De magie of het begrijpen

Sanne Kabalt
Screenshot uit 'Sarajevo Film Festival Film', Johan van der Keuken, 1993

I

Sarajevo, 1993. De stad wordt gebombardeerd en beschoten. Tegelijkertijd wordt er een filmfestival georganiseerd. Nederlands fotograaf en filmmaker Johan van der Keuken is op het festival en stelt de vraag ‘Waarom film midden in een oorlog?’. Hij maakt er een korte documentaire van, getiteld Sarajevo Film Festival Film (1993). In de film geeft de organisator van het festival, Haris Pasovic, het volgende antwoord:

You can be without the things you like, like strawberries or ice cream or good cigarettes or fine wines. Food and medicines are not the only needs we have. There is a certain number of things you cannot live without and still be alive. And among them is film. It is a way of dealing with the world, and it’s magic. And people cannot live without magic.

‘Magie’ is een woord dat we niet zo makkelijk gebruiken. We associëren het met goudglitterende vonkjes en sprekende dieren. Het raakt me dat juist dit woord gekozen is. Daar, in een rauwe oorlogssituatie.

In een essay op e-flux rond animisme schrijft filosofe Isabelle Stengers over het woord magie: Neo-pagan witches call their own craft “magic”: naming it so, they say, is itself an act of magic, since the discomfort it creates helps us notice the smoke in our nostrils. Hier wordt de kracht van taal benadrukt. Hoe je iets noemt, maakt al het verschil.

Een kunstenaar mengt gedachten, ervaringen, materialen en onderzoek en laat het pruttelen in een oude ketel boven het vuur tot het de juiste consistentie bereikt heeft om het voor te schotelen aan een ander. En dan?

Als beeldend kunstenaar ben ik lang niet altijd getuige van de ontmoeting tussen mijn werk en de kijker. Het komt wel eens voor dat ik in mijn eigen exposities rondloop, zonder dat de bezoekers weten dat ik de maker ben. Ik heb een haat-liefde verhouding met zulke situaties. Mensen gaan soms veel te snel. Ze lopen na een halve minuut een video-installatie uit, ze lezen teksten niet. Maar er zijn er ook die rustig ademhalen, meters afstand nemen van een beeld, er weer stapjes naartoe nemen. Je ziet ze zoeken naar een reflectie van zichzelf, van het licht, van het moment. Ze openen hun ogen steeds iets verder.

Vaak wil een kijker een kunstwerk ‘begrijpen’. In onze taal leunt dit woord op een ander. Begrijpen: met het verstand vatten, doorzien. Grijpen: met een plotselinge, krachtige beweging van de zich sluitende hand omklemmen. Wat kan een kijker met een kunstwerk, een kunstwerk met een kijker? Ik zoek naar woorden: voelen, dromen, dwalen, prikkelen, ontregelen, schrikken, herkennen, ervaren, twijfelen, terugkomen, veranderen, betoveren. Alles liever dan begrijpen. Het is zonde om zoiets levends als kunst met een krachtige hand te omklemmen. De adem zou er uit ontsnappen.  

Stel dat wij, kunstenaars en kunstliefhebbers, van de hedendaagse heksen leren. Schaamteloos en zonder angst zeggen we: ‘Ons vak is magie.’ We zijn er om elkaar te betoveren, te bezweren en waar nodig, vuur te spuwen.

II

‘En, wat ga jij doen?’ vraagt de docent Duits. Vol trots vertel ik hem dat ik ben toegelaten tot de kunstacademie. Zijn gezicht, dat bij het stellen van de vraag open en stralend was geweest, krimpt in elkaar en sluit zich af. In zijn ogen ben ik daar te slim voor.

Familie bezoekt de solotentoonstelling waarin mijn halve oeuvre in installaties, fotografie en tekst samenkomt. Ze bedanken de suppoost, stappen naar buiten en verzuchten meewarig dat ik (alweer) niet commercieel genoeg ben.

Ik woon een tijdje in Berlijn en stel mezelf voor als kunstenaar. Geroutineerd zet ik me schrap voor vragen als: kan-je-daar-dan-je-brood-mee-verdienen of is-dat-je-hobby-of-je-werk. Ze komen niet. Er is een duidelijk verschil tussen de Duitsers en de Nederlanders. ‘Ah, du bist Künstler!’ zegt men verrukt, en vol bewondering komen er inhoudelijke vragen over wat ik eigenlijk maak.

Screenshot uit ‘Sarajevo Film Festival Film’, Johan van der Keuken, 1993

We zijn in deze tijd en dit land niet gewend om kunst te zien als iets waar je niet zonder kunt leven ‘and still be alive’, zoals de filmliefhebber in Sarajevo het verwoordde. Geld en status worden als oneindig veel belangrijker gezien. Dingen die we vast kunnen houden. Dingen die we kunnen begrijpen. Ik ben liever arm en omringd door het ongrijpbare.

In Sarajevo Film Festival Film volgt Johan van der Keuken een architectuur-studente, Marijla Marketa. Ze is volop bezig met overleven. Ze haalt water, bewerkt grond, zorgt voor haar blinde vader, rouwt om haar pas gestorven moeder, en gaat elke dag naar de film. Ze heeft honger en toch kijkt ze de film. Er suizen granaten en toch kijkt ze de film. Daarom juist kijkt ze de film.  

Sanne Kabalt kan niet kiezen tussen beelden en woorden. Op dit moment werkt ze aan een installatie over De Hoest en bereidt ze zich voor op een expeditie naar de Noordpool.