De oppervlakkigheid van een kunstprijs

Constantijn Smit

Zijn de Academy Awards van de Rotterdamse tentoonstellingsruimte TENT een even oppervlakkige vertoning als hun Amerikaanse naamgenoot? Op 12 juli 2014 vindt de jaarlijkse award show van de TENT Academy Awards (TAA) plaats in de bioscoop Cinerama in Rotterdam. Qua naamsbekendheid kan deze show zich (nog) niet meten met die andere Academy Awards, de Oscars, maar inmiddels genieten ook de TAA een goede reputatie en zijn de getoonde films zeer de moeite waard. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze zelfs verrassender dan de veilige lauwe hap die tijdens de Amerikaanse variant geserveerd wordt. Tijdens de TAA wordt het beste audiovisuele werk gekozen van alle afstuderende studenten aan kunstacademies in Nederland, en dit jaar ook uit Finland (voorheen waren onder andere Griekenland, Turkije en België gastland). De vraag die je als kritische kijker natuurlijk moet stellen bij een award show voor kunst is waartoe een dergelijk spektakel dient. Wat betekent deze kwalitatieve rangschikking eigenlijk?

Om antwoord te geven op de bovenstaande probleemstelling bedenk ik een fictieve prijs als gedachte-experiment. Ik ben echter geen autoriteit op het gebied van de kunst en nomineer willekeurig enkele kunstacademie studenten. Mijn aanmoedigingsprijs voor de beginnende kunstenaar spin ik met een luidruchtig media offensief de kunstwereld in. Ondanks de totale afwezigheid van gezag binnen die kunstwereld, gok ik dat zolang er genoeg meedingende kunstenaars van voldoende kwaliteit zijn, mijn award waarde projecteert op een select gezelschap. Om preciezer te zijn, mijn prijs wekt de suggestie dat de kunstenaar en het kunstwerk uitzonderlijk zijn en dus schaars en dit leidt weer tot waarde voor zowel de kunstwereld als de kunsthandel. Ook al is deze waarde fictief, het beperkte risico en de lage investeringskosten maakt het voor alle partijen de moeite waard om mee te werken aan de inflatie van mijn kunstprijs.

Eigenlijk is elke award begonnen als een verzinsel van een willekeurig persoon of instituut. De prijs krijgt waarde door het belang dat er door anderen aan gehecht wordt. Het wekken van die belangstelling is waar het bij prijsuitreikingen om draait. Met relatief weinig moeite en geld wordt er een herkenbaar en fotogeniek moment gecreëerd voor pers en publiek. Dit is weer een goede steun in de rug voor het betreffende instituut, aandacht staat bijna gelijk aan bestaansrechtvaardiging. Om de prijs gewicht te geven helpt het als het instituut dat de prijs uitreikt enig aanzien geniet. De organisator heeft zich veelal bewezen in de kunstwereld en is in staat om kunst te presenteren die niet alleen interessant is, maar ook door veel meer mensen interessant gevonden wordt. Een gevestigd instituut bedient reeds een bestaande markt van behoefte aan kunst of heeft zich al bewezen als gids door de nieuwe kunstgeschiedenis. Het is ideaal om de vraag van de markt te voldoen met een blik verse kunstenaars van de academie. Tegelijkertijd waarborgt het instituut direct haar bestaansrecht en bewaakt het de continuïteit van de (waarde)creatie van kunst en haar geschiedenis.

Om een prijs nog meer statuur te geven helpt het als er een jury is verbonden aan de uitreiking, bij voorkeur een jury die bestaat uit invloedrijke kopstukken uit de kunstwereld. Wat maakt deze juryleden tot smaakmakers? Ook hier komt de wederkerige afhankelijkheid goed van pas. De prijs draagt bij aan de naamsbekendheid van de juryleden door het feit dat ze jury zijn voor een award. Kennelijk hebben ze verstand van kunst anders zouden ze niet kunnen oordelen. Dit is een goede bijdrage aan het CV van de juryleden. De belangwekkende jury draagt op zijn beurt weer bij aan de naamsbekendheid van de organisator. De waarde van beide partijen wordt vergroot doordat ze elkaar in het zonnetje zetten.
Ook TENT lijkt het belang van een indrukwekkende jury opstelling hebben ingezien voor de TAA. Illustratief voor waar het accent ligt bij het aan de man brengen van een award wordt er in het begeleidende persbericht van de TAA in ruime bewoordingen gerept over de juryleden die inderdaad van indrukwekkend statuur zijn. En na de uitreiking zijn ze dat nog een beetje meer.

