Randy kan het zich nog herinneren als de dag van gister: “In leggings met daarover stringbadpakken kwamen twee dames het podium op. Poppy en Karima dansten die avond in discotheek Imperium alsof hun leven ervan afhing. Poppy vertegenwoordigde Amsterdam, Karima Rotterdam. Ze stonden op hun hoofd, maakte vlinderbewegingen met hun voeten, je kon het zo gek niet bedenken. Ik had nog nooit zoiets gezien en keek mijn ogen uit. Nadat de battle was afgelopen zocht iedereen een danspartner op en werd het één grote schuurpartij. Het was 1993, ik was pas dertien jaar oud en ik was voor het eerst van mijn leven in een discotheek. Mijn tante Muriel had mij meegenomen omdat ze wist dat ik gek was op dansen. Die avond liet zij mij kennismaken met een totaal nieuwe stijl die mijn leven zou veranderen: bubbling.”
Samen met dansleraar en bubbling-icoon Randy Telg (42) ben ik in de tentoonstelling The world is yours! – hiphop maakt de stad in het Wereldmuseum in Rotterdam. Met Randy haal ik herinneringen op aan de Nederlandse hiphopfeesten van de jaren 1990. Het meest bekend waren de zogenaamde bubbling parties, georganiseerd door Lloyd Stuart (L&L producties). Het waren feesten waar iedereen welkom was. Honderden jongeren met Afro-Caribische en Surinaamse roots, die zeker in die tijd vaak geweigerd werden bij reguliere uitgaansgelegenheden, bevolkten de dansvloer. Op de feesten streden de beste dansers tegen elkaar. De mannen tegen de mannen en de vrouwen tegen de vrouwen. De beste ging er met een geldprijs vandoor. Randy kan als danser veel battles uit die tijd op zijn naam schrijven.
Bubbling, een subcultuur van hiphop met eigen muziek en kenmerkende dansstijl, heeft een gigantische invloed gehad op onze popcultuur en mainstream muziekgenres zoals dance en dancehall. De invloed van de Cariben blijft echter vaak onderbelicht in de wereldwijde reputatie die Nederland vandaag de dag heeft als land waar de beste elektronische muziek vandaan komt. Hierdoor verdwijnt deze geschiedenis naar de achtergrond en wordt onzichtbaar. Randy is zich hiervan bewust en meldde bubbling recent aan bij het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. Daarnaast maakt hij een documentaire over de geschiedenis van bubbling en geeft hij zijn skills door aan volgende generaties door online (8 miljoen volgers) en in zijn dansschool les te geven. Het Wereldmuseum laat met de tentoonstelling zien dat het nu ook het belang van hiphop en bubbling voor de stad Rotterdam erkent. Het museum benaderde kledingmerk BANLIEUE, agency Brand New Guys, ontwerpbureau Concrete Blossom en platform Notes om hun visie te geven op de rol van hiphop in hun stad. De verschillende verhalen en installaties roepen niet alleen nostalgische gevoelens op, maar illustreren eveneens hoezeer hiphop verweven is met Rotterdam.
Randy en ik staan bij de installatie Mapping the culture, door onderzoeks- en ontwerpcollectief Concrete Blossom gemaakt voor de tentoonstelling. Op de vloer is een plattegrond gemaakt van plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Rotterdamse hiphopscene. Zo ook club Imperium, waar Randy voor het eerst kennis maakte met bubbling. De installatie laat zien hoe mensen zich de fysieke stad eigen maken. Door ervaringen, herinneringen en ontmoetingen van buurtbewoners – waaronder Randy – te koppelen aan pleintjes, winkels en buurthuizen wordt het belang van deze ogenschijnlijk onbeduidende fysieke plekken zichtbaar gemaakt. Een andere installatie van Concrete Blossom toont een schetsontwerp voor het Bospolderplein. Onder leiding van architect Zico Lopes vertaalden jongeren en ontwerpers de behoeften uit de buurt naar een nieuwe inrichting voor het plein. De sociale gebruiken uit de wijk vormden het uitgangspunt. Het resultaat toont hoe de omgeving eruit zou hebben gezien als bewoners en gebruikers vanaf het begin betrokken zouden zijn bij de ontwikkelingsplannen.
In de volgende zaal brengt creatief bureau Brand New Guys ons terug naar het Rotterdam van 1996. Hier hangt het originele uithangbord van wijkgebouw Odeon (1924-2022). In de jaren tachtig kon je hier als muziekproducer kosteloos werken met de nieuwste PC’s en gloednieuwe software, waaronder het programma Fast Tracker 2.0. Randy legt uit dat met dit computerprogramma nog altijd bubbling beats worden gemaakt. DJ Moortje en MC Pester kwamen in de jaren tachtig op het idee om Caribische muziek versneld af te spelen. De versnelling gaf de muziek een aanstekelijke en dansbare beat. Bubbling was geboren. Wat weinig mensen zich realiseren is de enorme invloed die deze muziek heeft gehad. Via Nederlandse dj’s als Afrojack en Hardwell belandde bubbling ruim dertig jaar later in de internationale hitlijsten. Denk aan wereldwijde hits als Run the world van Beyoncé of Lean On van Major Lazer. “De invloed van bubbling is wereldwijd alomtegenwoordig”, aldus Randy.
