Fries Museum: Raadselachtige schoonheid

Annelieke van Halen
Claude Closky, LES AOÛTIENS, 1997-1998, Courtesy Galerie Jennifer Flay, Paris

Schoonheid wordt gewantrouwd. Was schoonheid in vroeger tijden nog het meest verheven goed, tegenwoordig wordt zij meer en meer op negatieve wijze verbonden met de commerciële massacultuur. Denk aan de recente discussie over de maakbaarheid van het vrouwelijk lichaam.

De Spaanse tentoonstellingsmaker Miquel Bardagil heeft zich voor de internationale tentoonstelling Beautiful People et la blessure secrète in het Fries Museum, laten leiden door een dergelijke negatieve invulling van het schoonheidsbegrip. Hij stelt dat door de massamedia in de hedendaagse maatschappij een idee van schoonheid is ontstaan dat oppervlakkig en misleidend is, en waarbij uiterlijk en innerlijk van de mens van elkaar zijn losgekoppeld. Mooie mensen uit reclames worden gepresenteerd als lege hulzen en de kijker wordt uitgenodigd om verlangens op hen te projecteren. Bardagil wil met zijn tentoonstelling de innerlijke aantrekkingskracht van de mens centraal stellen, waarbij verlangens, dromen en angsten die in het lichaam huizen worden getoond. Hij stelde de tentoonstelling samen met werken uit de kunstcollectie van Frac Nord-Pas de Calais in Duinkerken.

Het resultaat is een groepstentoonstelling met een grote diversiteit: er zijn sculpturen, collages, tekeningen, foto’s, video’s en films te zien van onder meer Christian Boltanski, Victor Burgin, Sarah Jones, Paul McCarthy, Ken Lum, Raymond Pettibon en Jeroen de Rijke/Willem de Rooij. Bij binnenkomst wordt je aandacht meteen getrokken door twee stemmen die door elkaar heen praten. Het is de verontrustende video-installatie Good Boy, Bad Boy (1985) van Bruce Nauman. Op twee naast elkaar geplaatste televisies zijn een vrouw en een man te zien die ongelijktijdig dezelfde repetitieve tekst opzeggen. Met zinnen als: ‘I don’t want to die, you don’t want to die, we don’t want to die. This is fear of death.’ De tekst gaat over de condition humaine en wordt steeds luider uitgesproken. Opvallend is dat de woorden de personen in de video niet aangrijpen: de verlangens en angsten van de mens worden emotieloos besproken, kunstmatig, zonder enige betekenis. Het werk van Nauman duidt op de discrepantie tussen tekst en emotie en tussen de uiterlijke en innerlijke mens. De innerlijke aantrekkingskracht van de mens komt echter niet tot uitdrukking.

Twee foto’s van Sarah Jones en Bound (1996) van Liza May Post getuigen van een grote schoonheid en wekken tegelijkertijd een gevoel van leegte en onbehagen op. De intrigerende foto Bound toont een vrouw die in een bevroren pose van de toeschouwer afgewend zit. Zowel zijzelf als de kleine ruimte om haar heen zijn wit, wat associaties oproept met een isolatiecel en de sciencefiction film THX 1138 (1971) van George Lucas. De anonimiteit van de vrouw en de kunstmatige, kale omgeving benadrukken het isolement waarin zij gevangen zit. De adolescenten die Sarah Jones heeft geportretteerd in The Garden (Mulberry Lodge) (V) (1997) en The Sitting Room (Francis Place) (III) (1997) zijn ook in zichzelf gekeerd en lijken los te staan van hun omgeving, dit heeft een vervreemdende uitwerking. Uit zowel het werk van Post als van Jones spreekt een incompetentie of onwilligheid om in contact te treden met de omgeving. De perfect gestileerde foto’s zetten aan tot reflectie over wat er in de vrouwen omgaat. Een dergelijk effect heeft ook de foto van de Amerikaanse kunstenaar Jenny Gage die tussen het werk van Jones en Post hangt. Door de werken naast elkaar te presenteren, versterken ze elkaar.

Niet alle werken in de tentoonstelling komen echter even goed tot hun recht. De geluidsband van de film van Jeroen de Rijke/Willem de Rooij is onverstaanbaar, de film van Paul McCarthy is slechts door één persoon tegelijk te bekijken en beluisteren, en over het algemeen zijn de kunstwerken slecht uitgelicht. Naast de presentatie van de kunstwerken is de selectie van de werken bedenkelijk. Een aantal werken is moeilijk binnen het kader van het thema te plaatsen. Een voorbeeld hiervan is de slideshow Les Aoûtiens (1997/98) van de Franse kunstenaar Claude Closky. Hij gebruikt foto’s van een reclamecampagne voor sigaretten. Bij de overgang tussen de beelden valt het ene beeld in blokjes uit elkaar, waarna het volgende verschijnt. Dit afbrokkelen van de beelden heeft nagenoeg geen effect op de inhoud ervan en doet vooral denken aan een amateuristische Powerpoint-presentatie. De glossy reclamefoto’s behouden hun oppervlakkige en vluchtige karakter en tonen enkel en alleen het uiterlijk van mooie mensen. Vreemd genoeg is juist een foto uit het werk van Closky ingezet voor de promotie van de tentoonstelling; de innerlijke aantrekkingskracht van de mens die Bardagil centraal wil stellen wordt hiermee niet getoond.

Na een bezoek aan de tentoonstelling Beautiful People heerst er vooral verwarring over de keuze van werken: deze is erg arbitrair. Van de begeleidende teksten van de tentoonstelling word je niet veel wijzer. Als toelichting op de selectie staat in het museummagazine: ‘Bardagil gaat bij de keuze van de werken uit van de rol die schoonheid tegenwoordig vervult in onze samenleving’. Dat kan dus van alles zijn. Beautiful People is een vrijblijvend geheel en daardoor weinig overtuigend. De tentoonstelling had aan kracht gewonnen wanneer Bardagil duidelijker stelling had genomen en een meer radicale keuze had gemaakt voor werk waarin de innerlijke aantrekkingskracht van de mens met al zijn verlangens, angsten en dromen tot uitdrukking komt.

BEAUTIFUL PEOPLE ET LA BLESSURE SECRÈTE
t/m 6 januari 2008

Fries Museum
Turfmarkt 11, Leeuwarden
www.friesmuseum.nl

Liza May Post, BOUND, 1996, Courtesy Annet Gelink Gallery, Amsterdam
Sarah Jones, THE SITTING ROOM (Francis Place) (III), 1997, Courtesy Maureen Paley Interim Art, London