Aandachtig werken tegen de onthechting

Milou van Oene
Daniel Dewar & Grégory Gicquel, (UNTITLED) THE HAIRDRESSER'S BIRTHDAY TREAT AND COCOA TOURISMO (2006)

In Witte de With is nog een kleine week een tentoonstelling te zien over de positie van arbeid en ambachtelijkheid in de hedendaagse kunst. Met Making is Thinking onderzoekt curator Zoë Gray de groeiende afstand tussen maken en denken. Zowel in de kunst als in de rest van de samenleving is de kennis over de oorsprong van dingen grotendeels verloren gegaan. Die onthechting stemt tot nadenken en is bron van inspiratie voor vele kunstenaars, waarvan er nu een flink aantal bijeen gebracht is in Rotterdam.

Ik moet denken aan een boek dat ik laatst op de tafel met nieuwe publicaties zag liggen. In The Art of Not Making: The New Artist/Artisan Relationship (Thames and Hudson, 2010) schrijft Michael Petry over de groeiende afstand tussen kunstenaar en kunstwerk. Beginnend bij Rubens atelier vol assistenten en via Duchamps legendarische ready-made Fountain kan Petry concluderen dat de ‘hand van de maker’ geen doorslaggevende factor meer is voor succes. De kunstenaar bedenkt het concept, maar de arbeid wordt steeds vaker uitgevoerd door anderen die de benodigde vaardigheden in huis hebben: het hoofd komt vóór de handen. Noeste arbeid lijkt geen onderdeel meer van het curriculum van de kunstenaar.

Gray baseerde zich voor de tentoonstelling vooral op een boek van Richard Sennett: The Craftsman (2008). Ambachtelijkheid is volgens Sennet de ultieme verbinding tussen hand en hoofd, omdat deze waardering van kale arbeid de enige manier is om verantwoordelijkheid te genereren – zowel bij de arbeider als bij de gebruiker. Denken over wat je maakt of in handen hebt is belangrijk.

De in Witte de With gepresenteerde werken zijn alternatieven voor de kant-en-klare producten van onze ‘postindustriële’ samenleving. Hedwig Houben (1983) speelt op een heel inzichtelijke manier met werkprocessen. In haar videowerken gaat het haar om het moment waarop de kunstenaar besluit over beeldeigenschappen. Geel of groen, roze of blauw. Rond of ronder, plat of nog platter? Alsof ze over een dierbare vriend praat komt in Colour and Shapes, A short Explanation Of My Artistic Practice (2010) naar voren waarom Houben eigenlijk zo graag een piramidevorm gebruikt. Die nauwgezette aandacht voor het vervaardigen is de kern van ambachtelijkheid.

Maar maakt een kunstenaar altijd bewuste keuzes? Het zoontje van Ane Hjord Guttu (1971) doet eigenlijk maar wat, maar Guttu ziet graag diepere betekenissen in zijn composities. Zo geeft zij op humoristische wijze met How to Become a Non-Artist (2007) de schaduwzijde van individualiteit in de kunst weer.

Met bloed, zweet en tranen zijn sommigen bereid de controle over het maakproces te behouden. Wilfrid Almendra (1972) wil koste wat kost zelf zijn gereedschappen maken. Net als bij Houben zijn de resultaten van zijn pogingen grip te krijgen op het hoe en waarom van arbeid, ook het uiteindelijke werk zelf. Handcrafted Pick-axe (2003) en Handcrafted Trowels (2003) maakte hij samen met het duo Dewar & Gicquel, dat eveneens op de tentoonstelling vertegenwoordigd is. Als ‘professionele amateurs’ gaan zij geen techniek uit de weg, waardoor hun werk er regelmatig uitziet als het resultaat van een ontplofte hobbyclub. Enorme kettingen van uit hout gesneden motorhelmen, cricketbats en zeeschelpen, kralen van turkoois geglazuurd keramiek: het lijfelijk ondergaan van het materiaal is aanleiding om tot een compleet nieuw beeld te komen.

De tentoonstellingscatalogus verschijnt online en krijgt gedurende de tentoonstelling vorm. Ook deze keuze toont het verlangen controle uit te oefenen op, of in ieder geval getuige te zijn van de geboorte van een product. Het boek ligt niet kant in klaar in de schappen, gedrukt door anoniem personeel van een bij naam bekende drukkerij, maar wordt procesmatig beschikbaar gesteld. Op deze manier wordt de arbeidsintensiviteit tastbaarder, terwijl de digitale publicatie zelf juist min of meer ontastbaar is geworden. Dat geldt niet voor de tentoonstelling, die hoewel theoretisch geladen, toch zeer toegankelijk is.

Hedwig Houben, COLOUR AND SHAPES, A SHORT EXPLANATION OF MY ARTISTIC PRACTICE (2010)
Ane Hjord Guttu, HOW TO BECOME A NON- ARTIST (2007)
Wilfrid Almendra, HANDCRAFTED TROWELS (2003)