deeenminutenawards 2002

Nils van Beek

‘Grap werkt goed in 1 minuut' kopte het NRC-Handelsblad naar aanleiding van de eerste biënnale van deeenminuten afgelopen voorjaar in het Centraal Museum in Utrecht. Hoewel ik deze opmerking van harte onderschrijf, wil ik er aan toevoegen dat een grap ook goed werkt in twee minuten, of in een half uur. Een goede vorm en vooral goede timing zijn voor het welslagen van een komisch bedoeld verhaal van groot belang.

De hier en daar wat zuinigjes uitgevallen toon van de bespreking doet echter vermoeden dat voor de recensente vooral het omgekeerde geldt: de eenminuut leent zich eigenlijk nog het best voor een grapje. Alsof de leader die aan elke vertoning van een eenminuut voorafgaat dezelfde functie heeft als het vakkundig ingestudeerde schuddebuiken van Frans van Dusschoten in de revue van André van Duin: ‘Let op! Dat wordt weer lachen geblazen! Komt ‘ie!'

Deeenminuten is een initiatief van het Sandberg Instituut in Amsterdam. Sinds 1998 worden deze filmpjes van zestig seconden precies (inclusief titels), elke twee weken uitge-zonden op de Amsterdamse kabel, en bovendien getoond op diverse kunst- en filmfestivals in binnen- en buitenland. Buiten de strikt gelimiteerde tijdsduur gelden er geen wetten, de maker is volstrekt vrij in zijn of haar vorm, maar is wel gedwongen tot duidelijke keuzes. De impact van deeenminuten blijkt enorm. De inzendingen komen inmiddels van over de hele wereld en hun aantal groeit bijna exponentieel.

Deeenminuten is dan ook uitgegroeid tot een zelfstandige organisatie, ondergebracht in The One Minute-stichting, met als doel afzonderlijke edities van deeenminuten-initiatieven buiten Nederland aan te sturen.

Wie deeenminuten vooral afdoet als een kwinkslag, stapt te gemakkelijk over de implicaties van hun succes heen. De schrijfster van het NRC-artikel over de tentoonstelling in Utrecht klaagde, misschien niet geheel ten onrechte overigens, over de kakofonie en de visuele overvloed. Wie verwachtte tot een vorm van contemplatie te kunnen komen, kwam inderdaad van een koude kermis thuis.

De kritiek op tentoonstellingen van videokunst spitst zich vaak toe op de wijze van presenteren die expositiebezoek soms tot een grote opgave maakt. Slecht geventileerde, nauwe minibioscoopjes voor werken die door hun lengte op zich al moeilijk uit te zitten zijn. Als bezoeker steevast binnenvallen in het midden van een lange loop, waarbij je in gedachten zelf de delen voor en na aftiteling in de juiste volgorde moet zetten.

Deeenminuten onttrekken zich grotendeels aan deze gangbare kritiekpunten. Zij vragen niet zonder meer de langdurige aandacht die bijvoorbeeld Bill Viola in zijn referentie naar de schilderkunstige traditie opeist, of een installatiekunstenaar als Doug Aitken in ruimtelijke (sculpturale) zin. Door hun korte duur en oorspronkelijke podium – de televisie – refereren deeenminuten in de eerste plaats aan de huidige, niet per definitie artistieke beeldcultuur: clips, homevideo's, commercials, flashy homepage-intro's en nerdy funshopping. Ze worden nooit afzonderlijk vertoond, altijd in onderlinge samenhang en concurrentie. Het eenminuten-concept maakt vergelijking mogelijk en onverbiddelijk: zonder flits van herkenning, shock- of anderszins roerend effect is een filmpje bij aanvang van het volgende alweer vergeten.

Een andere vorm van aandacht is in het spel vergelijkbaar met de manier waarop men met popmuziek omgaat. Kwaliteit komt naar boven in een krachtenspel waarin ook commercie, mode en media een rol spelen. René Boomkens, de eerste popprofessor van ons land, schreef: ‘Het mooie van popmuziek is dat het alle hoogdravendheid van onze bestuurders kan ontmaskeren en zelf tegelijkertijd toch hoogdravend kan zijn of extreem emotioneel, of totaal humorloos, doodserieus, en dan twee schreden verder weer ironisch, maar nooit totaal gedistantieerd, nooit compleet cynisch, nooit volkomen defaitistisch. Dat heeft te maken met de eigen aard van de popmuziek, die er vooral in bestaat "alledaags" te zijn.'

Boomkens ziet in de omgang van makers en liefhebbers met popmuziek een goede basis voor een nieuwe esthetica, een nieuwe kunsttheorie. Dat de makers van de beste deeenminuten uitgerekend op het voornaamste poppodium van Nederland zullen worden genodigd en gelauwerd, is in dat opzicht een mooi begin.

DEEENMINUTENAWARDS 2002, 10 nov, aanvang 21 uur (zaal open 20.15 uur)

Paradiso, Amsterdam, kaarten bij AUB en postkantoor

René Boomkens, ‘Verstand van popmuziek?' Over de scheidslijn tussen wetenschap en journalistiek. Populaire Muziekstudies, nummer 1, zomer 1995