Het onbekende in Almere

Machteld Leij
Hala Elkoussy, PERIPHERAL LANDSCAPE # 1, MOKATTAM, 2004

Onbekende gebieden, verre reizen en woeste avonturen. Zoiets verwacht je aan te treffen bij de groepsexpositie Unknown Territory 2009 in Museum De Paviljoens in Almere. Grappig genoeg vind je het grootste avontuur letterlijk in de achtertuin van het museum. Want de expositie gaat gepaard met het SITE2F7 FESTIVAL dat De Paviljoens van 21 tot en met 23 augustus voor de tweede keer organiseerde op het braakliggende terrein 2F7, rondom het museumgebouw. Er werd onder andere een zadenmarkt georganiseerd, en ontwerper Daan van Berg bouwde aan een hut van stro en klei. Er waren debatten met architecten en biologen, en overal liepen kinderen rond, geschminkt als roze konijn. Enerzijds wil het museum het enige onontwikkelde stukje Almere blootleggen en voorstellen voor gebruik van het gebied doen. Het braakliggende land blijft tot 2012 de locatie van het museum, daarna is de toekomst van beide onzeker. Anderzijds presenteert de expositie Unknown Territory 2009 de visies van verschillende kunstenaars op het onbekende.

Het festival buiten duurde maar drie dagen. Enkel het wonderlijke bouwseltje Trail House van architect Anne Holtrop is blijven staan, als deel van de expositie binnenshuis. De houten constructie, die eigenlijk weinig meer is dan een zwierige gang met daarin rechthoekige ramen zonder glas, markeert het kruispunt van informele paadjes, uitgesleten door voorbijgangers. Achter de raamopeningen ontvouwt het landschap zich als een theatervoorstelling. De omgeving is ineens een bron van pracht en mogelijkheden, in plaats van een verkommerd graslandje, ingesloten door lelijke woningbouw. Zo spectaculair is het resultaat dus als architectuur en omgeving samenvloeien.

Zo vrij, tijdelijk en experimenteel als het festival buiten is, zo theoretisch is de tentoonstelling binnen. Daar bestaat de ontdekkingstocht naar het onbekende vooral als idee, uitgewerkt in verhalen en fotografie. Dat levert in het geval van Sarah van Sonsbeeck een geweldige installatie op, terwijl de tijdschriftpresentatie van schrijver en fotograaf Nickel van Duivenbode juist weer te weinig visueel en daardoor te weinig sprekend is. Van Sonsbeeck publiceerde in 2006 een boek met tekst en foto’s over hoe haar luidruchtige buren haar huis gevoelsmatig innamen met hun lawaai. De initiële irritatie van Van Sonsbeeck stimuleerde haar om de ervaring tot kunstwerk om te vormen, in navolging van kunstenaar Bruce Nauman, die zijn acties in het atelier betitelde als kunst. In De Paviljoens heeft de publicatie een nieuwe presentatievorm gekregen. De pagina’s van de publicatie zijn aangebracht op schotten die de plattegrond van haar woning aangeven. De installatie Mijn echte huis is een ruimtelijk gebracht, soepel geschreven persoonlijk maar ook kunsthistorisch relaas. Vooral de tekst is sterk: de brief waarin ze haar buren verzoekt tachtig procent van haar huur (het equivalent van de ruimte die ze in haar woning vullen met hun herrie) te voldoen, is hilarisch en wraakzuchtig tegelijk.

Waar Van Sonsbeeck de bescheiden microkosmos van haar eigen huis als terra incognita behandelt, neemt Vincent Meessen het ronkende modernistische ideeëngoed van een architect als Le Corbusier op de korrel. In de video Dear Advisor voert de kunstenaar zijn publiek mee naar het utopische modernisme van de Indiase stad Chandigarh, ontworpen in 1974 met Le Corbusier als adviseur. De betonnen fantasie van de architect blijkt tegenwoordig echter een wassen neus. Gebouwen staan leeg, gras tiert welig in de scheuren van het beton, en er is een tegenbeweging in de vorm van hutjes en zeildoek ontstaan. Mensen laten zich niet dwingen in een utopie die hen niet ligt. Dat onderschrijft ook Hala Elkoussy met haar manshoge fotoposters van Egyptische bouwprojecten en steden in ontwikkeling (Peripheral Landscape, 2004). De gebouwen zijn leeg, hard en verlaten, ondanks het mooie avondrood erboven. In haar video (Peripheral Stories, 2005) weerklinkt juist een levendigheid, die contrasteert met de kale architectuur. Flarden van verhalen van bewoners komen voorbij, als een levendige tegenhanger van de statische wijken op haar foto’s. Zowel Meessen als Elkoussy tonen een modernistische droom van vooruitgang en groei die failliet is, of die een eigenzinnige invulling heeft gekregen van bewoners die zich niet zomaar laten sturen door planologen en architecten.

Voor het onbekende hoef je niet naar verre oorden: soms smeekt het net om de hoek om ontginning. Toch lijkt de ontdekkingstocht van het museum zelf naar de mogelijkheden van het terrein 2F7 een ongelijke strijd. Wat zal er gebeuren als De Paviljoens haar achtertuin tot leven heeft gewekt, maar in 2012 moet vertrekken? Zouden de projectontwikkelaars en de gemeente luisteren naar de voorstellen en ideeën die de kunstwereld ze aanreikt? Het is te hopen van wel, om te voorkomen dat alleen economische belangen worden gediend. Aan de andere kant laat Unknown Territory 2009 haarfijn zien, met de bijdragen van Meessen en Elkoussy, dat mooie ideeën en utopische plannen ook niet altijd het beoogde effect sorteren.

UNKNOWN TERRITORY 2009
Annesas Appel, Gwenneth Boelens, Nickel van Duijvenboden, Hala Elkoussy, Cevdet Erek, Anne Holtrop, Yasmijn Karhof, Marijn van Kreij, Vincent Meessen en Sarah van Sonsbeeck
21 augustus t/m 8 november 2009

Museum De Paviljoens
Odeonstraat 3, Almere

Hala Elkoussy, PERIPHERAL LANDSCAPE # 4, AL TAGAMO’ AL KHAMIS, 2004
Anne Holtrop, TRAIL HOUSE, 2009