Schoonheid bedwingt demonen

Rosa Juno Streekstra
Iris van Dongen, SUSPICIOUS III, 2008

Ze staat al op je te wachten. Haar lange benen gehuld in enkel een doorzichtige panty. Een hand stevig in haar zij gedrukt en haar gezicht naar je toegekeerd. De slang die ze vasthoudt lijkt in jouw richting uit het papier te schieten. Je bent gesignaleerd.

Met dit sterke werk, getiteld Suspicious III, opent de overzichtstentoonstelling met tekeningen van Iris van Dongen in het Stedelijk Museum Schiedam. In de traditie van de negentiende-eeuwse prerafaëlitische en symbolistische schilderkunst creëert Van Dongen (1975) met monumentale portretten van jonge vrouwen een nieuwe romantiek in onze tijd. De gothic meisjes en vrouwelijke hooligans (de laatsten helaas niet op deze tentoonstelling te zien) die zich op haar eerdere werken nog leken te verzetten, hebben zich nu vrijgevochten. Getransformeerd tot hedendaagse versies van klassieke godinnen vullen zij de tentoonstellingszalen. Trots, sterk en zelfverzekerd. Ze stralen een imponerende directheid uit, die versterkt wordt door de grote formaten en heldere kleuren van de tekeningen.

Uit de tentoonstellingstitel blijkt echter dat onheil ook altijd op de loer ligt. Naast het goede bestaat het verraderlijke kwaad. Toch wordt in de tentoonstellingstekst en de catalogus met name ingegaan op de kracht van de ‘slangenbezweerders’ die te zien zijn in de centrale serie Suspicious. Tegenover deze zichtbaar sterke vrouwen, heer en meester over hun slangen, staat echter ook het pakkende beeld van de blonde vrouw dat in de laatste zalen van de tentoonstelling naar voren komt. Op meerdere tekeningen zit zij in zichzelf gekeerd op haar stoel. Zal zij haar demonen – iets waarmee we volgens Van Dongen allen moeten leven – net als de anderen de baas blijven?

Wat de vrouwen gemeen hebben, is dat zij allen uitermate mooi zijn: zowel fysiek knap als mooi getekend. Schoonheid en ook de virtuositeit van de kunstenaar mogen eindelijk weer schaamteloos getoond worden, zo schreeuwen de tekeningen. Van Dongens virtuositeit uit zich ten eerste in de bijzondere techniek die ze steeds verder ontwikkeld heeft. Als een schilder bouwt zij haar tekeningen in meerdere lagen op, waarbij pastel en houtskool gecombineerd worden. Op deze manier ontstaat een verrassende en intrigerende diepte in de donkere tekeningen. In die donkere omgeving van lagen zwarte houtskool licht de huid van de modellen op. De vrouwen stralen hierdoor extra sterk. Tegelijkertijd behouden de dichte tekeningen zo een mooie openheid. Opvallend aan Van Dongens werkwijze is ook dat ze, net als de oude meesters, kleding gebruikt om haar kunnen tentoon te spreiden. Je voelt de gladheid van een satijnen blouse en de zwaarte van een lange, geplooide jurk.

Als deze schoonheid van het beeld of van de vrouw wordt ontwricht, wordt het nóg interessanter. Bijvoorbeeld wanneer een grijze jas van dichtbij bekeken blijkt te bestaan uit kleine vlekken van afschuwelijk vloekend geel, blauw en roze. Of als het pixelachtige motief van een wandkleed in sterk contrast staat met de fijnheid van een jurk. En waar een vrouw met een knap gezicht maar erg uitstekende neus ook nog een afgrijselijke roze-gele blouse draagt. Juist de mooie lelijkheid in deze werken houdt je aandacht vast.

De kwaliteit van de afzonderlijke werken wordt bovendien nog ondersteund door een interessante dynamiek die ontstaat door de combinatie van de tekeningen. De vrouwen beheersen niet alleen het papier, maar ook de tentoonstelling. Wat zij hoofdzakelijk doen, is ‘kijken’, met paarsomrande, bloeddoorlopen of zwartopgemaakte ogen. Jij bevindt je in hun midden, en zij kijken je recht aan, strak langs je heen of bevinden zich starend in hun eigen droomwereld. Soms, als zij omringd zijn door een zwarte waas, staan de ogen juist centraal, doordat je niet kunt zien in welke richting gekeken wordt. Het is een spel van bekijken en bekeken worden. Een spel met de toeschouwer waarbij Van Dongens vrouwen in control zijn. Het gaat hier niet om een voyeuristische gaze van de beschouwer, maar eerder om de kruisende blikken van de vrouwen en de toeschouwer, waardoor je je sterk bewust wordt van je eigen fysieke aanwezigheid in de ruimte.

Hoewel een overzicht en ontwikkeling van het oeuvre getoond wordt, zijn de werken niet chronologisch geordend. Bij het samenstellen van de tentoonstelling lijkt eerder vanuit de tekeningen zelf gedacht te zijn, wat verrassende combinaties opgeleverd heeft. Een uitdagende pin-upgirl hangt schuin tegenover een ineengedoken, in een deken gewikkelde vrouw. En een meisje dat vragend uit een bos takken tevoorschijn komt en een klein slangetje vasthoudt, staat in de eerste zaal in dialoog met de stoere vrouw wier lange benen omringd zijn door meerdere krioelende slangen. De spanning die in de ruimtes ontstaat, wordt nog verder versterkt door het feit dat een aantal modellen op meerdere werken terugkeert, wat de indruk geeft van een filmisch narratief.

Doordat je op deze manier actief door de tentoonstelling geleid wordt, vergeet je bijna dat er op de individuele werken ook dingen aan te merken zijn. Van Dongens bijzondere techniek zorgt namelijk – heel paradoxaal – ook voor herhaling. In de meest recente werken zien we bijvoorbeeld dat Van Dongen de achtergrond heeft samengesteld uit een ondertekening van gekleurde vlekken die door de bovenlaag heen schijnt. Een aantal tekeningen wordt hierdoor versterkt, maar het maakt andere ook enigszins voorspelbaar. We zien immers telkens dezelfde soort achtergronden terug. Als deze door assistenten opgezette achtergronden bovendien in de tekening als het ware teveel op de voorgrond treden, ontstaat het idee dat ze slechts als (overbodige) decoratie fungeren. Op dezelfde manier gaan ook de roze en rode schoentjes die meerdere keren opduiken aan de voeten van de heldinnen vervelen, terwijl ze juist bedacht lijken om door het contrast een bepaalde spanning in het beeld te creëren. Net zoals de mooie meesteressen een duistere kant bezitten, blijkt ook hier dat het goede een keerzijde heeft. Teveel sterke vrouwen kunnen elkaar tenslotte ook afzwakken.

SUSPICIOUS: TEKENINGEN 2003-2009
Iris van Dongen
25 januari t/m 10 mei 2009

Stedelijk Museum Schiedam
Hoogstraat 112-114, Schiedam

Iris van Dongen, SUSPICIOUS IV, 2008
Iris van Dongen, SHE IS THE NIGHT, 2004
Iris van Dongen, EXEGESIS, 2008