Discursief geluister #2: Over kunst en democratie

Miriam van Ommeren
Project New World Summit—Rojava, 2015-2017 © Democratische Zef-Administratie van Rojava en Studio Jonas Staal

Het discursieve programma viert hoogtij binnen de hedendaagse kunstsector: het aanbod van ‘verdiepende’ evenementen zoals film screenings, boekpresentaties, lezingen en debatten wordt steeds groter. Over de inhoud van deze evenementen, en de daadwerkelijke meerwaarde van de programma’s wordt echter weinig geschreven. Als onderdeel van de serie ‘Discursief geluister’ neemt Miriam van Ommeren de komende drie maanden een aantal (door haar zelf geselecteerde) evenementen onder de loep.

Deel 2: Over kunst en democratie


Twee weken geleden was ik bij een symposium met presentaties door verschillende sprekers en een drukbevolkt panelgesprek; vanavond een ouderwetse lezing voor een goedgevulde zaal, die valt of staat bij de kwaliteit van de spreker en zijn verhaal, en van het interview dat erop volgt.

Uit de kunst is een lezingenserie van (en over) de Akademie van Kunsten (AvK). Meermalen per jaar wordt één lid gevraagd een lezing te geven over zijn/haar werk, om zich voor te stellen aan het publiek. Aansluitend wordt het lid geïnterviewd over diens ideeën over de rol van kunst in de samenleving, de relatie tussen kunst en wetenschap, ‘en nog veel meer’. Vanavond is Jonas Staal de gelukkige. Het publiek is goed gemixt: oud en jong door elkaar, kunstenaars en typisch ‘bibliotheekpubliek’. Naast mij een paar giechelige meisjes die, voor zover ik kan achterhalen, aan ArteZ in Arnhem studeren en dus een flink eind hebben gereisd hiervoor, wat me deugd doet. Zij maken net als ik driftig aantekeningen.
Na een korte opening door Gijs Scholten van Aschat, de huidige voorzitter van de AvK, knalt Staal er gelijk in met een paar (gigantische) slides. Beelden van de inval in Irak in 2003; George W. Bush in z’n tweede leven als schilder, staand achter zijn ezel; Geert Wilders als Michiel de Ruyter in die potsierlijke fotobewerking voor Veronica magazine (met op de achtergrond nota bene de vlag van de Nederlandse Antillen). Voor wie het nog niet helemaal begrepen had: het gaat vanavond over politiek!

Wat weet ik van Jonas Staal? Hij heeft een prachtige naam en ziet er uit als een archetypische ‘serieuze kunstenaar’, met z’n sobere zwarte kleding, kortgeschoren haar en kleine ronde brilmontuur. Ik ben het meest bekend met zijn project ‘Gesloten Architectuur’ (2011), waarin hij de masterscriptie (2001) van PVV-politica Fleur Agema over een nieuw gevangenisconcept gericht op herconditionering van de gevangene, vertaalde naar een model. Agema studeerde  namelijk aan de AKI Academie Beeldende Kunst en Vormgeving in Enschede, de Academie van Bouwkunst in Amsterdam én de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en is formeel interieurarchitect. Onvervalst links hobbyisme dus, en dat voor een politica wiens partij… Enfin; het gaat vanavond gelukkig niet over de PVV, maar over Staals zeer geslaagde interpretatie van haar ambitieuze gevangenisconcept. In de laatste fase van Agema’s vierfasige model, ‘het licht’ genaamd, waarbij geen bewakers meer aanwezig zijn maar de gevangene in de gaten wordt gehouden door middel van permanent cameratoezicht, ziet Staal een overduidelijke verbeelding van democratisch fascisme anno nu: we worden geacht onszelf te monitoren, 24/7, en doen dat ook, vaak zonder morren.

Staal is geen flamboyante spreker, die typering past niet bij hem, maar hij is intelligent en zeer gedreven en hij weet heel goed hoe hij zijn boodschap moet overbrengen. Ik ben geen moment verveeld. De vele beelden die hij toont ondersteunen zijn verhaal. Maar de vraag die in me opkomt na het eerste kwartier is: wil hij het eigenlijk wel over kunst hebben? Of zijn kunst en politiek bij hem werkelijk zo versmolten, en ben ík degene die hier onterecht verlangt naar een onderscheid tussen de twee? Die als in een reflex vervalt in l’art pour l’art-denken? Terwijl ik hier nog even over doormijmer geeft Staal achter het katheder antwoord op mijn niet gestelde vragen: volgens hem zijn kunst en politiek nooit helemaal los van elkaar te zien, elke vorm van kunst is ooit tot stand gekomen in relatie tot de heersende machten. “Alle kunst is propaganda,” zo citeert hij Upton Sinclair, de Amerikaanse schrijver/journalist die 85 klassieke schrijvers en kunstenaars langs een socialistische meetlat legde in zijn boek Mammonart. An Essay on Economic Interpretation (1925).

