Bellen in een blauwe badjas

Lise Lotte ten Voorde

De telefoon gaat: het is voor Ruth. Echtgenoot Nigel brengt haar de nieuwe draadloze telefoon. Terwijl hij naar de badkamer loopt, grist hij zijn camera van het dressoir. Zij weet hoe laat het is wanneer Nigel op de deur klopt en slaat snel een handdoekje om voor hij afdrukt.

Ruth on the phone van Nigel Shafran bestaat louter uit beelden. Beelden van Ruth aan de telefoon, gemaakt tussen 1995 en 2004. Ze zijn niet bijzonder goed belicht of genuanceerd van kleur. Het papier waarop ze gedrukt zijn is eigenlijk net iets te geel; de kleur van archieven. Hoewel de composities evenwichtig zijn, hebben de beelden iets weg van snapshots. Ze horen misschien niet thuis in een boek, zijn wellicht niet eens met die gedachte gemaakt.

Dat de foto’s acht jaar later zijn gepubliceerd, biedt ruimte voor speculatie. Is er iets gebeurd met Ruth? Is ze ziek of misschien zelfs dood? Nigel Shafrans andere werk werpt enig licht op de situatie. Hij is geïnteresseerd in scenario’s van het alledaagse, in het ‘gewone Londen.’ En waar manifesteert zich dit beter dan thuis, waar je subject nauwelijks opkijkt van jou en je camera?

Ruth belt ongestoord door, het liefst in een verschoten blauwe badjas en slippers met dikke zolen. Zittend in een rieten stoel bij een ladekast, aan tafel of naast het aanrecht, het snoer volledig uitgerekt. Zelfs tijdens het uitblazen van de kaarsjes op een verjaardagstaart. Zo nu en dan schermt ze haar gezicht af, vaak is ze verdiept in het telefoongesprek, soms krijgt de fotograaf een stralende glimlach.

Er is iets oprechts aan haar glimlach. Die is bedoeld voor de man achter de camera. Het is geen lach zoals modellen die hanteren; zij lachen door de camera heen naar ons, de consument. Zo’n vrouw is Ruth niet. Ze draagt spijkerbroeken en slobberige truien, af en toe een bloemetjesjurk. Er is nooit een spoortje make-up te bekennen. Ze lijkt altijd aan het werk of in verbouwing te zijn. Last van de papierstapels op haar bureau of de stofzuiger op haar bed heeft ze niet.

De ruimte (een atelier?) waarin Ruth telefoneert, inclusief de spullen daarin, verandert voortdurend van uiterlijk. De ruimte is klein en lijkt het enige vertrek te zijn waarin ze zich begeeft. Zeldzame doorkijkjes naar een keuken (een groot wijnrek op de koelkast) weerleggen dat beeld. Een fiets in de gang, een helm op het hoofd en een kaart van Londen aan de muur doen eveneens vermoeden dat Ruth heus wel buiten komt.

Soms is een foto ongeloofwaardig. Zoals die ene waarop Ruth net van haar fiets lijkt gestapt – muts nog op, handschoen nog aan de vrije hand. Ze staat alweer te bellen. Is ze verslaafd? Of kon ze haar bestemming niet vinden en is ze huiswaarts gekeerd om een telefonische routebeschrijving in te winnen (Google Maps bestond nog niet)? Misschien heeft Nigel haar gevraagd te doen alsof, for the sake of variety.

Op de laatste serie foto’s is Ruth zwanger. Ze draagt nog altijd haar slippers met gekruiste banden en dikke zolen. Midden in de chaos van een verhuizing zit ze met de benen over elkaar geslagen in een kuipstoeltje. Op haar knie balanceert een enorme ronde, halflege doos bonbons. Waarom eindigt het boek juist hier? Ligt het aan de nieuwe levensfase, of is Shafran het lopen beu?

Het boek is in de eerste plaats een ode aan Ruth. Aan haar onverstoorbaarheid, aan de gulle lach op een onbewaakt ogenblik. Tegelijk is het een ode aan het verleden, aan de telefoon-met-snoer. Maar bovenal is het een lofzang op het alledaagse, op de kleine dingen right under your nose. Door de komst van de draadloze telefoon en het mobieltje is telefoneren verschoven van iets intiems naar iets vluchtigs. Van iets waarvoor je de tijd neemt omdat je er stil bij moet zitten, naar iets waarbij enkel nog nog in steekwoorden gecommuniceerd hoeft te worden. In de loop van tien jaar is er zodoende ook voor de fotograaf iets veranderd: hij moet Ruth opeens achtervolgen om haar vast te kunnen leggen.

Al met al is Ruth on the phone een vrij klassiek boek. Onder de beschermende flap heeft het een gemêleerd grijs linnen kaft en letters in goudfolie. Deze sobere vorm is noodzakelijk voor het intieme onderwerp, dat zittend in een kuipstoel – met bonbons binnen handbereik en de mobiele telefoon op stil – moet worden bekeken.

RUTH ON THE PHONE
Nigel Shafran
Roma Publications, 2012
ISBN 9789077459768
www.nigelshafran.com