‘Laten we lui zijn in alle dingen, behalve in het lief hebben en drinken, behalve in het luieren.’ – Gotthold Ephraim Lessing
Het is een taboe, een hoofdzonde zelfs, maar luiheid kent veel meer gedaanten dan die van de lamlendige slons. Het lonkt in alle kieren: uren zijn flexibel, dagen zwemmen door elkaar en werk is waar wifi is, net als Netflix. Wie verlangt er niet naar lekker niks? De onderhandeling tussen productiviteit en luiheid sluimert continu op de achtergrond, zeker nu de scheiding tussen werk en vrije tijd over de hele linie erodeert. En daarbij komt de culturele sector ineens als pionier in beeld (wil de kunstenaar met negen tot vijf mentaliteit opstaan?).
Marcel Duchamp produceerde zo weinig mogelijk zelf en zag daar de waarde van in. Hij wilde de luiheid zelfs letterlijk een plek bieden en een heenkomen op te richten voor luilakken om in te wonen. Dat project bleef steken in de conceptfase.
Met zijn koppige ontkenning van nut, is pure luiheid belangeloos en heeft net als kunst ‘autonomie’. Deze ondoelmatige positie is tegelijk een privilege en protest: zij neemt afstand van wat zoal als zinvol wordt gezien, en laat zich daarvoor ook niet instrumentaliseren.
Kazimir Malevitsj schreef over luiheid als het hoogste doel van de mens, en Mladen Stilinović omarmde het als essentiële eigenschap van de kunstenaar. Hij schreef erover in de tekst The Praise of Laziness (1993) en maakte de fotoreeks Artist at Work (1978).
De titel van Stilinović’ tekst en een paar foto’s uit zijn reeks vormden de basis van de open call voor dit nummer. De speelse reacties die het uitlokte geven een veelzijdige kijk op de luiheid en de relatie tot de kunsten. De teksten in dit nummer verschillen sterk van elkaar, toch zal bij het lezen vaak opvallen hoe de teksten rijmen, elkaar aanvullen of in dialoog treden.
‘I prefer not to.’ – Herman Melville
Ik zou je hier alvast op weg kunnen helpen door de teksten kort te introduceren en alvast wat rode draden aan te geven, maar ik bespaar me die moeite. Liever schrijf ik over wat ik opmerkte bij het lezen. In verschillende teksten komt naar voren hoe beperkt de ruimte is voor luiheid in de door deadlines gedreven (kunst)wereld; ze weerspiegelen ook de verstilling en vertraging die de kunst ons juist biedt. Ondertussen blijken de auteurs in staat het schrijven zelf op zulke verschillende manieren te benaderen. Sommigen vangen de overvloed aan woorden die ons omgeeft in hun tekst. Ze transcriberen, knippen, plakken en filteren om een nieuw licht op de zaken te werpen. Anderen betreden via het schrijven een denk- kijk- en luisterruimte die in het dagelijkse ritme wordt verdrukt. Zachtjes tikken ze zich door de nacht, zo stel ik me voor.
‘Words disappeared in sentences, meanings, information, in the process that is reading (a boring, very boring moving of the eyes)’ – Aram Saroyan
Daarmee ontstaat de vraag hoe we het lezen kunnen benaderen.Hoe dan ook biedt deze Tubelight een perfect excuus de waan van de dag te ontvluchten. Het komt allemaal morgen wel. Maak het je gemakkelijk en geniet van het lezen.
Floor van Luijk,
namens de redactie