“It’s a new day, it’s a wonderful day. The sun shines in the blue sky… I’m closing my eyes, I’m so happy”. In galerie Van Kranendonk in Den Haag word je bij de tentoonstelling Capriccio II uitgenodigd niet alleen naar kunst te kijken, maar ook naar muziek te luisteren. Muziek die door de kunstenaars bij hun tentoongestelde werk werd uitgekozen. Exposant Natascha Libbert koos bij haar foto Labadi Boy (2011) het nummer New Day van Arling & Cameron waaruit bovenstaande tekstregels komen. De happy peppy muziek klinkt zo opgewekt dat je je gaat afvragen of het werkelijk zo wonderful is, daar aan de Labadi-kust. Is dit niet te mooi om waar te zijn? Een vakantiestrand met nog lege ligstoelen, palmbomen aan de horizon en blauwe lucht. Labadi – ook wel La Pleasure Beach genoemd – ligt aan de Ghanese kust, de stranden zijn eigendom van plaatselijke hotels. Is deze in smetteloos wit gestoken Labadi boy een toerist, of wellicht een werknemer van één van de hotels die de stranden beheren? Is het werkelijk a wonderful day? En voor wie dan eigenlijk? Voor de Labadi-jongen zelf, voor de fotograferende toerist, of voor de bezoeker van de galerie? De muziek (en met name de tekst) werkt als ironisch commentaar.
Voor Capriccio II selecteerde Pim Voorneman negen kunstenaars. De tentoonstelling is een vervolg op de eerste Capriccio in het Haagse kunstenaarsinitiatief JCA de Kok vorig jaar. Net als toen liggen ook nu bij binnenkomst gekleurde mp3-spelers met witte koptelefoons op de bezoekers te wachten. Het is wonderlijk hoe verschillend de beeld-en-muziekcombinaties uitpakken.
Ronduit betoverend is het verbond dat ontstaat tussen de muziek van Alva Noto & Ryuichi Sakamoto en het schilderij van Roland Schimmel. Het schilderij Derwish Light Particle (2013) zuigt de blik van de toeschouwer naar zich toe, en door de koptelefoon met de muziek word je tijdelijk afgesloten van de buitenwereld, alsof je in een cocon van beeld en geluid beland bent, los van de werkelijkheid. De tijdsduur van het muziekstuk nodigt je uit om langer naar het schilderij te kijken dan je ‘normaal’ zou doen, met een bijna hallucinerende ervaring als gevolg.
De muziekkeuze van Olphaert den Otter vormt een groot contrast met de serene muziek van Noto & Sakamoto. Veel dramatisch geweld wordt erin afgewisseld met rustige stukken, het lijkt een groots, meeslepend verhaal te vertellen. Maar wat zegt dit overweldigende muziekstuk over het geschilderde Fire Islands (2013) van Den Otter? Fire Islands is een schildering op een slordig harmonica-gevouwen vel papier, waarop een leporello van ansichtkaarten is weergegeven. Op de ansichtkaarten staat een brandend boorplatform afgebeeld, een ‘fire island’. Als toeschouwer en ‑hoorder pijnig je je brein op zoek naar een link. Wat is dit voor muziek? En wat is de relatie met de ansichtkaarten? Wat vertelt de dramatische compositie over dit werk? Terwijl de muziek doorspeelt heb je alle tijd de schildering nauwkeurig af te speuren, en dan zie je het. Op het omslag van de kaartenleporello staan de namen van de geadresseerden geschreven: Charles Ives & Malcolm Morley. Charles Ives is de componist van het door Den Olphaert gekozen muziekstuk, Malcolm Morley is een Britse schilder die halverwege de jaren 70 onder meer het werk Miami Postcard maakte: een prent van een leporello met ansichtkaarten van Miami. Den Otter brengt in zijn werk de schilder en de componist dus bij elkaar in de vorm van een adressering. Indirect verwijst hij naar hen met een citaat van het beeld van Morley en het uitgekozen muziekstuk van Ives (dat weer uitgevoerd is door andere musici).
De deelnemers aan Capriccio II verleiden de toeschouwers met hun muziekkeuzes tot verrassende observaties. De roffelende marsmuziek van jazzdrummer Martin van Duijnhoven kleurt de groene lijnen van het schilderij van Jos van Merendonk legergroen, en verandert ze in de sporen van een marcherende stoet. De rondingen uit Henri Jacobs’ werk bewegen als wiegende heupen mee op het nummer Peaches en Regalia van Frank Zappa. En onder de klanken van Nicolas Wilmouths muziekkeuze verandert de stijve primula op zijn foto in de koningin van de dansvloer. Muziek kleurt het kijken, zoveel is zeker na deze tentoonstelling. De verbeelding van de toeschouwer wordt aan het werk gezet, en dat levert mooie kijkervaringen op.