Teun Vonk (1986, Uden) ontmoet ik in een huis. Het huis is van Kunsthuis Syb en Vonk is een van de deelnemers aan de Sybren Hellinga Kunstprijs. Hij begint meteen enthousiast te vertellen over hoe geweldig hij het vindt om in een dorp te zijn. De constante behoefte van het open laten van de deur valt mij op. Ik vraag mij af of Vonk dit niet zal vergeten de deur op slot te doen als hij weer terug is in Rotterdam. Een residentie in Syb is bedoeld om je open te stellen voor onderzoek en nieuw werk. Vonk stelt zich open voor het dorp. Het plannen van een interview blijkt lastig. Niet omdat hij de hele tijd in het huis wil zitten broeden op nieuw werk, maar zijn agenda is vol. Hij heeft afspraken met de jeu-de-boulesvereniging, de volksdansvereniging, de vrouwenbiljartclub en de klaverjasvereniging. En er moet ook zeker met de mensen uit het dorp gedronken en gegeten worden, dan komen de beste verhalen. Vonk zijn nieuwe werk zal gaan over Beetsterzwaag, een dorp ver van de randstad in het zonovergoten groene Friesland.
Vonk zijn werk gaat over de pijn van het alleen zijn op deze wereld en hoe je dat probleem probeert op te lossen door bij een groep te gaan horen. Hij hoopt ooit het groepsproces te kunnen extraheren en te kunnen laten zien hoe het precies voelt, als iedereen om je heen klapt of je omsloten voelt door de massa. Dat is wat hij voor zijn camera probeert te krijgen. “Ik begrijp dat geloof werkt, omdat ik geloof in samenkomen en rituelen uitvoeren. De magie die ontstaat als individuen bij elkaar komen, dat maakt dat je het individualisme overstijgt. Deze magie trekt je over een grens, alsof het een soort drugs is. Dit kan de positieve, maar ook de negatieve kant op gaan. Er kan er een maatschappij mee worden opgebouwd, maar ook mee worden afgebroken. Bijvoorbeeld hoe mensen vanuit een onderbuikgevoel, aangewakkerd door propaganda meegaan en tot de meest gruwelijke dingen instaat zijn.”
Wat zo fascineert aan Vonk is dat hij zijn theoretisch onderzoek en praktijk met elkaar laat versmelten. Hij filmt dat wat hij onderzoekt: groepen. Als ik hem vraag of hij geïnteresseerd is in een PhD (een nieuw artistiek onderzoekstraject waarmee je als kunstenaar kan promoveren) schudt hij heftig nee. Hij schuurt liever tegen de wetenschap aan. Vonk leert liever door te werken. Een grote inspiratiebron voor Vonk is het filosofieboek Massa en macht (1960) van Elias Canetti. Die onderwerpen wil hij graag in alle vrijheid onderzoeken. Mocht hij daar een wetenschapper bij nodig hebben, dan belt hij hem gewoon op.
Het eerder gemaakte werk stoelendans (2011) gaat over het wegvallen van arbeidsplaatsen ten gevolge van de economische crisis. Het lijkt in eerste instantie een politiek werk. De video maakt nieuwsgierig of Vonks handelen enkel analytisch is of dat hij op zoek is naar een meer activistische rol. Hij vertelt me dat zijn werken zeker over gebeurtenissen en processen in de maatschappij gaan. Voor hem is het werk een bewustwording van wat er aan de hand is en hoe het werkt. In die zin is zijn werk politiek, maar houdt het zich op de achtergrond. Hij ziet dingen die hem verontrusten. Hij vindt het belangrijk om zijn perspectief op de maatschappij te laten zien. Hij wil graag het publiek waarschuwen, maar hij ziet zichzelf zeker niet uitgroeien tot een activistische kunstenaar. Veel activistisch werk draagt enkel een mening uit, hij vindt het interessanter om verder te kijken.
Vonk is begonnen als commerciële fotograaf en naar eigenzeggen is hij het kunstenaarschap in gerold, al wist zijn moeder altijd al dat hij kunstenaar zou worden. Hij gooit zijn onderzoek in een trechter en dan komt er beeld uit, “helder, klaar als een klontje”. Hij doet, bouwt, kijkt en ondertussen wordt het werk. Hij wil midden in de maatschappij staan, en dat doet hij in Beetsterzwaag. Hij gaat op zoek naar de connecties tussen individuen en verenigingen die de identiteit kenmerken van Beetsterzwaag. Vonks streven is dat hij drie video’s wil maken. Tegelijkertijd wil hij verhalen laten horen en interviews afnemen met de hoofdrolspelers uit het dorp.
Als we in zijn met tape afgeplakte ruimte zitten en grapjes maken over de territoriumdrang van kunstenaars, hangt zijn planning letterlijk en figuurlijk boven zijn hoofd. Dit is herkenbaar bij veel jonge kunstenaars. “Visueel kan ik niet alles laten zien wat er in het dorp gebeurt, ik kan het de mensen zelf wel laten vertellen.” Als hedendaags kunstenaar vandaag de dag ben je meer een ondernemer en dan is het belangrijk om helder krijgen waar het echt om gaat. Diepgaand onderzoek doen en je thuis maken in het onderwerp. Totdat je het drinkt, eet en slaapt en vervolgens het publiek met de neus op de feiten drukt. Vonk maakt Beesterzwaag van hem.
Hij heeft met zijn analytisch vermogen en overdonderend enthousiasme een mooie toekomst in het verschiet. Vonks werk is een spiegel die hij ieder voorhoudt en zo toont hij hoe de enkeling van een kwetterende, postende, ijdele en individualistische maatschappij zomaar in de massa terecht kan komen, en zich gedraagt zoals iedereen. Massaal en veilig, onstijg je in de groep je ‘ik’.
Dit artikel is voortgekomen uit de workshop kunstkritiek gegeven door Tubelight-redactrice Nathalie Hartjes in samenwerking met Kunsthuis SYB tijdens de 6e Sybren Hellinga Kunstprijs. Tubelight is een platform voor jong opbloeiend schrijftalent en wil dit graag verder stimuleren door het geven van workshops.