Itay Ziv

Irene de Craen

Wanneer je de installatie My Ghetto van de Israëlische kunstenaar Itay Ziv (1976) binnenstapt, word je overvallen door een gevoel van totale onbezorgdheid. Op vier muren hangen afbeeldingen van bloemen die door hun eenvoud en overeenkomstigheid op een oneindige herhaalbaarheid lijken te wijzen. Dit gevoel wordt nog eens extra benadrukt door een bureau dat in de hoek staat waarvan iemand net lijkt te zijn weggelopen: op het beeldscherm staat Photoshop nog aan, de afbeeldingen van nóg meer bloemen rollen uit de printer ernaast.

De opgetogenheid die My Ghetto in eerste instantie veroorzaakt, verbleekt al snel bij het zien van een video waarin de kunstenaar de gruwelijkste verhalen over geweld en marteling vertelt. Verhalen over mensen die op huiveringwekkende manieren gekweld worden, terwijl anderen erbij staan te lachen. Door de fragmentarische verwerking van de beelden en de manier van vertellen lijkt het alsof de gruweldaden waarover Ziv spreekt net gebeurd zijn en alsof hij er zelf bij was. Lichaamstaal en intonatie zijn als die van een ooggetuige net ná het zien van de vreselijke gebeurtenis. Een moment waarop het onwerkelijke nog werkelijkheid moet worden en het trauma nog niet volledig verwoord kan worden.

Maar over welke gruwelijke gebeurtenis heeft Ziv het nou eigenlijk? Hij spreekt over muren, over donkere kleuren, grote gebouwen die allemaal op elkaar lijken. Over swastika’s en dronken mensen. Heden en verleden, feit en fictie lijken elkaar te kruisen in de monoloog van Ziv. Is het een persoonlijk verleden waar de kunstenaar verslag van doet of is het een gedeelde geschiedenis van geweld en agressie waar de kunstenaar uiting aan geeft?

De monoloog loopt af en op een ander beeldscherm begint de volgende video. In beeld is wederom de kunstenaar. Op de achtergrond speelt een blues-achtig deuntje. Het nummer heeft dezelfde titel als de installatie. Over de zang heen begint Ziv met de vertaling van de tekst. ‘Bitter ghetto, sweet ghetto, hated ghetto, beloved ghetto.’

De woorden blijven zich herhalen in mijn gedachten en zo begint de fictieve realiteit van Ziv ook bij mij vorm te krijgen. Het getto van Ziv is geen geografisch gedefinieerde locatie, maar een denkbeeldige ervaring die hij, net als de zanger van het lied, overal met zich meedraagt. Dit persoonlijke getto is positief, noch negatief, maar een onontkoombaarheid die toch heel eigen – en uiteindelijk zelfs onmisbaar – kan worden.

Itay Ziv, MY GHETTO, 2009

RIJKSAKADEMIE OPEN
Zaterdag 28 en zondag 29 november 2009

Rijksakademie van beeldende kunsten
Sarphatistraat 470, Amsterdam

Meer over Itay Ziv