Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Irene de Craen
Zaaloverzicht, BOTERKNIEËN (courtesy 1646)

Wie bekend is met Den Haag kent het kunstenaarsinitiatief 1646, een waar begrip binnen de kunstscene van de stad achter de duinen. De expositieruimte is door de verbouwing van alweer een jaar geleden enorm opgeknapt, en ook in haar nieuwe gedaante was het tijdens de opening van de tentoonstelling Boterknieën van de Antwerpse Michèle Matyn (1978) als vanouds gezellig in de Boekhorststraat.

1646 heeft de reputatie een plek van experiment te zijn, een laboratorium waar kunstenaars hun ideeën kunnen botvieren, met soms eigenaardige presentaties tot resultaat. Ditmaal werd het publiek bij aankomst met felgekleurde posters gewaarschuwd dat er twee gaten in de tentoonstellingsvloer zaten. Het nut hiervan werd later duidelijk, toen tijdens een performance drie personen met rubberen maskers zich uit de gaten wurmden en een vaag, enigszins lachwekkend ritueel met verf en kaas uitvoerden.

Vergeleken hiermee is de rest van de tentoonstelling ingetogen. Ze bestaat voornamelijk uit foto’s van braakliggende terreinen en onherbergzame landschappen. De presentatie van enkele van deze landschappen is vindingrijk: enorm uitvergrote polaroids zijn als behang op de muren aangebracht en worden hierdoor één met de expositieruimte. Naast de verf- en kaasoverblijfselen van de performance staat ergens nog een stapel linnen tassen met een roodborstje erin, een glazen sculptuur met een barbiepop en een schaal met blauwe verf. Al met al wordt de bedoeling van de tentoonstelling niet meteen duidelijk. Ook de titel Boterknieën maakt het er niet eenvoudiger op.

Tijdens een gesprek vertelt Michèle Matyn dat één van de uitgangspunten van de tentoonstelling de persoonlijke relatie is, die zij heeft met de eenzame plekken die zij fotografeert. Zo toont een metershoge polaroid een vuilnishoop op een braakliggend terrein net buiten Antwerpen, waarin Matyn een gezicht meent te herkennen. Op die manier communiceerde dit door mensen verlaten gebied met haar. Het is een herkenbaar fenomeen: starend naar de lucht denkt menigeen wel eens een gezicht of de contouren van een dier in het vluchtige wolkendek te herkennen. Deze vorm van illusie – pareidolie genaamd – is een psychologisch verschijnsel waarbij een zodanige interpretatie van onduidelijke of willekeurige observaties gemaakt wordt, dat er sprake is van herkenning. De reden voor dit verschijnsel ligt waarschijnlijk in het feit dat de hersenen de behoefte hebben om verbanden tussen gegevens te leggen, zelfs als die er helemaal niet zijn.

In gebieden waar mensen dichtbij en met de natuur leven, wordt sinds mensenheugenis gezocht naar relaties met het landschap door middel van verhalen over wezens die tussen mens en natuur in zitten. Op zoek naar dergelijke legenden, waarin fantasie en werkelijkheid samenkomen en het onherbergzame menselijk wordt, reisde Matyn naar onder andere IJsland, Ierland en Lapland. Voor Matyn, die ook regelmatig in samenwerkingsverbanden als Bissy Bunder en Cakehouse werkzaam is, is de tentoonstelling Boterknieën een kans geweest om met die zeer persoonlijke interesses aan de slag te gaan.

Misschien zit daar juist de kink in de kabel. Matyns boeiende ideeën vertalen namelijk slecht naar het beeld. Zonder tekst en uitleg zijn de werken niet meer dan foto’s van niet heel bijzondere landschappen. Zoals de natuur klaarblijkelijk met Matyn heeft gecommuniceerd, doet zij dat niet met de beschouwer. Het publiek wordt aan zijn lot overgelaten in de interpretatie van de vreemde rotsformaties en vuilnishopen. Wat Matyn vergeten lijkt te zijn, is dat de landschappen buiten de context van de omgeving niet op dezelfde manier communiceren als wanneer men door die omgeving omringd wordt. De indrukken die Matyn heeft opgedaan tijdens haar reizen en onderzoek naar Scandinavische legenden gaan dus verloren, en wat overblijft zijn de plaatjes aan de muur.

BOTERKNIEËN
Michèle Matyn
17 april t/m 16 mei 2009

1646
Boekhorststraat 125, Den Haag

Zaaloverzicht, BOTERKNIEËN (courtesy 1646)
Michèle Matyn, ZONDER TITEL, 2009 (courtesy 1646)