“Ze molesteren het hele bankje, echt waar”, hoor ik een vrouw tegen de bakker aan de Zeilstraat zeggen. Door het raam zie ik een gouden bankje staan, op de stoep van het goudkantoor. Op het bankje zitten twee meisjes heftig te krassen. Waarschijnlijk zijn ze in dit gouden bankje de namen van geheime liefdes aan het vereeuwigen. Deze meisjes waren niet de enigen; er staan veel namen in het bankje gekrast, onder andere E+N, kus, HoiSarah! XxxMec). Zodra je op het bankje gaat zitten zie je dat er een metalen bordje op de rugleuning is vastgeschroefd: Sarah van Sonsbeeck. Municipality Of Silence, 2013.
Municipality Of Silence is een van de negen kunstwerken die tijdens de tweede editie van Kunst aan de Schinkel te zien zijn in de Schinkelbuurt in Amsterdam Zuid. KadS is georganiseerd door Marisol Ferradás, oprichter van Soledad Senlle Art Foundation, in samenwerking met curator Christine van de Bergh. Waar KadS vorig jaar de schoonheid en historie van de Schinkelbuurt centraal zette, laten de curatoren dit jaar de kunstenaars op gecommercialiseerde drukke plekken werken met als opdracht: zoek een manier om de buurtbewoners opnieuw met elkaar te verbinden.
Het werk van van Sonsbeeck heeft eenzelfde rauwe kant als de Schinkelbuurt. Het gouden bankje verbroedert niet alleen. Het daagt toeschouwers ook uit. Wanneer ze brutaal genoeg zijn om daadwerkelijk in het 22 karaats goud te schrapen ontstaan er interessante situaties. Op deze manier laat van Sonsbeeck de toeschouwer een grote rol spelen; het kunstwerk wordt geactiveerd door er in te krassen.
Ik ga het zelf uitproberen. Ik pak mijn sleutels, draai me naar de leuning van het bankje toe en voel meteen ogen in mijn rug prikken. Ik hoor ze denken: “Wat doet dat meisje daar?” Zelf waan ik me even een egoïstische vandaal. Een gevoelig punt, want onlangs is er een kunstwerk in de openbare ruimte vernield in Amsterdam-Zuid. Buurtbewoners zijn daardoor extra alert. De alerte buurtbewoners die zwijgen lijken met de titel Municipality Of Silence door Van Sonsbeeck bekritiseerd te worden. Aan de ene kant is het gouden bankje een vrijbrief voor vandalisme: je mag het molesteren. Tegelijkertijd lijkt de titel kritiek te geven op bijvoorbeeld de zwijgzame vrouw bij de bakker die de in haar ogen vandalistische meisjes niet aansprak.
Verderop staat het werk The Hut – A Quiet Wedge (2013) van Sachi Miyachi op het drukste kruispunt van de Schinkelbuurt. Midden op de rotonde staat een hut, een oase van stilte, waarin iedere voorbijganger zich kan opladen. Net als bij Van Sonsbeeck is de toeschouwer degene die het werk voltooit. The Hut – A Quiet Wedge en Municipality Of Silence zijn beide kunstwerken die de buurtbewoners en bezoekers actief betrekken. Alleen vraag ik me af welke buurtbewoners actief betrokken worden. De vrouw bij de bakker heeft het kunstwerk van Van Sonsbeeck indirect ervaren, toch ben ik bang dat de schuwere buurtbewoner wordt vergeten. Wie weet heb ik het mis en is zelfs deze doelgroep in The Hut – A Quiet Wedge te vinden. Idealiter wordt de hut van Mayachi door de omwonenden toegeëigend en omgetoverd tot een sociëteit, waar zelfs de dakloze uit de buurt zich thuis voelt.