Lieflijk verontrustend

Patricia van den Ende
zonder titel, Birgitta van Drie, 2004, courtesy Signe

De expositieruimte van Kunstencentrum Signe is lang en smal en lijkt op een gang. Op één van de lange wanden in deze ruimte wordt een aantal tekeningen en schetsen getoond van Birgitta van Drie (1974, Amersfoort), een in Maastricht wonend en werkend kunstenaar. De werken bij Signe vormen een overzicht van haar tekeningen van de afgelopen zes jaar. In de voorste ruimte van het pand presenteert Van Drie boekjes van medekunstenaars uit binnen- en buitenland, die vaak door de kunstenaars zelf in kleine oplagen zijn uitgebracht. De presentatie in de achterste ruimte is sober, wat er voor zorgt dat de tekeningen alle aandacht krijgen. Terwijl je als bezoeker de gang helemaal tot het einde doorloopt, valt je blik op de ene na de andere afbeelding en maak je kennis met de wereld die de kunstenaar verbeeldt. Een wereld van ‘meisjestekeningen’ in aantrekkelijke pastelkleurtjes die lieflijk ogen, maar bij nader inzien een gevoel van verontrusting achterlaten. Dit wordt veroorzaakt door de donkere ondertoon die in een groot deel van de afbeeldingen aanwezig is.

Birgitta van Drie tekent met (kleur)potlood, pen, inkt en viltstift op klein formaat papier. De personages in haar tekeningen zijn voornamelijk meisjes: kleine meisjes, wat oudere meisjes, vrouwenfiguurtjes met grote blauwe ogen en blonde staartjes of vlechten, cartoonachtige illustraties van meisjes in allerlei situaties en omstandigheden, soms vergezeld door dierfiguren, kabouters of fantasiefiguren. Hoewel de voorstellingen slechts een klein deel van het papier innemen, vragen ze van de beschouwer een blik die langer duurt dan een eerste oogopslag. Hoe langer je naar de tekeningen kijkt, des te raadselachtiger worden de afbeeldingen en des te meer vragen worden er door opgeroepen.

Aandoenlijk is een kleine schets van een meisje met konijnenoortjes op haar hoofd, dat teder een diertje aait dat op de grond ligt. Het diertje lijkt nog het meest op een vogel. Na die constatering komen onmiddellijk verschillende vragen op: Als het een vogel is, waarom ligt hij dan op de grond? Is hij gewond, dood? Waarom aait het meisje een dode vogel? Welk kind aait een dood dier? Daarmee verdwijnt het aangename gevoel van vertedering en maakt plaats voor verontbehoortrusting. Een ander voorbeeld is een tekening van een kind met grote blauwe ogen dat verlangend kijkt naar een ingepakt cadeau dat voor haar op tafel ligt. Op tafel liggen echter ook, getekend in lichtgrijs en lichtroze, een bijltje en twee afgehakte handjes. Net zo vreemd is een meisje met een brede tandpastalach wier vingers van haar handen vallen en naar beneden dwarrelen; de nagels even kersenrood als haar lippen. Dan is er nog het kleine meisje met een duister, boos gezicht dat het gezicht van een ander meisje vertrapt en het meisje dat in bed ligt te huilen, op de vloer onder het bed vormt zich een grote plas tranen. Van deze tekeningen word je niet vrolijk.

De tekeningen laten de beschouwer zeer vrij om een eigen verhaal te bedenken bij het beeld dat hij ziet. Ze zijn vervreemdend, verontrustend. Een eenduidige betekenis is niet te achterhalen, echter qua gevoel zijn de tekeningen van Birgitta van Drie wel heel herkenbaar: verdriet, angst en geweld zijn aspecten in het leven van ons allen. Ik kan me voorstellen dat bijna ieder meisje wel eens in bed heeft gehuild, om wat voor reden dan ook.

Toch zijn er ook tekeningen bij die luchtiger of zelfs grappig zijn. Het enige schilderij in de expositie toont een figuur die lijkt op een grote rode aardbei met armen en benen en een gezichtje. Hij stapt rond in een landschap vol roze pompons op pootjes onder een strakblauwe lucht. Dit schilderij veroorzaakt een glimlach en een gevoel van nostalgie: de aardbei lijkt op de malle fantasiefiguurtjes uit boekjes of tekenfilms uit onze kindertijd.

De laatste tekening in de rij is een portret van een meisje in pastelpotlood op zwart papier. De geportretteerde figuur is echter slechts deels meisje. Ze is ook deels clown en deels doodshoofd. Het is deze laatste tekening die de aspecten van lieflijkheid, meisjesachtigheid en grimmigheid uit voorgaande tekeningen als het ware samenvat.

De zaaltekst bij een presentatie van Van Drie’s werk in het Bonnefantenmuseum Maastricht eerder dit jaar, bevat een citaat waaruit blijkt dat het haar wens is om een breed publiek te bereiken door toegankelijk werk te maken. Werk waarin de diepere inhoud als het ware verstopt is. Wie meer dan oppervlakkig kijkt, vangt een glimp op van die diepere inhoud waardoor de beelden weliswaar raadselachtiger worden maar ook meer gaan leven. Het puzzelen naar mogelijke betekenissen houdt niet op zodra je het pand van Signe hebt verlaten.

Birgitta van Drie presenteert: tekeningen en schetsen 2000–2006, BTA (Birgitta’s Temporary Art) Bookshop, t/m 5 november 2006, KUNSTENCENTRUM SIGNE, Willemstraat 91-A, Heerlen

overzicht tentoonstelling, Birgitta van Drie, courtesy Signe