Fiona Larkin studeerde autonome kunstaan het National College of Art and Design in Belfast. Momenteel werkt ze vanuit Newcastle als multimediakunstenaar aan tekeningen, fotografie, performance- en videokunst. Een vluchtig beeld, zoals een snapshot, vormt meestal de aanleiding tot het uitzetten van langdurige projecten. Van daaruit destilleert Larkin de kern uit een beeld en werkt dit, gebruikmakend van het publiek, uit in verschillende media waarin het nieuwe vormen aanneemt. Zij nodigt dat publiek vervolgens uit het originele beeld te vertalen, of zij worden zelf onderdeel van het project en vallen ten prooi aan de voyeuristische blik van de kunstenaar. Dat laatste is het geval bij Wolfs Den, een nog lopend project dat in 2011 voor het eerst plaatsvond in Catalyst Arts Gallery in Belfast.
De aanleiding voor dit project vormt een ontmoeting in New York, die zij later een “chance encounter” zal noemen. In de metro stuitte ze daar op een man die een lichtblauw spijkerjasje droeg met de woorden ‘Wolf Den’ op de rug geborduurd. Stiekem fotografeert ze hem om het moment, de opdruk en het beeld te documenteren. De mysterieuze woorden lieten haar niet los, en ze besloot een collectie ‘Wolfs Den’-jassen te maken. Ze verzamelde tweedehands spijkerjasjes uit winkels in Belfast, en voorzag ze van dezelfde woorden. De verzameling jasjes werd vervolgens vanuit de Catalyst Arts Gallery in Belfast verspreid om voor een vastgestelde periode te worden gedragen. Vanaf het moment dat de spijkerjasjes de deur uitgingen en de nieuwe dragers zich verspreidden door Belfast, konden zij – volgens afspraak – door Larkin worden gevolgd, gefotografeerd en/of gefilmd. Een selectie van het gedocumenteerde fotomateriaal werd vervolgens tentoongesteld in de galerie.
Toezicht, controle, achtervolging en voyeurisme spelen vaak een rol in Larkins werk. Het is dan ook geen verrassing dat ze zo werd gegrepen door de woorden ‘Wolf Den’, ofwel wolvenhol. Een gevaarlijke, onbekende plek waarvandaan een roofdier onverwacht kan toeslaan. Tegelijkertijd roept het woord associaties op met een geheim – een intiem en warm hol van waaruit prooien en vijanden gadegeslagen kunnen worden zonder zelf te worden gezien. Een positie die Larkin zelf inneemt wanneer ze zich achter haar camera verschuilt en de deelnemers van achteren besluipt, bespiedt en fotografeert.
Met Wolfs Den doet Larkin niet alleen een poging om de man uit New York op te roepen, ook wekt ze de vorige dragers van de tweedehands jasjes opnieuw tot leven door ze uit te lenen aan de nieuwe dragers. Omdat er geen enkel spoor is dat Larkin terug kan volgen naar de vorige eigenaars, gebruikt zij stand-ins die nieuwe, fictieve verhalen kunnen creëren.
Een minimale wijziging die de kunstenaar aanbracht in de tekst, van ‘Wolf Den’ naar ‘Wolfs Den’, wijst erop dat het oorspronkelijke spijkerjasje een veelvoud heeft voortgebracht; een roedel wolven die door de straten van Belfast zwerft. De foutieve spelling van het meervoud (volgens correcte spelling zou het ‘Wolves Den’ moeten zijn) wijst tevens op de onmogelijkheid van haar exercitie. Er blijft altijd een onoverbrugbare afstand bestaan tussen het ene, originele karakter en de pogingen dit individu te benaderen en te doen herleven. Zoals Larkin zelf zegt: “I am interested in the fact that the imagined attempts to connect can only ever be a proxy or a substitute. The other point is that each new story is a thing in it’s own right, each extension is its own story. I like this kind of fractured narrative.”
Als toeschouwer getuigen we hoe Larkins observaties, zoals de vluchtige ontmoeting met de man in New York, aanleiding zijn voor verder onderzoek en creatie. Hoe ze de man najaagt en zijn mysterie probeert op te roepen door middel van andere personen. We volgen haar gedurende deze reis nauwgezet: vanaf het fotografische moment, het hergebruik van de woorden in de jassencollectie tot en met het achtervolgen van de nieuwe dragers. De interactie tussen de kunstenaar en de deelnemers, en tussen de deelnemers en hun stedelijke omgeving speelt daarbij een belangrijke rol, zoals er ook een rijke communicatie is tussen de verschillende fases van het project en de verscheidene vormen die het heeft aangenomen.
Zo ligt de New York-foto als het ware besloten in de latere Belfast-foto’s, en kunnen we met een beetje fantasie de geest van die Amerikaanse man in deze foto’s ontwaren. Op die manier blijft het project zich vertakken, heen en weer kaatsen en rondgaan. Het project demonstreert dat een object een reis kan maken, anderen kan aanraken en onderweg verschillende gedaantes aanneemt. Maar als geen ander laat het een kunstenaar zien die onderweg is naar het vreemde, en ‘de ander’ daarbij hard nodig blijkt te hebben.
Fiona Larkin wordt samen met Stephen Brandes op Kunstvlaai gerepresenteerd door Askeaton Contemporary Arts, Askeaton, Ierland. Bezoekers kunnen de spijkerjasjes lenen tijdens Kunstvlaai. Op 23 en 24 mei is de kunstenaar aanwezig om de bezoekers te filmen.
Wolfs Den – Do Unto Others
Fiona Larkin
Askeaton Contemporary Arts
Askeaton, Ierland
www.askeatonarts.com