Fingerspitzengefühl

Laura Mudde
Kianoosh Motallebi, REALITY HAS A NAME (2012), (still)

De Rijksakademie is bij uitstek de plek voor kunstzinnig onderzoek. Interessant hierbij is dat kunstenaars steeds vaker in gesprek gaan met experts uit andere disciplines. Dergelijke initiatieven worden door de Rijksakademie momenteel bevorderd. Een visie bezegeld door een partnerschap met onder andere Philips, het KNAW en TNO. Kunstenaars worden gezien als aanjagers van innovatie en een nauwere samenwerking met technische experts uit andere vakgebieden moet leiden tot nieuwe mogelijkheden. Veelbelovend die samenwerking tussen kunst en wetenschap! Maar hoe ziet een dergelijke combinatie eruit? En gaat het wel primair om innovatie?

Kianoosh Motallebi (1982) is één van de kunstenaars die als voorbeeld wordt gegeven voor het ‘nieuwe werken’. De projecten van Motallebi vertrekken veelal vanuit theorieën en vraagstukken die afkomstig zijn uit de exacte wetenschappen. Zijn werk gaat in op de relatie tussen de theoretische verklaringen van de wereld om ons heen en onze zintuiglijke ervaring hiervan. Een voorbeeld is Terrestrial Ball uit 2011: een klein en teer balletje gemaakt van de vierennegentig elementen die natuurlijkerwijze op aarde voorkomen. Het is wonderbaarlijk om te zien dat dit kleine balletje al deze elementen representeert.

Tijdens RijksakademieOPEN is Motallebi’s recente videowerk Reality Has a Name te zien. Dit werk refereert aan de natuurkunde en neemt de recente ontdekking van het Higgs-deeltje als startpunt. De video is een bewerking van een YouTube-filmpje waarin professor John Ellis (werkzaam bij het CERN in Genève en al vanaf de jaren zeventig betrokken bij de zoektocht naar het Higgs-deeltje) uitlegt wat een Higgs-deeltje is. De visuele metaforen die Ellis gebruikt, laat Motallebi intact. De professor is in de videobewerking gereduceerd tot zijn vingertoppen in de vorm van tien bewegende, groene stippen. Hierdoor is Reality Has a Name een eclectische verzameling van beelden geworden, die haast in willekeurige volgorde worden afgewisseld. De visuele metaforen uit het YouTube-filmpje worden losse flarden: een psychedelisch geheel van verschillende natuurkundige symbolen, fragmenten van iemand die naar beneden skiet of die door diepe sneeuw loopt. Willekeurige referenties die telkens afgewisseld worden met tien groene stippen die op een grijs vlak voorbij dansen.

Motallebi heeft het geluid van het oorspronkelijke YouTube-filmpje weggelaten, waardoor de videobewerking een totaal andere functie krijgt. In plaats van dat Reality Has a Name iets uitlegt, wordt veel aan de verbeelding van de toeschouwer overgelaten. Dit lijkt een omslag van honderdtachtig graden, maar in wezen komt het videowerk zo dichter bij de werkelijkheid. De metaforen die worden gebruikt om een moeilijke theorie uit te leggen, zijn immers nooit een één op één vertaling van de werkelijkheid. Als toeschouwer moet je altijd een denkstap maken om de uitleg te begrijpen en toe te passen op de wereld om je heen. Precies deze denkstap wordt gethematiseerd door Motallebi.

Is Reality Has a Name een voorbeeld van de wijze waarop kunstenaars aanjagers kunnen zijn van innovatie? Ik denk het niet. Volgens mij maakt het videowerk invoelbaar hoe ver abstracte, wetenschappelijke theorieën af staan van de zintuiglijke beleving van de wereld om ons heen. En dat is niets nieuws, ook niet voor de wetenschappers die dergelijke theorieën ontwikkelen. Het is ook maar de vraag of Motallebi de wetenschappers een nieuwe kijk op de zaken wil geven. Reality Has a Name is immers gebaseerd op een YouTube-filmpje, waarin op een laagdrempelige manier een moeilijke theorie wordt uitgelegd. Informatieoverdracht staat centraal. In het originele filmpje worden de verschillende beelden gebruikt om iets op een eenduidige manier over te brengen. In de video van Motallebi wordt de toeschouwer met dezelfde beelden juist gestimuleerd om eigen associaties en interpretaties te maken. In Reality Has a Name wordt geknipoogd naar de grote claims van wetenschappers. Een relativering die wordt versterkt door de discrepantie tussen de stelligheid van de titel en het fragmentarische karakter van de video. Het samengaan van kunst en de exacte wetenschappen levert in het geval van Motallebi dus vooral nieuwe ideeën op voor de kunst en haar publiek. De kunstenaar ontleent zijn beeldtaal aan een wetenschappelijke presentatie en ook de primaire vraag ‘does reality have a name?’ heeft in dit geval een natuurkundig fundament.

Wat mij in het videowerk het meest fascineerde, waren de tien dansende groene stippen. De stippen lijken te hypnotiseren, te bezweren: alsof een magiër een truc aan het uitvoeren is. Net zoals de psychedelische combinatie van natuurkundige symbolen ook wel wat wegheeft van waarzeggerspraktijken of tarotkaarten. Zo houden zowel het oorspronkelijke YouTube-filmpje als Motallebi’s bewerking iets van de magie van wetenschap en kunst in stand. Iets ongrijpbaars dat de toeschouwer in verwarring brengt, maar als het goed is ook in verwondering. Wellicht is verwondering juist wel wat nodig is in een tijd waarin vooral zekere antwoorden worden geëist, terwijl de realiteit zoveel weerbarstiger is.

Deze recensie komt voort uit de schrijfworkshop kunstkritiek, geleid door Rob Perrée, welke plaatsvond tijdens de RijksakademieOPEN. 

 

Kianoosh Motallebi, TERRESTRIAL BALL (2011)
Kianoosh Motallebi, REALITY HAS A NAME (2012), (still)
Kianoosh Motallebi, REALITY HAS A NAME (2012), (still)