In haar essay We love you, Tracey schrijft Lorna Healy over de extreem persoonlijke en betrokken reacties die het werk van Tracey Emin bij sommigen oproept. Dat is niet verwonderlijk gezien het feit dat Emin (een geredigeerde versie) van haar levensverhaal een prominente plaats in haar beeldende kunstwerken heeft gegeven. Dat levensverhaal is dramatisch in beide gangbare betekenissen en brengt daardoor, bij wie er gevoelig voor is, hevige emoties teweeg. De consequente vermenging van autobiografie met een uitgeklede vormtaal, geeft Emins werk een aura van authenticiteit. Met schrijffouten, doorhalingen en tal van technische blunders suggereert zij dat haar werk in vliegende vaart tot stand is gekomen. Dat de emotie niet eerst is verwerkt of gecontempleerd, maar direct overgebracht naar het medium.
Emin heeft veel verschillende beeldende vormen (onder meer video en installatiekunst, quilts en monoprints) gehanteerd om haar verhaal te vertellen. Zelfs zo veel dat je je kunt afvragen of haar beeldende mogelijkheden niet zijn opgebruikt. Hoewel zij nog altijd één van de bekendste kunstenaars is, wordt er bovendien stevig aan de sterrenstatus van de voormalige young British artists gemorreld. Een generatiegenoot als Damien Hirst lijkt wat dat betreft al van zijn voetstuk te zijn gevallen. Te midden van de yBa’s heeft Emin altijd een bijzondere plaats ingenomen. Het zelfbewuste spel met imago had zij misschien met haar collega’s gemeen, maar ten opzichte van het gladde en cerebrale werk van Damien Hirst en Gavin Turk oogt Emins werk veel meer doorleefd, al is het net zo doordacht.
Met Traceyland waagt Emin de overstap naar een andere kunstvorm: het schrijven. Hoewel er nergens van een autobiografie wordt gerept, bevat Traceyland opnieuw zorgvuldig geselecteerde gebeurtenissen uit Emins opmerkelijke leven. Omdat zij zoveel in het nieuws is geweest en in haar werk keer op keer dezelfde thema’s heeft aangehaald, hoeft Emin nooit de moeite te nemen om iets uit te leggen. De belangrijkste gebeurtenissen (het misbruik als heel jong meisje, de verkrachting, de gewelddadige relaties, het alcoholisme en de promiscuïteit, de abortussen, de luidruchtige optredens en public, de beroemdheid, de blijvende kwetsbaarheid enzovoort) zullen bij de meeste lezers bekend zijn. Dat is een geluk. Emin kan haar verhaal hierdoor met prettig veel vaart vertellen.
Geschreven tekst heeft altijd een vooraanstaande functie in haar oeuvre gehad, maar nu zijn er geen bonte kleuren, geen tekeningen of installaties om de taal kracht bij te zetten. De tekst moet op zichzelf staan. Problematisch is dat op die momenten waar Emin gemeend heeft de tekst uit één van haar quilts ongewijzigd naar het papier te kunnen overbrengen. Het is het soort vormloze poëzie dat een krachtige emotionaliteit veronderstelt, maar door zijn gebrek aan beheersing volledig doodslaat. Bij ieder ander zou de redacteur deze passages zonder meer hebben geschrapt. Hier cultiveren zij echter Emins imago. Zonder dit vertoon van onmacht, zonder dit tekortschieten van de techniek van het schrijven, zou Traceyland Emins waardevolle signatuur ontberen. Zij werken zoals de verschrijvingen in haar monoprints als een lakmoesproef van waarachtigheid. Dat is het knappe van het boek; het laat je ondanks alle doorschemerende verdraaiingen van de werkelijkheid toch geloven dat er een authentieke stem aan het woord is.
Traceyland is geen conventionele autobiografie (al wordt de waarheid daarin ook niet altijd gesproken). Het is een typisch Emin-kunstwerk. Het literair anekdotische aspect dat de kern van al haar beeldende werk vormde, eist hier de plaats op die zij altijd al heeft gehad. Als er iets aantrekkelijk was in Emins kunst, was het de schaamteloze manier waarop zij precaire informatie over haar privé-leven verbond aan een beeldende vorm, die even slonzig en afstotend was als het gedeelde geheim. Neem haar beroemde tent waarin alle namen waren geborduurd van de mensen waarmee zij tot dan toe geslapen had. Het binnenstappen van de tent moest de indruk wekken dat je een wereld binnenstapte die voor je verborgen had moeten blijven. Het moest daarmee dezelfde ontluistering opwekken die je ervaart wanneer je bij toeval het dagboek van een dierbare te lezen krijgt. Traceyland volgt dezelfde methode en dat is tegelijkertijd haar kracht en haar zwakte. Traceyland is een schijnonthulling. Omdat het ruw is en recht voor zijn raap, lijkt het beschrevene authentiek en waarachtig, maar alles is overduidelijk geregisseerd. Er wordt niets per ongeluk verklapt, er wordt gedaan alsof er nu en dan per ongeluk iets verklapt wordt. Zo zegt Emin ergens dat zij zelden een boek heeft uitgelezen. Wat zij vooral leest, zijn biografieën van celebrities; Marilyn Monroe, David Niven en dergelijke. Zij heeft ze blijkbaar goed bestudeerd, want zoals Emin zich hier presenteert als slachtoffer van een chaotisch en gewelddadig leven dat desondanks bestaansrecht voor zichzelf weet op te eisen, bereikt zij beide vooropgezette doelen: sympathiek blijven én beroemd. Diepgravend is dat waarschijnlijk niet, maar het is wel een prestatie.
TRACEYLAND, Tracey Emin, Uitgeverij Meulenhoff Amsterdam, ISBN 9029077883, 220 blz, €19,90