Er bestaat onenigheid over wanneer de TENT Academy Awards (TAA) zijn opgericht. Sommigen zeggen dat het 13 jaar geleden was, en anderen 14 jaar. In ieder geval zijn ze net na de oprichting van TENT Rotterdam in het leven geroepen. De prijs had toen nog een informele vorm, maar is in de loop der jaren uitgegroeid tot een professionele toonaangevende competitie tussen de beste afstuderende audiovisuele studenten van Nederland. Hoewel er weinig bekend is over het prille begin van de Awards, weet TENT-directeur Mariette Dölle wel waarom deze competitie is opgericht, en dit draagt ze nog steeds uit.
Mariette Dölle: “Toentertijd zijn de TAA opgericht omdat we bij TENT altijd kijken naar nieuwe trends en ontwikkelingen. Er was de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst, de Prix de Rome, maar er waren heel weinig prijzen voor een van de belangrijkste materialen waar kunstenaars mee werken: bewegend beeld. Het is begonnen als een compensatie van een gemis. Inmiddels heeft die inschatting van vroeger zichzelf bewezen, want als er iets is wat de kunstenaar van nu gebruikt, dan is het bewegend beeld. Het vroegere tekenblokje is vervangen door een camera die je in je telefoon hebt zitten. Bewegend beeld is de visuele taal van nu. Daarom is het belangrijk om kunstenaars die deze taal gebruiken te steunen.”
Hoe hoop je dat de TAA zich in de toekomst zullen ontwikkelen?
“Het belangrijkste is en blijft het steuntje in de rug voor jonge kunstenaars. Film is een genre dat in de kunstwereld groot is, maar nog steeds wat hordes te slechten heeft. Bijvoorbeeld de museumruimte die nooit echt helemaal bestand zijn om videokunst te tonen. Je ziet wel dat er langzamerhand conservatoren worden aangenomen die videokunst verzamelen. Gek genoeg lopen we nog steeds voor, en kunnen we kunstenaars met deze prijs een breder platform bieden. Daarom zijn we ons aan het ontwikkelen naar een landelijk gezaghebbend prijsniveau. Dat zie je aan de juryleden die we aantrekken. Het zijn over het algemeen mensen die hun sporen verdiend hebben in de Nederlandse kunstwereld. En we kijken voorzichtig hoe je de prijs ook op Europees niveau gezag kunt geven. We doen dat door elk jaar een gastland uit te nodigen en daar te kijken wie de veelbelovende jonge audiovisuele kunstenaars zijn.”
Op welke niveau’s werkt die kruisbestuiving tussen Nederland en een gastland?
“Het werkt op het niveau van de Nederlandse kunstenaars wordt getoond in het gastland, en de kunstenaars van het gastland hier. Het werkt ook op het niveau dat scouts (professionals uit musea en galeries) uit het gastland de Nederlandse selectie zien, en Nederlandse scouts zien de buitenlandse selectie. De kruisbestuiving ligt dus voornamelijk op het professionele vlak. Daarnaast krijgt de Nederlandse kunstenaar die de prijs wint een residentie in het gastland. Hij of zij krijgt begeleiding van professionals. Wat natuurlijk een geweldige kans is om je netwerk te verbreden. Andersom krijgt de buitenlandse kunstenaar hier een residentie.”
Waarom is dit jaar Finland het gastland?
“We kijken ieder jaar naar een land met een bloeiende film of moving image-cultuur dat een voorbeeld kan zijn voor Nederland, of waar Nederland juist een voorbeeld kan zijn voor het gastland. Ten eerste is Finland een heel klein land, maar het is heel groot in zijn verhalende filmtraditie, zowel in de beeldende kunst als speelfilm.
De twee pijlers waar de hedendaagse Finse film op steunt zijn Eija-Liisa Ahtila en Aki Kaurismäki. Ahtila is een bekende Finse filminstallatiekunstenaar die al in de jaren negentig nationaal furore maakte met ongelofelijk mooie poëtische, mysterieuze Finse films. In de helft van de films zie je het Finse landschap aan je voorbij trekken. Kaurismäki is een vooraanstaande Finse filmregisseur die belangrijk is voor de Europese arthouse cinema. Het zijn gekke films over Finnen die veel drinken, maar weinig zeggen. Zij beïnvloeden heel erg hoe er over film, bewegend beeld en verhalen vertellen gedacht wordt.
