Ego #09

Basje Boer

Begin dit jaar werd een kolossaal zelfportret van Andy Warhol voor 12,8 miljoen geveild. Christie’s noemde het werk een van Warhols ‘meest iconische beelden’. Maar waarom is het werk zo iconisch? Vanwege het model: de iconische kunstenaar zelf.

Ik greep de gelegenheid aan om Andy Warhols oudste en bekendste biografie te lezen, die van Victor Bockris. In The Life and Death of Andy Warhol bevestigt Bockris dat Warhol als persoon interessanter is dan als kunstenaar. De biograaf beschrijft weliswaar de ontwikkeling die het werk van Warhol doormaakt, maar tot een analyse komt hij niet. Wel doet Bockris een aantal intrigerende, ietwat sensatiebeluste suggesties over Warhols persoonlijkheid die wel degelijk iets zeggen over zijn kunstenaarschap. Over zijn verlangen naar leegte bijvoorbeeld; naar leeg vermaak, naar oppervlakkige mensen en, als logisch gevolg daarvan, naar lege kunst. Zoals iemand in het boek Warhols muze Edie Sedgwick omschrijft als iemand zonder persoonlijkheid, zo lijkt ook bij de kunst van Warhol elke emotie of betekenis te ontbreken.

Ik ben halverwege Warhols biografie als de publieke meltdown van Charlie Sheen nieuws wordt. De eindeloze oraties van de drugsverslaafde celebrity, met als mikpunt de producenten die hem ontsloegen, doken dit voorjaar overal op internet op. Maar niet alleen het web biedt een vruchtbare bodem voor Sheens even krankzinnige als eloquente scheldkanonnades, ook de serieuze media schrijven over het fenomeen.

In een essay op website The Daily Beast verklaart schrijver Bret Easton Ellis Sheens nieuwe status als antiheld aan de hand van de term post-Empire, verwijzend naar het failliet van het rijk van de Amerikaanse entertainmentindustrie. Sandra Bullock die haar prijs voor slechtste actrice in ontvangst neemt bij de Razzie Awards, dat is post-Empire. De vleesjurk van Lady Gaga is post-Empire. James Franco’s ongeïnteresseerde optreden als presentator van de Oscars is post-Empire. Post-Empire is: het mechanisme van het sterrendom begrijpen en het naar je hand zetten. Warhol is Empire, simpelweg omdat Empire het tijdperk was waarin hij leefde. Maar de manier waarop hij het sterrendom manipuleerde, was ultiem post-Empire. In dat sterrendom vond hij tenslotte de leegte waarnaar hij verlangde.

Warhol verhief sterren en starlets tot iconen van een nieuwe religie: de showbizz. Maar door ze eindeloos te herhalen, herhalen, herhalen, reduceerde hij ze tegelijkertijd tot een wegwerpproduct, tot één van de velen, velen, velen. Aan welke kant stond hij eigenlijk? Aan de kant van de sterren, wiens leegte hij bespotte? Of aan de kant van de kunstwereld, aan wie hij leegte verkocht? Warhol heeft er nooit een antwoord op gegeven. Net als Edie, net als zijn kunst, bleef hij een man zonder persoonlijkheid. Hij verafgoodde de pracht en praal van de Empire maar genoot nog meer van het feit dat de achterkant ervan van bordkarton is. Hoe post-Empire!

Dat Warhol Charlie Sheen geportretteerd zou hebben als hij nog leefde, staat buiten kijf. Maar in het post-Empire heeft kunst geen belang meer. Sheen weet als geen ander dat in dit tijdperk internet het ultieme medium is voor een zelfportret.