Alleen al vanwege de ingrijpende verbouwing is een bezoek aan het Dordrechts Museum zeer de moeite waard. Daar is nu nog een reden bij gekomen; de expositie van 16 foto’s van Anja de Jong, op zoek naar de ijsgrens – Ice Edge.
Eind november vorig jaar werd het totaal gerenoveerde museum opgeleverd. Architect Dirk Jan Postel heeft er een in alle opzichten toegankelijk en publieksvriendelijk museum van gemaakt. Het interieurontwerp van Evelyne Merkx draagt daar zeer toe bij (wat een prachtige ladekasten in de zalen!). De door de tijd heen verworven collectie van het Dordrechts Museum komt nu schitterend tot zijn recht. Ik ergerde mij enigszins aan de niet altijd adequate ophanging van de schilderijen en de verlichting is ook niet altijd even goed, maar dat zijn zaken die eenvoudig verbeterd kunnen worden.
Op de eerste etage is ruimte voor tijdelijke exposities. Daar zijn tot en met 14 augustus zestien foto’s te zien van Anja de Jong (1957) en ook een klein zwart/wit fotootje uit 1955. Daarop is te zien hoe haar vader op het ijs staat naast de coaster Depa, het schip waar hij machinist was. Vastgevroren in de Isefjord in het noorden van het Deense eiland Sjaelland (55°50 Noorderbreedte, 11°50’ Oosterlengte) wacht hij op een ijsbreker. Zomaar een kiekje uit het album van een familie uit Scheveningen van wie velen mannen naar zee gingen en niet allen weerkeerden.
Dat kiekje bracht Anja de Jong ertoe om die reis na te varen. Een ode aan de zee en ook aan haar vader. En een zoektocht naar de door de klimaatverandering optrekkende ijsgrens. In de winters van 2008 en van 2009 voer De Jong op twee verschillende schepen, de Balticborg en de Bothniaborg, naar de Oostzee en vervolgens de Botnische Golf in, tot het uiterste noorden daarvan op circa 65° Noorderbreedte. In deze jaren lag daar, in het hoge noorden, de (dunne) ijsgrens. Het waren beiden extreem zachte winters. De foto’s getuigen daarvan. Veel koel water en noordelijk blauw helder licht.
Weinig ijs, tot op 65°00’ N 21°45’ O. Die foto is vanaf de voorplecht genomen. Het schip vaart naar de kust van Zweden in de buurt van de stad Luleå, de thuishaven van de Zweedse ijsbrekers, door dun ijs, richting noordwest. De lange schaduw geeft de lage zonnestand weer in de namiddag van een kraakheldere dag in de maand maart, als de ijsgang het hevigst zou moeten zijn. Op de lage dijk verderop, een groepje windmolens als een verweesde voorpost van een industriële samenleving.
Deze foto vertelt veel, ook al is er weinig op te zien. Het is alsof er een koptelefoon bijhangt waaruit het sonore gebrom van de scheepmotoren klinkt en het licht krakend geluid van het scheurend ijs. Maar het is een verstilde foto van een heldere zuiverheid waarbij het gaat om het landschap van de opengebroken zee, het zeeschap.
Gelijk alle overige vijftien foto’s in deze expositie. Steeds die onverstoorde ruimte, dat verre perspectief, over de horizon heen. Turend met een digitale camera naar het oer van de natuur en uitkijkend naar het ijs dat steeds iets noordelijker blijkt te liggen. In die zin zijn het langzame documentaire foto’s zonder dat De Jong een politiek statement wil afgeven. Het gaat haar om de observatie.
Foto’s ook waaruit de verbazing spreekt over wat je allemaal in de natuur kan zien, als je er de tijd voor neemt. Zoals die van de mistboog die al het licht voor de kust van Estland, 59°15’ N 22°50’ O, in zich opzuigt. De variaties in de kleuren blauw zijn nu te zien aan de randen van de foto, in het midden is het helwitte van het koude niets.
Anja de Jong is gefascineerd door grensgebieden, daar waar het een in het ander overgaat. Het niemandsland, zoals je dat vroeger had tussen landsgrenzen. Dat waren formele niemandslanden. Anja de Jong zoekt de informele, rommelige en nog onbesliste grenzen tussen natuur en cultuur, veelal in verre onherbergzame streken op de wereldbol. Die plekken, zonder mensen, fotografeert ze uiterst zorgvuldig, de tijd nemend voor de positiebepaling, belichting en kadrering.
Het langjarig fotografisch onderzoek Borderland is daar een voorbeeld van. Sinds 1992 heeft ze daaraan gewerkt en in 2004 afgerond met een tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag en de publicatie The Borderland Project waarin naast 58 zwart/wit en 3 kleurenfoto’s, ook literaire (Bernlef en Jan Brokken) en meer wetenschappelijke bijdragen (Rik Herngreen en Tineke de Ruiter) zijn opgenomen.
Die landschapsfoto’s geven de schurende confrontatie weer tussen het gebruik door de mens van de natuur ten behoeve van economisch nut en de autonome weerbarstigheid van diezelfde natuur. Het lijkt alsof zij met haar foto’s uitroept ’mens, wat heb je daar te zoeken?’.
De fotoreeks in het Dordrechts Museum is van een meer esthetische aard, het zijn mooie strenge foto’s die een persoonlijk verhaal vertellen van tijdloosheid, herinnering en verloren onschuld. Maar ook hier weer die zorgvuldig bepaalde kadrering, bijvoorbeeld het licht op het voordek op exact het midden van de foto en ook nog eens de door het ijs gebaande route precies doorklievend, als een middenstreep op een autoweg die in de verte oplost.
De ijsgrens trekt op naar het noorden. Te zien in Dordrecht.
P.S. Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Het is, in deze tijd van bezuinigingen, maar dat u dat weet.