Ego #15

Basje Boer
Cindy Sherman voor MAC Fall Colour

De dichter is melancholicus bij uitstek. Hij huilt bij wat lelijk is, maar ook bij wat mooi is, juist bij wat mooi is, omdat hij weet: alles is tijdelijk. Menno Wigman, huidig stadsdichter van Amsterdam, is zo’n dichter. Hij dweept met het verstrijken van de tijd, torst zijn oude ziel al sinds zijn kindertijd, wachtend op de midlifecrisis waar het nu eindelijk van gekomen is. In Tot mijn pik, het openingsgedicht van zijn nieuwste bundel Mijn naam is Legioen, projecteert hij zijn melancholie op een zeker lichaamsdeel dat hem ook al geen plezier meer bezorgt.

Alles is tijdelijk, Wigman leest het zelfs op zijn eigen lichaam. In Lelijk zijn we schrijft hij: Lelijk, zo lelijk, ja, steeds lelijker / bewegen we ons door de binnenstad. / De goede handel die ons lichaam was / vervloog en bijna elke winkelruit / verspreekt zich en beledigt nu je hoofd. Het klopt, want mooi zijn we altijd pas achteraf gezien, op foto’s van jaren geleden. Pas met het verval komt het besef en – belangrijker – de behoefte erover te schrijven. In schoonheid schuilt geen kunst, zo weet de dichter, wel in het verdwijnen ervan.

De Nederlandse kunstenaar Erich Wichman (1890-1929) schilderde een kop met open mond, zwevend in aardetinten: een zelfportret. Ergens herinnert het aan Munch’ De schreeuw, maar de uitdrukking klopt niet: deze man is voorbij de schreeuw. Na wanhoop komt radeloosheid. Het is een weerbarstig, confronterend werk. De zachte kleuren mogen de bekleding dan wel complimenteren, het mag niet boven de bank. In de kunst mag je niet praten van mooi en lelijk: de termen zijn te bot, het onderwerp te complex. Maar intussen neemt mooi de overhand in behaagzieke musea, terwijl ik pleit voor lelijk.

Ik krijg bijval uit onverwachte hoek. Make-upmerk MAC huurde Cindy Sherman in voor de reclamecampagne voor hun make-uplijn van herfst 2011. De combinatie is even wonderlijk als vanzelfsprekend. MAC profileert zich al jaren als eigenzinnig en met haar zelfportretten is Sherman de ongekroonde koningin van het verkleedpartijtje. Maar in termen van schoonheid is MAC mooi en Sherman lelijk. Het resultaat van dit ongebruikelijke huwelijk is een serie van drie foto’s, waarop Sherman achtereenvolgens poseert als ordi cougar, sippe clown en eeuwig meisje: typetjes en toch geen clichés; grappen zonder een punchline. Typisch Sherman.

Op het blog van literair tijdschrift Tirade postte Menno Wigman het zelfportret van Wichman. ‘Bij een zelfportret van Erich Wichman’ luidt de kop boven zijn gedicht Het licht is als het licht: En op een dag verlies je je gezicht, / vult elke spiegel zich met vormloos ik. / Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies, / maar geen gezicht.

Ik die dacht zo lekker bot tegen de draad in te denken, ik met mijn mooi en lelijk: ik heb het bij het verkeerde eind. Het gaat natuurlijk helemaal niet over schoonheid, het gaat over transformatie. Wigman met zijn verval; Shermans verkleedpartijtjes; de essentie van make-up. Roze wangetjes van de slaap kunnen nog zo mooi zijn, beschilderen willen we onszelf. Een ander willen we worden.

HET LICHT IS ALS HET LICHT van Menno Wigman is hier in zijn geheel te lezen.

Erich Wichman, ZELFPORTRET (1925)
MAC-display