In deze zaal treffen we ook een verwijzing naar de platenzaak Billboard Records. Hier werd de muziek verkocht waar in de buurt naar werd geluisterd, maar die elders niet of nauwelijks verkrijgbaar was. Het assortiment vormde de spiegel van de straat. Ook de cassettebandjes met bubbling kon je hier kopen, evenals de videobanden met daarop dance battles van legendes als Salomo, Reggie, Furgill, Clifton en Pschyco. In het midden van de tentoonstellingsruimte staat een interactieve Totem, waar Randy en ik een floppydisk insteken met daarop een interview met DJ Superior. “Hij maakte samen met Deep Cover misschien wel de allerbekendste bubbling plaat ooit: Cover Squad.” We lopen door naar de installatie met tien foto’s en tekeningen van fotograaf Ouxu Cheng en beeldend kunstenaar Erico Smit. Voor de tentoonstelling gingen zij terug naar de locaties waar het allemaal begon. Bij Smits tekening van kledingwinkel Street USA (1994-2007) staat Randy stil. “Zij verkochten de kleding die je echt moest hebben in die tijd, zoals truien van FUBU (For Us By Us) en Carlo Colucci. Nike Air Max kocht je bij Chabot of Perry Sport. Kleding was ongelofelijk belangrijk. Al verhongerde je, je moest er goed uitzien. Met kleding kon je laten zien wie je was of zou willen zijn.”
De rol van kleding binnen de hiphopscene wordt ook benadrukt door de installatie Past – Present – Future van het Rotterdamse kledingcollectief BANLIEUE, opgericht in 2015. Met het dragen van bepaalde kleding kun je een maatschappelijk tegengeluid laten horen. In het geval van BANLIEUE is dat het doorbreken van de bijkomende negatieve connotaties van het woord ‘banlieue’ (Frans voor getto, of achterstandswijk). Achter een transparant gordijn bevindt zich een billboard met foto’s van jonge mensen, de gemeenschap achter het merk. Met de installatie wil het collectief laten zien hoe belangrijk de relatie met hun achterban is. Zij krijgen hier letterlijk een gezicht. Net als veel andere hiphopkledingmerken, zet BANLIEUE zich lokaal in voor jongeren en community building. In 2021 startte het merk een eigen voetbalclub waar talentontwikkeling centraal staat. Daarnaast sponseren ze verschillende goede doelen.
We sluiten ons bezoek af met het bekijken van de documentaire The Party Never Ends (2022) van jongerenplatform Notes. De film geeft een inkijkje in de Rotterdamse block parties (buurtfeesten). Het concept verspreidde zich vanaf de jaren zeventig vanuit The Bronx (New York) over de hele wereld. Vaste ingrediënten zijn: een DJ, een MC (Master of Ceremonies), een PA-systeem (geluidsinstallatie) en (break)dancers. Met deze feesten claimen jongeren letterlijk hun plek terug in de meer en meer gegentrificeerde grootstedelijke ruimtes.
Een ding is duidelijk na het bezoeken van deze tentoonstelling: de locaties waar de Rotterdamse hiphopscene zich heeft ontwikkeld, hebben een grote culturele betekenis. Ze vormen een belangrijk onderdeel van onze postkoloniale geschiedenis. Veel van die plekken zijn in de loop der jaren verdwenen. Daarom is het des te belangrijker dat hun betekenis en identiteit wordt gedocumenteerd. Helaas is nog lang niet iedereen hiervan doordrongen. In het Nederlandse cultuur- en collectiebeleid is hiphop, op enkele uitzonderingen na, vrijwel onzichtbaar. Dit getuigt van onwetendheid en een gebrek aan erkenning. Hoewel deze tentoonstelling een stap in de juiste richting is, stelt ontwerpcollectief Concrete Blossom terecht de vraag: “als het ‘for us, by us’ is, hoe gaan instituten – waaronder dit museum – dan om met het cultureel kapitaal dat wij ‘mogen’ tentoonstellen?”. We moeten ervoor waken dat jonge en relevante partijen enkel te gast zijn bij onze culturele instituten. We moeten juist toewerken naar structurele samenwerking. Een mooie manier om dit te doen zou zijn door alle werken in de tentoonstelling aan te kopen. Het Wereldmuseum zou daarmee ook de relevantie van haar bestaande collectie eens te meer kunnen benadrukken. In een diasporische, multiculturele samenleving zijn onze ‘wereldcollecties’ relevanter dan ooit.
Lisanne Louise Bedaux is kunsthistorica en senior-adviseur cultuur en erfgoed bij de Nederlandse Unesco Commissie. Dit stuk kwam tot stand in nauwe samenwerking met Randy Telg, ondernemer en oprichter van dansgroep Groove Kings.