De bovenstaande variabelen van een kunstprijs lijken dus in hoge mate subjectieve elementen die elkaar beïnvloeden in een opwaartse spiraal. Alle spelers hebben baat bij het slagen van de ander. In dit economische model is de award in staat om voor alle belanghebbenden waarde te creëren.
De kwaliteit van kunst an sich is tenslotte moeilijk te meten of te beoordelen. Smaken verschillen, de geschiedenis heeft al vaak aangetoond dat de kenners en critici moeilijk objectief kunnen beoordelen of de kunst uit hun eigen tijdperk belangwekkend of goed is. Voor elke door de tijd bewezen belangwekkende kunstenaar die een prijs heeft gewonnen zijn er waarschijnlijk meerdere invloedrijke kunstenaars die geen prijs hebben gewonnen. Is de kunst van de eerste dan echt beter dan van de tweede groep? Natuurlijk niet, het dubbeltje viel net hun kant op. Een prijs in de beeldende kunst is een in context gebonden educated guess. Soms wordt een kunstwerk zelfs pas belangrijk omdat het juist geen prijs wint, omdat het wordt geridiculiseerd en verstoten door de gevestigde orde. Een dergelijk gehaat werk zal per definitie zeldzaam zijn en zodoende krijgt het dan in een alternatieve nieuwe markt waarde.

Heeft een award voor de beeldende kunsten dan helemaal geen betekenis voor de kwaliteit van de kunst? Het is een bekende valkuil om in relativisme te vervallen in een subjectief vakgebied waar tegendraadsheid en poging tot vernieuwing centrale kenmerken zijn. Zelfs een prijs die grotendeels berust op imago is niet zonder waarde en daarnaast kan het aangebodene ook intrinsiek goed zijn. Gebakken lucht kan ook heerlijk ruiken en de waarnemer plezier verschaffen. De genomineerde kunstwerken voor de prijs zullen zeker niet slecht zijn en de moeite waard om te zien. Maar veel meer dan dat kan men niet zeggen. Het oordeel van een prijs geeft niets anders aan dan dat die kunst op dit specifieke moment goed wordt gevonden.

Het binaire oordeel of kunst wel of niet slecht is, is al heel wat en kan de onbevangen toeschouwer goed van pas komen in de onzekere kunstwereld. In plaats van het doorgaans door de wol geverfde kunstminnende publiek zou een award ceremony ideaal zijn voor de in kunst geïnteresseerde leek. De winnaars zijn bakens voor de dolende toeschouwer. Daarom pleit ik in dit essay ook niet tegen het bestaan van prijsuitreikingen binnen de kunsten. Ga vooral kijken naar de werken van de genomineerde kunstenaars! De kans op een teleurstelling is klein.
Ik hoop echter dat het feestelijke kabaal omtrent een prijs de liefhebber er niet van weerhoudt om ook naar de kunstenaars te kijken die niet genomineerd zijn. Wellicht is de kans op teleurstelling groter, maar de welwillende fan kan best tegen een stootje in zijn zoektocht naar de verborgen parels van de onbegrepen kunstenaar. Ga dus niet alleen naar de TAA voor het bekijken van nieuwe veelbelovende audio-visuele kunst, maar bezoek vooral alle kunstacademies en kijk verder dan TENT’s neus lang is.

Belangrijker nog dan het kwaliteitsoordeel of een kunstenaar of kunstwerk goed of slecht is, is de verbindende rol die een prijs speelt. Prijsuitreikingen zijn een ideale overbrugging tussen de drie sferen van de kunst; de kunstnijverheid, de kunsthandel en de kunsttheorie (waar ik voor het gemak de kunstgeschiedenis en de bijbehorende musea en kunstinstituten onder schaar). De award in kwestie beloont de kunstenaar voor zijn onderscheidende werk en het gevolg hiervan is vaak dat de kunstenaar een goede stap zet in de richting van een glansrijke carrière. Voor de kunsttheoretici is de prijsuitreiking een houvast. Zij kunnen op basis van prijsuitreikingen een beeld vormen van de visie op kunst in een bepaalde tijd. En last but not least, het winnen van een prijs plaats de kunstenaar of het kunstwerk in de competitieve wereld die past in het kunstbeeld van de kunsthandel. Voor de kunsthandel betekent het schaarse prijswinnende werk niet alleen dat het werk beter is dan het andere. Het is vooral meer waard dan het andere en dat gegeven is om te zetten in een monetaire eenheid. Vroeg of laat zal ook een zacht veld als de kunst in deze resultaat gerichte maatschappij omgezet moeten worden in een meetbaar getal. De award ceremony is daarbij het grenswisselkantoor. De onzichtbare hand van de markt is uiteindelijk ook voor de kunst de meest objectieve (dat wil zeggen gespeend van ideologische vertroebeling) graadmeter voor de continuïteit en waarde van kunst.

Waar de drie afzonderlijke kunstwerelden doorgaans met achterdocht en jaloezie naar elkaar kijken is de award ceremony een veilige zone voor een tijdelijk staakt het vuren. Misschien maakt juist de oppervlakkigheid een prijsuitreiking waardevol. Deze oppervlakkigheid verbloemt voor even de ideologische verschillen van de drie kunstwerelden. Ga kijken bij de TENT Academy Awards, naast een mooie selectie videowerken wordt u getrakteerd op een inkijkje in het eigenlijke economische proces van (de geschiedenis van) de beeldende kunst.