In rode letters van plexiglas staat zwierig geschreven: The ammunition of the nation, ofwel: De munitie van de natie. De sculptuur is één van de zes tentoongestelde werken van de Egyptische kunstenaar Hassan Khan in galerie Wilfried Lentz te Rotterdam. Het geëngageerde statement en het gebruik van verbindende letters – zoals we dat kennen uit bijvoorbeeld het Arabische schrift – doen vermoeden dat we te maken hebben een politiek-maatschappelijk getint oeuvre, maar dat blijkt niet juist. De presentatie toont het werk van een conceptuele denker die de werking tussen referentie en beeldvorming belangrijker acht dan de eventuele politieke boodschap.
Khan maakt sculpturen, videoinstallaties en geluidswerken, daarnaast fotografeert hij en schrijft hij essays. Hoewel niet al deze terreinen in deze tentoonstelling zijn vertegenwoordigd, geeft de presentatie toch een aardig beeld van Khans veelzijdigheid. De titel van de tentoonstelling verwijst bijvoorbeeld naar een installatie van een foto van een bankschroef, waartussen houten plaatjes van verschillende diktes zijn geklemd. De foto is voor deze tentoonstelling in een houten tafeltje gemonteerd.
Een totaal ander werk staat ernaast opgesteld: De zwart-wit, digitale animatiefilm Diagrams n. 1 – 6, 2007 toont gestippelde patronen van onder andere cirkels die op hypnotiserende wijze in elkaar overvloeien. De animatie is het resultaat van een onderzoek naar het omzetten van dromen in verschillende visuele vormen door middel van formules. Dan, in het midden van de ruimte, ondersteunt een massieve staaf van gevlochten ijzer het dak van de galerie, vanaf de vloer tot aan het plafond (The Twist, 2012). De ijzeren staaf lijkt te splijten onder het gewicht van het plafond, of toont in ieder geval een ontwrichte knoop op oog-hoogte.
Verder is er een selectie foto’s te zien uit de vijftigdelige serie Lust (2008). Het zijn snapshots van onder andere een boom in een park of de achterkant van een mannenhoofd. De bijna eenvoudige foto’s zijn genomen met een mobiele telefoon. Wat Khan zo bevalt aan deze wijze van fotograferen, is dat hij op deze manier de dingen en mensen om hem heen kan vastleggen met dezelfde vluchtigheid van de relatie tussen het subject en de omgeving. Deze fijngevoeligheid ten opzichte van het medium fotografie maakt de snapshots meteen minder banaal, en Khan ook minder gevoelloos tegenover mediumspecifieke eigenschappen dan zijn veelzijdige werkwijze aanvankelijk doet vermoeden.
Het meest recente werk is de geluidloze film Studies For Structuralist Film n. 2 uit 2013, met portretten van mensen die op een stoel zitten in een witte ruimte. De geportretteerden kijken recht in de camera, en hun blik volgt de roterende beweging van de camera om hen heen. Wat je niet hoort, is dat de personen om een persoonlijke herinnering wordt gevraagd. Alleen op die momenten verliezen zij het contact met de camera, om deze vervolgens weer te hervatten. Door de klassieke cameratechniek blijf je kijken, maar wie de personen zijn, blijft onbeantwoord. Mist de kunstenaar hier opzettelijk de essentie van een portret?
Khan is een kunstenaar die blijft fascineren. Verwijzingen in zijn werk – zoals naar de portretkunst – zijn niet eenduidig, waarmee hij ons met goede bedoelingen op het verkeerde been zet. Het is een spel tussen duiden en verwarren. Ammunition of the nation verwijst bijvoorbeeld enerzijds naar kogels voor vuurwapens, maar ammunition is tegelijkertijd te vertalen als ‘overwegingen om een stelling te bekrachtigen in een debat’.
Density, de foto van samengeperste plankjes hout, gaat over materialiteit en het meten van een dichtheid, of zou kunnen verwijzen naar een geo-maatschappelijke context. En Diagrams n. 1 – 6, met het wiskundig schouwspel van logaritmen in de vorm van een animatiefilm, bestaat uit de tegenstelling tussen een rigide formule en de absurditeit van dromen. Door de wisselwerking tussen these en antithese zijn we gedwongen na te denken over onze eigen referentiekaders. Met als bijkomstigheid dat zijn werk niet in één oogopslag te begrijpen is. De tentoonstelling is daarom een uitdaging voor de geoefende kijker en een raadsel voor de minder geïnformeerde voorbijganger. Maar de laatste zal niet snel de galerie binnenlopen. Met huisnummer Unit C 1.140 blijft Wilfried Lentz een van de het best verborgen plekken van Rotterdam.