Daarbij zijn ze in Finland begonnen om de Finse speel- en kunstfilm meer bekendheid te geven in Europa. Er waren ook al Finse films te zien op het Rotterdamse filmfestival IFFR. TENT wil echter niet de aandacht alleen vestigen op grote namen, maar juist de jonge generatie Finse filmmakers laten zien. Daarbij kan de winnaar tijdens de residentie leren van de rijke Finse traditie.”
In hoeverre zie je de winnaars zich verder door ontwikkelen, als ze weer terugkomen van hun residentie?
“Bij de een zie je dat soms meer dan bij de ander. We laten vaak winnaars en genomineerden in onze eigen programma’s terugkomen. Er zijn een paar voorbeelden van hele goede doorontwikkelingen. Een voorbeeld is Floris Kaayk, hoewel hij net tweede geworden was bij de TAA in 2006. Hij had de fenomenale afstudeerfilm Metalosis Maligna gemaakt over mensen die een nieuw virus hebben waardoor ze langzaam in een machine veranderen. Hij is bij het grote publiek bekend geworden met zijn mockumentary over een jongen die de vleugels van Leonardo da Vinci namaakt en daarmee kan vliegen. Het filmpje is viral gegaan over de hele wereld, en daardoor was hij te gast bij De Wereld Draait Door. Hij heeft dit jaar de Volkskrant Beeldende Kunstprijs gewonnen en vorig jaar hebben we hem als jurylid gevraagd voor de TAA. Dat een deelnemer deel wordt van de jury vind ik heel bijzonder.
Twee andere succesvolle deelnemers van de TAA zijn Witte van Hulzen en Sander Breure, de winnaars van 2009. Zij hadden onlangs een performance in het Stedelijk Museum. Je ziet dat de prijs bij hen echt een startpunt is geweest voor hun carrière. Als TENT proberen we daar hard aan te werken met screenings van het werk en de verspreiding van de dvd die we uitbrengen en aan kunstprofessionals geven. Dus naast het jonge geïnteresseerde publiek, vinden we het belangrijk dat (festival)curatoren en galeriehouders kijken naar de selectie en de winnaars.”
Kun je ontwikkelingen in de videokunst zien door jaarlijks naar de selectie van de TENT Academy Awards te kijken?
“Er zijn twee grote ontwikkelingen te zien op het gebied van techniek en inhoud. Er is nu zo’n brede en democratische beschikbaarheid van filmapparatuur en montageprogramma’s. Films kunnen door kunstenaars op zo’n hoog niveau gemaakt worden dat je er koud van wordt.
Daarnaast zijn er trends te zien die komen en gaan, zoals onderwerpskeuze. Eind jaren negentig zag je veel loops en documentaire-achtige films. De laatste jaren zie je een sterke ontwikkeling naar fictie, waarbij het werk verder komt af te staan van het persoonlijke leven van de kunstenaar. Het zijn echter golfbewegingen en zulke dingen kunnen weer terugkomen. Hoewel er niet jaarlijks een nieuwe trend te zien is, zie je het in de selectie opkomen en wegebben.”
Wat verwacht je van de aankomende selectie kunstenaars van de TENT Academy Awards?
“Ik ben benieuwd naar de lichting kunstenaars van dit jaar. Kunstenaars zijn nu in een heel ander domein terecht gekomen dan vroeger. Dat betekent dat het belangrijker dan ooit is dat de kwaliteit die ze hebben kunnen bereiken tijdens hun opleiding in de beschermde omgeving van de academie, behouden blijft na hun studie. Jonge kunstenaars zouden zich niet gedwongen moetne voelen om concessies te doen in hun werk om aan de vraag van de markt te voldoen. Het is complexer geworden voor kunstenaars om dat vol te houden. Het wordt belangrijker dan ooit om te kijken of we jonge kunstenaars met de TAA in de kijker kunnen spelen.
Daarom hebben we gekozen om voor de eerste keer dit jaar de Nederlandse en Finse winnaars niet alleen een residentie te geven, maar ook een werkbudget. Van de academie, waar je toch steun hebt gehad, kom je als jonge kunstenaar opeens als een vis op het droge. Terwijl iedereen roept om bezuinigen gaan wij investeren, geheel tegen de cyclus in. Het is niet veel, maar het is een begin. Er is namelijk veel aandacht voor jong talent, maar er moet ook aandacht blijven voor kwaliteit. Dat is zeker nodig voor kunstenaars die nog aan de kant van het experiment en ondekking staan en waarvan je denkt: Wow, wat is dat?”