Blasfemisch borduurwerk

Laura Stamps
The Bugs and the Lovers, Ghada Amer & Reza Farkhondeh, 2005, collection of the artists courtesy Gagosian Gallery, foto Robert McKeever

Van oorsprong islamitische kunstenaars die in het Westen werkzaam zijn, veroveren het laatste decennium de hedendaagse kunstwereld. De van oorsprong Iraanse Shirin Neshat en de in Libanon geboren en getogen Mona Hatoum zijn voorbeelden die wereldwijd furore maken. Ghada Amer (1963) past moeiteloos in dit rijtje. De bekendheid van de in New York woonachtige Amer, die haar jeugd in Egypte doorbracht, groeit met de dag. In de tentoonstelling Ghada Amer: paintings and RFGA drawings zijn naast een aantal indrukwekkende geborduurde schilderijen, verschillende veel minder interessante tekeningen te zien, die ze samen met Reza Farkhondeh maakte.

In de filmfragmenten die aan het begin van de tentoonstelling vertoond worden, vertelt Amer over haar bezoeken aan Egypte in de jaren tachtig, waarbij het haar opviel dat steeds meer vrouwen de traditionele sluier gingen dragen. In deze periode stuit ze op het tijdschrift Venus, Special Edition for Veiled Women – Month of August. Hierin zijn foto’s van westerse modellen te vinden, waar sluiers en andere verhullende kledingstukken overheen gemonteerd zijn. De knullige poging van dit tijdschrift om een vertaalslag te maken van de Oosterse naar de Westerse cultuur is vergelijkbaar met de switch die Amer in haar leven heeft moeten maken. Geïnspireerd door de ‘toevallige’ confrontatie met dit tijdschrift, ontwikkelt het omschakelen zich ook tot één van de kernbegrippen van haar kunstenaarschap.

Op de academie in Parijs werd Amer eens geweigerd bij een collegereeks (abstract) schilderen, omdat de docent dit een typisch ‘mannelijke’ bezigheid vond. Na diverse materiaalexperimenten ontdekte Amer dat ze het als ‘high culture’ gewaardeerde schilderen een vrouwelijke gedaante kon geven door in plaats van verf, naald en draad te gebruiken. Borduren is van oudsher een activiteit die als vrouwelijk, ambachtelijk en dus als ‘low culture’ bestempeld wordt. Middels haar technieken weet Amer het mannelijke met het vrouwelijke te verenigen, ‘high’ met ‘low culture’ te verbinden. Dit zijn niet de enige tegenstellingen die bijeenkomen in haar indrukwekkende geborduurde schilderijen.

Amer gebruikt beelden die direct afkomstig zijn uit de commerciële pornografie – de populaire cultuur bij uitstek. Uit pornografische foto’s of films ‘bevrijdt’ ze vrouwelijke figuren die duidelijk van hun eigen seksualiteit genieten, op zichzelf gericht zijn. Ze masturberen, betasten hun borsten of werpen je een uitdagende blik toe,terwijl ze gewillig hun benen spreiden.

Door telkens dezelfde figuur te herhalen, ontstaat er vanaf een afstand een abstract patroon (hetgeen van oudsher kenmerkend is voor kunst uit de islamitische wereld). Amer laat de uiteinden van de draden gewoon los over de afgebeelde vrouwen hangen, waardoor het lijkt of we hier met abstract expressionistische ‘drips’ – zoals in het werk van Jackson Pollock – te maken hebben. Typisch Amerikaans en karakteristiek islamitisch vloeien hier samen. Als je dichterbij komt, ontdek je dat het in veel van Amers schilderijen gaat om realistisch borduurwerk in plaats van abstracte verfstreken (alhoewel ze beiden ook wel eens combineert). Alleen door de kluwen garen te ontwarren, kun je ontdekken wat de vrouw precies aan het doen is. Oog in oog met het realisme sta je dus pas, wanneer je de abstractie weet te doorzien.

Amer pleegt met de ‘drips’ als het ware censuur op de vrouwen die zij afbeeldt, ‘versluiert’ het feit dat ze er überhaupt zijn en dat ze van hun eigen seksualiteit genieten. Dit neemt niet weg dat haar werk in orthodoxe moslimkringen als aanstootgevend wordt ervaren.