Wacht eens even: álle kunst propaganda? Dat is wel heel kort door de bocht. Over die wisselwerking tussen kunst en maatschappij, daarover kunnen Staal en ik het eens zijn. Maar om nu gelijk het stempel ‘propaganda’ op alles te drukken… Nee, ik vind het een boude stelling. En enigszins negatief ook. Maar dat is prima, ik ben hier immers niet om bevestigd te worden in mijn eigen denkwijze. En Staal is zeker niet een kunstenaar die zich daarvoor leent.
Afgaande op de slides krijg je sterk de indruk dat al zijn werken in feite samen te vatten zijn als ronde arena’s waarin ernstig kijkende mensen met elkaar in debat gaan. Zoals de New World Summit, een ongelooflijk ambitieus project dat stateloze staten en autonome groepen bij elkaar brengt in een soort alternatief parlement. Of het werk dat Staal maakte voor DiEM25 (de pan-Europese politieke beweging opgericht door de Griekse econoom Yanis Varoufakis): een arena met manshoge rode sterren die lijken weg te zakken in de grond, als een symbool van de Europese crisis en de daaruit voortvloeiende nieuwe allianties. Grote gebaren. En onmiskenbaar politiek. Zo politiek, dat…enfin.

Na het verheffende, af en toe licht abstracte maar daarom niet minder boeiende verhaal van Staal zindert er wat door de zaal. Die bijna voelbare elektrische lading wanneer iemand iets meeslepends vertelt/vertoont/uitvoert, en daarmee het publiek, of in ieder geval een deel daarvan, een stukje uit de stoelen heeft kunnen optillen en meevoeren.

Helaas land ik al snel met een harde, bijna pijnlijk dreun wanneer het vraaggesprek met Stine Jensen (Deens-Nederlandse filosoof en publicist) begint. Jensen, geheel in het wit gekleed waardoor ze sterk afsteekt tegen Staal en de donkere achtergrond, stelt vragen op instapniveau en met een veel te hoog ‘tjongejonge’-gehalte voor een avond als deze. Haar opening “Nou Jonas, jij bent volgens mij wel de meest politieke kunstenaar die ik ooit heb ontmoet, denk je niet?” wordt beantwoord met een droog “Ik weet niet welke kunstenaars jij allemaal hebt ontmoet”. De toon is gezet.

Het is duidelijk dat Jensen Staal heel graag weg wil lokken van die ronde arena’s vol ernstige mensen. Ze focust in haar vragen op de persoon Staal, vraagt door naar ‘het jongetje Jonas’ en of die ook al zo serieus was. Het is duidelijk dat Staal hier niet op in wil gaan, en hij doet dit dan ook zo min mogelijk, maar Jensen zet door.
Onmiddellijke ergernis vlamt in mij op. Ook naast en achter mij wordt hoorbaar gezucht. Ik begrijp heel goed dat een interviewer op een avond als deze deels de taak heeft om een brug te slaan tussen het al dan niet hoogdravende verhaal van de spreker en de realiteit van de luisteraar, maar waarom moet dat zo? Alsof de al te veel naar high brow neigende lezing vlugvlug gecompenseerd moet worden met een forse injectie low brow human interest. Is het werkelijk zo belangrijk om erachter te komen wat ‘het jongetje Jonas’ vroeger bezighield? Mij interesseert het niet; ik wil meer weten over de kunstenaar die hij nú is, en de toekomst die hij voor ogen ziet: voor zichzelf, zijn werk en de democratie die hij opnieuw wil verbeelden. Daar gaat deze lezing toch over?
De klok tikt door, zoals gebruikelijk zijn de laatste paar minuten bestemd voor vragen uit de zaal. Sommige daarvan zijn scherp en to the point, andere langdradig en eigenlijk geen vraag, zoals vaak het geval is. Er zitten ook de nodige “En wat vindt u daar van?”-s tussen, over Zwarte Piet en referenda, die Staal met moeite beantwoordt. Niet omdat hij dat niet wil, vermoed ik, maar omdat het ‘kleinere’, praktische kwesties zijn, die (te) ver af staan van een arena in Noord-Syrië. En dan zit het erop.

Een lezing vergt commitment, je zit immers toch 40, 60 of met een beetje pech 90 minuten naar één persoon te luisteren (en kijken). Maar ik heb Jonas Staal altijd al eens willen horen spreken over zijn eigen werk, en ben wat dat betreft niet teleurgesteld. ‘Op papier’ klinkt het wellicht niet altijd even aantrekkelijk, maar vanavond heeft hij zijn werk voor mij tot leven gebracht. Ondanks het teleurstellende vraaggesprek is het doel van de lezing –het introduceren van een AvK-lid en diens werk – in ieder geval bereikt: niemand in deze zaal die na deze avond niet weet wie Staal is en waar hij voor staat. Al heb je geen flauw idee wie Fleur Agema is, al interesseert het lot van de Rojava in Noord-Syrië je geen biet; Staal brengt je in vervoering. Mij althans. Precies zoals goede propaganda werkt.

Volgende sessie: Socratisch gesprek in NEST, Den Haag, 26 oktober. Niet alleen luisteren, ook zelf meedoen!

Project New Unions: DiEM25, Athens, 2017 © Studio Jonas Staal en DiEM25
Jonas Staal, CLOSED ARCHITECTURE, 2011 © Studio Jonas Staal