Honden kuilen en hiërarchieën

Annosh Urbanke
6 VWO Visser 't Hooft Lyceum 'Oh Ja Ju?' 18 januari 2019

in gesprek met Gijsje Heemskerk over Atelier Oh Nee

Voorbij het drukke centrum van Leiden huist in de wijk de Kooi het kunstenaarsinitiatief Atelier Oh Nee. Een charmante jaren dertig eengezinswoning wordt door beeldend kunstenaars Gijsje Heemskerk, Emma van Noort en illustrator Nik Heemskerk gebruikt als atelier. Daarnaast gebruikt Gijsje Heemskerk het gebouw als project- en expositieruimte. Sinds een jaar wordt hier uiteenlopend en experimenteel geprogrammeerd in samenwerking met onder andere middelbareschool leerlingen en installatiekunstenaars. Begin dit jaar werkte ik hier mee aan de expositie ‘Neusversatie’, over de gevoeligheid en eigenzinnigheid van neuzen, en vond ik het tijd om Gijsje te bevragen over de gang van zaken bij Atelier Oh Nee.

Annosh Urbanke: Hoe kwam je bij de naam ‘Atelier Oh Nee’?

Gijsje Heemskerk: Ik heb de eerste letters van de achternamen van mij en Emma van Noort door elkaar gehusseld, zo kwam ik bij Atelier Oh Nee. Het heeft iets negatiefs maar dat past er wel bij; er vinden hier best wel gekke dingen plaats, dingen waarbij je misschien denkt: ‘’Oh nee! Weer van die rare kunst waar je niks van begrijpt’’.

Annosh Urbanke ‘Neusversatie’ 22 februari 2019

A: Wat is Atelier Oh Nee voor een projectruimte? 

G: Het is een plek waar ik op een laagdrempelige manier een podium kan bieden aan verschillende kunstenaars of mensen die zich creatief bezighouden. Ze hoeven zichzelf niet als kunstenaar te zien. Er vinden bijvoorbeeld projecten met kinderen, scholieren en muzikanten plaats. Alles kan worden uitgeprobeerd en het voelt elke keer weer als een verjaardag als ik iets organiseer. Dat heeft onder meer te maken met de architectuur van het gebouw; het is een gezinswoning, niet echt vergelijkbaar met een gangbare tentoonstellingsruimte. De plek zelf beïnvloedt dus al de sfeer en de inhoud van de exposities, waardoor het al snel huiselijk en intiem aanvoelt. Het heeft ook te maken met wie ik uitnodig. Ik richt me namelijk niet uitsluitend op de waarde of kwaliteit van iemands werk, maar meer op een persoonlijke klik en de gun factor. Waarbij ik me afvraag: ‘Wie heeft een experiment of een laagdrempelige tentoonstelling nodig om iets nieuws uit te proberen?’. Zo heeft onder meer mijn hondenmetgezel Wiske deelgenomen aan een van de tentoonstellingen.

A: Hoe zag dat er dan uit?

G: Van de kuilen die Wiske in het strand maakte heb ik afgietsels gemaakt; zo hebben we samen een werk gecreëerd. In principe zie ik de kuilen in het zand, die Wiske dus gegraven heeft, als reeds een volwaardig werk. Je zou het een vorm van land art kunnen noemen. Wiske heeft hier baat bij, omdat ze zo aantoont dat ze niet louter een huisdier is, of een object, maar een autonoom wezen met esthetisch vermogen. 

A: Tijdens onze samenwerking merkte ik dat je een hiërarchische aanpak probeert los te laten. Hoe werkt dat voor jou?

G: Ik probeer juist met een zo’n open mogelijke blik om me heen te kijken en niet te veel te classificeren. Mijn schoonvader vertelde me ooit dat hij naar kunst kijkt zoals hij door een bos wandelt. Hij beoordeelt niet iedere boom, struik, of uitzicht, maar geniet van de algehele ervaring. Ik vond dat een heel verfrissend en vooral genereuze benadering. Deze benadering probeer ik zowel als kunstenaar te hanteren, als facilitator of organisator. Ik beschouw Atelier Oh Nee als onderdeel van mijn eigen praktijk. Het interessante voor mij is voornamelijk het verwerpen van een hiërarchie en het in contact brengen van verschillende groepen. ‘Outsider art’, of ‘art brut’ zijn voor mij problematische concepten. Het zijn artificiële termen die niet duidelijk te definiëren zijn. Daarnaast zijn ze problematisch, omdat het bepaalde groepen buitensluit of een hiërarchie veronderstelt die onhoudbaar is. 

Deze benadering brengt veel voordelen met zich mee, want het resulteert in twee vormen van laagdrempeligheid. Kunstenaars durven te experimenteren, dingen uit te proberen die ze niet zouden durven wanneer hun werk in een ‘white cube’ gepresenteerd zou worden. Daarnaast zorgen scholieren, kinderen en andere niet-professionele kunstenaars ervoor dat andere doelgroepen worden aangesproken. Niet alleen een kunstpubliek, maar ook buurtbewoners en kinderen bezoeken Atelier Oh Nee

Derk Thijs ‘Craquelé’ 5 april 2019

A: Waar kwam de behoefte vandaan om een vanuit kunstenaarsinitiatief gerunde ruimte te starten?

G: Eerst hadden we ieder ons eigen atelier, maar op een zeker moment heeft Emma het Haagse kunstenaarsinitiatief In Your Living Room, een platform die tentoonstellingen organiseert op bijzondere locaties, uitgenodigd om bij ons een tentoonstelling te organiseren. Vanaf dat moment ben ik de ruimte anders gaan benaderen. Ik organiseerde en cureerde regelmatig maar wilde eigenlijk meer faciliteren; mensen iets bieden en nieuwe mensen ontmoeten. Ik werd geïnspireerd door Bernice Nauta. Zij runt binnen het Haagse kunstenaarsinitiatief Billytown de ruimte The Kitchen. Een kunstenaarsinitiatief ìn een kunstenaarsinitiatief. Zij liet me eigenlijk zien wat de mogelijkheden zijn als je zelf iets opzet. 

A: Wat vind je bij kunstenaarsinitiatieven, dat je niet op andere plekken vindt?

G: Kunstenaarsinitiatieven spreken mij aan, omdat er vaak met een ander oog wordt gecureerd. Er wordt voor mijn gevoel minder naar trends gekeken, of naar marktwaarde. Er wordt meer samengewerkt en kunstenaars komen bij elkaar vanuit een gedeelde interesse of nieuwsgierigheid. Ook gaat het doorgaans niet om het eindresultaat, maar om het experiment of een proces. 

A: Wat gaat er de komende tijd gebeuren bij Atelier Oh Nee? Plan je iets nieuws? 

G: Bernice Nauta heeft mij uitgenodigd om in november een tentoonstelling te maken bij The Kitchen in Billytown. Ik heb bedacht om die ruimte in een kickboksschool om te toveren. Dan wil ik verschillende kunstenaars vragen om hun versie van een kickbokszak te maken, wat echt zo ruim geïnterpreteerd kan worden als je zelf maar wilt. Het zou zelfs een geluidsopname kunnen zijn.  Voor de openingsavond wil ik de docent van mijn kickboksschool vragen een demonstratie/performance te geven, te midden van deze ‘zakken’. 

Annosh Urbanke is redactielid van Tubelight, houdt zich met verschillende artistieke projecten bezig als fotograaf, curator, coördinator van Framer Framed, haar Werkplaats Molenwijk en schrijft regelmatig voor MAMA.