Orthodox Muslims consider displaying the human image in any form unacceptable; painting or drawing a nude figure, of course, as forbidden. The display of the human image is deemed sacrilegious because it attempts to glorify the human figure when it is only Allah that should be glorified. And since Allah cannot be presented in form, appropriate Islamic art instead typically delves into abstraction and calligraphy. The suggestive content of most of Amer’s work goes against the very nature of proper Islamic art. (Uit een recensie op www.islamonline.net)

Het feit dat het onder andere dit ‘aanstootgevende’ aspect is dat haar werk geliefd maakt in Europese en Amerikaanse kunstkringen, geeft Amers werk een dubbel karakter. Dit wordt nog eens versterkt, doordat ze de ene keer duidelijk aansluit bij het Westerse gedachtegoed en een andere keer juist lijkt te smeken om de erkenning van haar vaderland en familie.

De geborduurde schilderijen zou je kunnen zien als kritiek op de hypocriete manier waarop vrouwen in de orthodoxe moslimcultuur behandeld worden (en dus als conformering aan Westerse ideeën). Wat echter nog meer in het oog springt is dat ze ontzettend knap gemaakt zijn, een bijzondere subtiliteit bezitten en een groot scala aan tegenstellingen samenbrengen in een uitgebalanceerd, maar prikkelend geheel. Abstractie blijkt realisme, populaire cultuur, beeldende kunst, verf, borduurwerk en ga zo maar door.

Het imposante Encyclopedia of Pleasure – een installatie die Amer vijf jaarin De Appel toonde, maar die helaas niet in Den Bosch te zien is – is een goed voorbeeld van een werk waarin het haar gaat om acceptatie vanuit de islamitische wereld. Dit is een stapeling van zevenenvijftig dozen van verschillend formaat overtrokken met doek, waarop de tekst van een islamitische, erotische handleiding uit de elfde eeuw is geborduurd. De gebruikte tekst is al eeuwen verboden literatuur binnen de orthodoxe islam. Het Arabische origineel is verdwenen en de tekst is alleen in vertaling overgeleverd. Amer heeft er voor gekozen in dit werk een Franse vertaling te gebruiken. Door de manier waarop de dozen gestapeld zijn en doordat Frans door een stuk minder mensen beheerst wordt dan Engels, bereiken slechts flarden van deze tekst de kijker. Amer lijkt zichzelf dus ook hier te censureren. Ze wil ons laten weten dat er een islamitische tekst is waarin seksualiteit gevierd wordt, maar brengt ons niet in de gelegenheid deze volledig te consumeren. Wellicht teveel tegen het zere been van de moslimgemeenschap? Je krijgt het gevoel alsof dit werk aangewend wordt als rechtvaardiging van haar eigen leven; het bewijs dat je een goede moslim kan zijn wanneer je seks en plezier met elkaar verbindt.

De veel zwakkere R(ezah)F(arkhondeh) G(hada)A(mer) Drawings die in Den Bosch te zien zijn, zijn qua inhoud niet direct geëngageerd te noemen. Er zijn wat borduursels te ontdekken. Soms figureren er Disney-figuren in dezetekeningen, op andere zien we bloemen en lieveheersbeestjes of komen we teksten tegen als ‘I do not love you’. Volgens Amer fungeren deze tekeningen als dialogen tussen haar en Farkhondeh waarin niet duidelijk wordt waar de één begint en waar de ander eindigt. Het lukt ze niet de kijker daadwerkelijk bij hun gesprekken te betrekken. De kluwen raakt hier verstrikt.

Het is het gebrek aan eenduidigheid, dat Amers werk zijn kracht geeft. Niet alleen binnen een enkel kunstwerk verenigt ze tegenstrijdige begrippen, ook binnen haar eigen – op een aantal punten zeer consistente – oeuvre neemt ze verschillende standpunten in. Het geeft haar werk iets menselijks, iets herkenbaars. Worden we uiteindelijk niet allemaal heen en weer geslingerd door verschillende culturen, tussen die van vader en moeder, tussen privé en publiek, realiteit en geloof, het zelf en de ander?

Ghada Amer; paintings and RFGA drawings, t/m 12 november 2006. Vrijdag 6 oktober 11.00 t/m 18.00 uur: Themadag Bound to delight, over sensualiteit in de hedendaagse kunst. Vier korte lezingen, twee films en een interview met Ghada Amer en Reza Farkhondeh. Deelname 25 euro (incl. entree, lunch, koffie/thee en borrel ter afsluiting) of 15 euro excl. lunch. SM’S – STEDELIJK MUSEUM ‘S-HERTOGENBOSCH, Magistratenlaan 100, ‘s-Hertogenbosch

Colored Stripes, Ghada Amer, 2002, collection Museum Kunst Palast, Düsseldorf foto Robert McKeever