verte? Een blik die, omdat hij zich niet aan de werkelijkheid houdt, verwijst naar een kleurige toekomst? Hoezo geen inhoud? Is het niet aannemelijk dat Monk alleen de inhoud wegrelativeert, omdat hij wil dat de kijker zich focust op de manier waarop hij schildert? Daar zit immers zijn grote kracht. Daarmee brengt hij zijn ode aan de kunst. Daarom geeft hij zijn presentatie de symbolische, op kerkarchitectuur geïnspireerde vorm. Alleen daarom.

William Monk, FURTHUR! (2011)