Jim Harris (1968) is een ‘plein air’ schilder die in een lange schildertraditie staat. Zo’n droge constatering lijkt misschien geen sterke aanbeveling om het recente werk van Harris in galerie Roger Katwijk in Amsterdam te bekijken. Maar daar is wel alle aanleiding toe.
Met de beroemde ‘plein air’ schilders uit de Barbizon-periode midden 19e eeuw – zoals François Daubigny, Théodore Rousseau, Camille Corot en François Millet – heeft Harris gemeen dat hij verrukt is van het toevallige licht dat gevangen en weerkaatst wordt in een uitsnede van de observatie. Harris is echter geen onkritische volger van wat al geweest is. Integendeel: zijn doeken tonen een dynamische, vervreemdende en soms dreigende werkelijkheid.
Bijvoorbeeld in zijn serie over massale, meestal glazen kantoorgebouwen. Zoals het schilderij van het Mies van der Rohe gebouw in New York (Mies van der Rohe building, 2008), de hoek 5th Ave and 67th St (2008) en het schilderij Ground Zero (2008). Vooral dit laatste schilderij, waar je een grijs/blauw kantoorgebouw met een bouwsteiger ziet waarin het avondlicht in de grote ramen weerkaatst wordt en een donkere schaduw over een hoek van het schilderij valt, getuigt van het soort ‘suspense’ dat raakt aan de schoonheid van het kwaad. Dit effect wordt nog eens versterkt door de totale afwezigheid van elk menselijk wezen, zoals in bijna al zijn schilderijen. Zelfs het licht in het kantoor is uit.
De bewuste keuze van de hoek waarin Harris zijn observatie schildert, de krachtige geometrie daarvan, dwingen om je eigen positie ten opzichte van het schilderij te bepalen. Waar sta ik? Een vraag die bij de meeste Barbizon-schilders helder is: meekijkend met de schilder over de ezel. Bij Harris is dat niet logischerwijs het geval. Zeker niet in zijn serie waarvoor je op je rug zou moeten liggen onder het spoorviaduct bij het Centraal Station in Amsterdam. Grote, krachtig aangezette schilderijen van verveloze stalen balken op een bijna mikadoachtige wijze gerangschikt, met soms een enkele straatlantaarn die wat verduisterd licht geeft of met een sprankje grijs daglicht dat door de leggers van de brug schemert. De schilder dwingt je om de duistere schoonheid van het gekende, maar zonder hem niet geziene, te beleven.
Harris brengt de olieverf met een losse toets dik op het doek waarbij hij ook delen ‘nat in nat’ schildert. Zijn serie van schilderijen waarbij je van boven af op het rimpelende en met kleurtonen opflikkerende wateroppervlak van een gracht kijkt, zonder horizon of andere oriëntatie, beleef je door deze techniek als erg nat water. Tijdens de afgelopen vorstperiode heeft hij op deze wijze twee grote schilderijen gemaakt van dun over elkaar schuivend vaalwit/grijs ijs, met accenten van licht. Het zijn verstilde en tijdloze buitenstillevens van een complexe microkosmos (Thin Ice I en Thin Ice II, 2009).
Harris is een ambachtsman. Niet alleen in de betekenis dat hij het vak van schilderen verstaat, maar nog meer zoals hij het maximale schilderkundige effect weet te bereiken uit zijn keuze voor het onderwerp en de hoek waarin het gezien wordt. En hoe hij met zijn materiaal onbegrensde ruimte, donker en licht en een verwrongen perspectief maakt. En daarmee staat hij in een lange traditie van gepassioneerde ‘schilder schilders’ die teruggaat tot ver voor de school van Barbizon.
JIM HARRIS
14 februari t/m 14 maart 2009
Galerie Roger Katwijk
Lange Leidsedwarsstraat 198-200
Amsterdam
Meer over Jim Harris