Wachten op de trein

Roos Gortzak

Een man wacht op een perron, fototoestel op zijn buik. Hij doet wat op de trein wachtende mensen in koude tijden doen. Hij verplaatst zijn gewicht van de ene voet naar de andere, beweegt zijn in handschoenen gehulde vingers, loopt wat heen en weer. Onheroïsche handelingen van een doodnormale man, waarop de Londense kunstenaar Ben Judd (1970) desalniettemin zijn videocamera richt in de eerste paar seconden van zijn nieuwe video I Miss (2002). Daarna tast de camera het station af en brengt andere wachtende mannen in beeld. Ook zij trachten de kou te bedwingen door hun ledematen te bewegen en de tijd te verdrijven – al etend, pratend en rondkijkend. Een reeks andere handelingen komt in het vizier en het wordt duidelijk wat hen hier samenbrengt. De trein. Ja, de trein. Maar niet om in te stappen en elders heen te reizen; het gaat hen om het vastleggen van het type trein, in notitieboekjes, op fotorol, video- of taperecorder.

Ben Judd legt op zijn beurt de treinspotters vast, grotendeels onopgemerkt. Er zijn slechts enkele treinspotters die zijn videocamera in de gaten krijgen. Eén van hen neemt zelfs de benen na een zichtbare twijfel of hij Judds blik zal beantwoorden met het richten van zijn videocamera op Judd. Even zou dat aardig zijn geweest, maar al snel zou het een saaie, hedendaagse versie hebben opgeleverd van het spelletje wie er het langst in de ogen van de ander kan kijken. En saai is I Miss niet. Integendeel.

Dat het kijken naar deze met de hand gefilmde, nauwelijks bewerkte beelden van niet erg tot de verbeelding sprekende mannen niet gaat vervelen ligt aan Judds beslissing om de geluiden van dit station in Engeland te vervangen door een voice-over. Hij koppelt de beelden daarmee los van hun lokale lawaai en plaatst deze in een andere context. Nog voor het eerste beeld van de video verschijnt, hoor je een magnetiserende mannenstem de woorden uitspreken: "I miss the way you rub your nose". Kort daarna volgt het al eerder beschreven beeld van man met fototoestel, die inderdaad een fractie later aan zijn neus wrijft. De vertraging levert iets komisch op. Is deze man werkelijk het object van gemis en niet een mooi meisje in de rol van verloren geliefde? De stem gaat verder met het opnoemen van al die andere maniertjes die hij mist; "the way you wave your hand, the way you point, the way you touch your camera". Steeds zie je de man vervolgens deze handelingen uitvoeren. Is dit dan een eerbewijs aan een overleden vader? Neen. Al snel wordt duidelijk dat niet deze man, maar een veelvoud aan treinspotters door de voice-over tot de gemiste ander wordt gemaakt. Dit verspringen van focus maakt het mogelijk het samengaan van woord en beeld los te laten. De video is daardoor – gelukkig – meer dan de ontdekking van het verband tussen de woorden van de voice-over en de handelingen van de mannen.

De discrepantie tussen woord en beeld geeft je de ruimte om stil te staan bij eigen herinneringen. Wie mis jij? En wat mis jij van die persoon? De onmogelijkheid om dit gemis te vertalen naar een helder beeld dringt zich op. Het menselijk geheugen is wellicht teveel gaan vertrouwen op externe middelen om dingen te onthouden. Het is mogelijk dat het hedendaags geheugen door de komst van het fototoestel niet langer in staat meer is om visuele beelden op te slaan om deze vervolgens naar believen op te roepen. Dat ook de foto faalt in het vertalen van een persoon in een beeld, beschreef Roland Barthes prachtig. Een foto van zijn overleden moeder, zoals hij zich haar herinnert, kan hij niet vinden.

Ben Judd lijkt het hedendaags collectief geheugenverlies (of in ieder geval een afstomping van een deel van ons geheugen) te betreuren. De laatste zin in de video zou zo geïnterpreteerd kunnen worden. Je hoort: "I miss the way you look at things". Je ziet een jongetje dat als een gek probeert alle nummers van de voorbijschietende trein op een taperecorder in te spreken. Kijken doet hij dus niet echt. De trein ziet hij evenmin. Het feit dat de trein in Judds video ook slechts als een flits aan zijn lens voorschiet, onderstreept dat het hem er meer om gaat de absurditeit van de menselijke wens alles vast te leggen te tonen, dan de essentie van de trein in beeld te brengen. Het allerlaatste woord in de video is bovendien "things", niet "trains". Judd slaagt erin het specifieke te ontstijgen. Op subtiele wijze heeft hij dit typisch Engelse fenomeen "trainspotting" – Engeland kwam begin negentiende eeuw als eerste met de trein als openbaar vervoersmiddel, waardoor er al 100 jaar geschiedenis op wielen de Britse stations passeert – weten te vertalen naar de globale obsessieve verzamelwoede van onze hedendaagse samenleving als compensatie voor ons collectief geheugenverlies.

In I Miss wordt, naar mijn mening, op een prachtige manier het voorbijgaan van de tijd verbeeld. De trein wordt metafoor voor het leven. En of je die nu wel of niet vastlegt op camera of in notitieboek, de trein komt toch wel.

BEN JUDD, I MISS (2002), 24 nov tm 31 dec 2002

PS, Leidsekade 60, Amsterdam, t 020 6209303
(de video is op afspraak nog te bezichtigen)