Weg van de natuur

Nathalie Hartjes

Natuur bezit niet alleen schoonheid. We mogen van de idylle genieten, maar de natuur kan zich zomaar, zonder voortekenen, tegen ons keren. Het afgelopen jaar is de weerbarstigheid van de natuur op harde wijze duidelijk geworden door het buitengewoon grote aantal natuurrampen die zijn voorgevallen. Voor Jans Muskee, samensteller van de tentoonstelling I talked to God in a phonebox on my way home, was de tijd rijp opnieuw te overwegen hoe de mens zich verhoudt ten opzichte van de natuur. In de tentoonstelling wil hij een beeld presenteren van de natuur die een aanvulling vormt op de recente opleving van de romantiek.

Met deze romantische insteek is Muskee op zoek gegaan naar beelden, die naar eigen zeggen het menselijk handelen relativeren. In veel werken is nog wel een menselijk aspect aanwezig, maar deze is ondergeschikt aan de almacht van de natuur. In het werk van Geer van de Klugt lijkt natuur allesoverheersend en de enige sporen van menselijke aanwezigheid zijn zichtbaar in een verlaten huis of een verongelukte vrachtwagen. Ellen Kooi combineert in haar foto’s computermanipulatie met een unheimische aanwezigheid van menselijke figuren in het Nederlandse polderlandschap. De op eerste oogopslag natuurlijk aandoende beelden blijken al snel kunstmatig en reflecteren onze illusie van natuur in een door mensenhanden geschapen landschap. En zelfs waar in de werken van Erik Odijk geen menselijke invloeden zichtbaar zijn, doen hun formaat en extreme detaillering alleen al de toeschouwer zich snel nietig voelen.

Met I talked to God in a phonebox on my way home slaagt Muskee er in een beeld van de natuur te presenteren die afwijkt van het geruststellende idee van de natuurlijke omgeving als heiloord. In alle werken is een zekere mate van dreiging aanwezig, de plek van de mens lijkt niet meer vanzelfsprekend, maar is een plek gegeven dankzij de gratie van moeder natuur. De werken in de tentoonstelling vormen hiermee een aanvulling op de geijkte romantiek waar de eenzame mens verschijnt in de grootsheid van de natuur. De nietigheid van de mens wordt in deze samenstelling getoond door middel van de onmogelijkheid onze aanwezigheid te legitimeren met de door mensenhanden geschapen middelen. De menselijke kunstmatigheid blijft onbeduidend tegenover de almacht van de natuur.

Helaas wordt de samenhang van de tentoonstelling in sterke mate bepaald door een gebrek aan verscheidenheid. Muskee lijkt een bepaalde diversiteit te creëren door ook foto’s en videowerken te presenteren naast de vele schilderijen, maar dit levert uiteindelijk geen gevarieerd beeld op. Het merendeel van de werken bestaat uit grimmige bosgezichten, die nauwelijks een vernieuwende kijk op de natuur bieden. Een groot deel van de getoonde werken zijn afgezaagd en van matige kwaliteit. Stoks werk toont een al te aanwezige afzien van de natuur en daarmee gaat elke mogelijke spanning verloren. De zoutloze bosgezichten van Van der Klugt lijken wel het werk van een depressieve Bob Ross en bezitten bovendien geen enkele vorm van een geraffineerde uitvoering. Dit alles maakt de tentoonstelling weinig uitdagend, de thematiek komt niet als vernieuwend uit de verf, en ook de individuele werken weten de boel niet bij elkaar te houden.

Gelukkig zijn er enkele werken aanwezig die echt de moeite waard zijn. Het werk van Odijk is hier een voorbeeld van, ondanks de kitscherige fantasy uitstraling, bezitten ze diepte die het werk tot leven brengt. Als je voor één van zijn reusachtige werken staat, bekruipt je het gevoel dat je de deur van kast die naar Narnia leidt hebt opengetrokken en zo het bos in kan verdwijnen. De korte filmpjes van Eelco Brand zijn de hoogtepunten van de tentoonstelling. De animaties wisselen het gezichtspunt van de kijker af van boven naar onder de oppervlakte. Het grasveld en de waterspiegel, die in de twee films het onderwerp zijn, bestaan enkel uit computerillustraties. Ze zijn enorm natuurgetrouw, waardoor er een continue wisselwerking ontstaat tussen de illusie van natuur en het besef van kunstmatigheid. Deze beelden doen je eigenlijk verlangen naar meer van dit soort artificiële hoogstandjes en laat de natuur verbleken.

I TALKED TO GOD IN A PHONEBOX ON MY WAY HOME, Samengesteld door Jans Muskee, t/m 18 februari 2006

Flatland Gallery, Lange Nieuwstraat 7, Abraham Dolehof, Utrecht