Wat is TED?
‘It’s like a 20-course meal.’
‘It’s a theme park for my brain.’
‘A roller coaster of joy.’
‘A marathon of ideas.’
Het format van TED is simpel. Een spreker op een podium krijgt 18 minuten om een verhaal te vertellen. In die 18 minuten presenteert hij een idee. Typisch Amerikaans, de gedachte dat het snel kan, dat je ideeën het best in hapklare brokken kunt serveren. Fastfood. 18 minuten is natuurlijk veel te kort, welk idea worth spreading kun je uit de doeken doen in 18 minuten? Toch krijgt een spreker geen seconde langer. Als zijn spreektijd op is, wordt hij afgekapt door een stem genaamd William die op zangerige, treiterige toon dwars door de woorden van de spreker sonnetten van Shakespeare begint voor te dragen. ‘You may be at TED, but you’re still in Europe,’ merkt moderator Joris Luyendijk op.
Hans Aarsman werpt in zijn TED-talk zijn jas over de klok die aftelt. 18 minuten lijkt wel een psychologische tijdsgrens: ben je net opgewarmd voor een spreker en zijn idee, mag je het vervolgens zelf uitzoeken. Aan het eind van de dag – 12 uur en 22 sprekers later – was ik in ieder geval bekaf, kop vol ideeën, maag vol catering, goodie bag vol spullen, notitieboek vol aantekeningen, maar ook met een raar leeg gevoel: oké, wat nu?
Waarom spoel ik inderdaad mijn ontlasting gedachteloos door de wc zonder er iets mee te doen – what a waste! (evolutionair ecoloog Louise Vet), waarom eet ik varkens en geen insecten (hoogleraar entomologie Marcel Dicke), terwijl varkens het milieu enorm belasten en ik niet eens door heb dat delen van datzelfde varken in bier, sinaasappelsap en drop zitten – moet ik die dingen nog eten en drinken nu ik het wel weet? (ontwerper Christien Meindertsma). Waarom bedenk ik geen dingen voor autisten, maar voor koopkrachtige dertigers, de lievelingsdoelgroep van adverteerders (Gary Carter, hoofd entertainment bedrijf), waarom laat ik mijn stem niet horen over het feit dat we miljarden in banken stoppen om ze te redden, terwijl een fractie van dat bedrag genoeg is om alle energie die we op aarde nodig hebben uit de woestijn te halen (energie-expert Gerhard Knies), waarom sta ik zelf niet aan het begin van een wave of change (prinses Mabel van Oranje)?
Opgezadeld met een enorm schuldgevoel, nog eens extra ingepeperd door Joris Luyendijk die het publiek op het hart drukt dat het zich inderdaad schuldig moet voelen omdat 4000 anderen ook graag een kaartje voor TED hadden gehad, laat ik een golf optimisme over me heen komen. Ik ben een spons, ik zit in de zaal, ik consumeer. Ik huil mee bij de rabbi voor wie een ander zijn leven gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog (rabbijn Awraham Soetendorp), ik lach om de Deense architect die met een geestig voorstel voor de Shanghai World Expo in 2010 komt (Bjarke Ingels). Hij wil de zeemeermin, de best bezochte toeristische attractie van Kopenhagen, zes maanden naar China verplaatsen, omdat hij toevallig op het spoor kwam dat er ooit drie sprookjes van Hans Christian Andersen naar het Chinees zijn vertaald, waaronder De kleine zeemeermin. Tijdens die Expo zal de sokkel in Kopenhagen leeg zijn of gevuld met een panda (‘idee van de Chinese autoriteiten’). Toekomstige toeristen zijn alvast gewaarschuwd.
Ik hop van feelgood vibe naar feelgood vibe en in de korte pauzes (die ook barstensvol talks en presentaties zitten) realiseer ik me dat ik niet zelf op het podium sta met een idee. Sterker, ik doe helemaal niets, terwijl de Pot of Gold toch echt in mezelf zit (ondernemer, schrijver en filantroop Jacob Gelt Dekker). Ik embrace geen fear, ik kijk de ander niet recht in de ogen zoals de politicus graag wil (staatssecretaris Frans Timmermans). En de gedachte dat de aarde nog maar 23 jaar bepaalde grondstoffen kan leveren, slaat me lam. Het idee dat de technologie er al lang is om het op te lossen, deprimeert. Iets doen is altijd beter dan niets doen – beweert redacteur en schrijver Kevin Kelly over het gebruik van technologie. En ik twijfel. Ik word zenuwachtig van calls to action, van optimisme. Ik voel geen change. Vandaag wel natuurlijk, hier met zijn allen in de zaal, maar morgen… morgen is een gewone grijze dag.
Misschien dat daarom de ideeën zonder call to action en zonder peptalk me het meest aanspreken. Gewoon nadenken – hoewel die 18 minuten juist voor dit soort verhalen dodelijk zijn. In korte tijd is het lastig om de snaartheorie uit te leggen (wiskundige en universiteitshoogleraar Robbert Dijkgraaf). En ik weet nog steeds niet precies wat een ‘holon’ is (het heeft iets te maken met het feit dat we zowel een deel zijn als een geheel), maar die inkijkjes fascineren, net als het idee dat tijd een constructie is van het brein (astronaut en hoogleraar Wubbo Ockels). Eigenlijk zou je schoolklassen naar de TED-talks moeten sturen in plaats van genodigden en sponsoren. Met meelwormen die je mag proeven, ontlasting die je kunt hergebruiken en een goodie bag vol boeken en dvd’s krijg je ze vast enthousiast voor een betere wereld.
De eerste Technologie, Entertainment & Design (TED) conferentie was in Long Beach in Californië in 1984. Nog steeds vindt daar jaarlijks een TED conferentie plaats. Sinds enige tijd breidt deze vorm van bij elkaar komen zich uit als een olievlek en dat is precies de missie van TED, waarbij het uiteindelijk draait om ideas worth spreading. Er is de jaarlijkse TEDGlobal conferentie in Oxford en een drukbezochte TEDTalks video website. Meer dan 300.000 mensen bekijken dagelijks online een TEDTalk en dat aantal groeit exponentieel. TED stimuleert ‘TED like events’ in je eigen stad en huiskamer. TED vrijwilligers zorgen voor vertaling van voordrachten in zoveel mogelijk talen. Ook maken ze transcripties zodat online alle talks doorzoekbaar, indexeerbaar en vindbaar zijn. Tegelijkertijd zijn de bijeenkomsten extreem elitair. Als je er in Long Beach bij wilt zijn, kost dat 6.000 dollar, ook voor de sprekers. In Amsterdam werd de bijeenkomst betaald door sponsors en was ze alleen toegankelijk voor 400 genodigden.
Meer informatie over TEDxAmsterdam.